Roadburn Afterburner

Recensies van onder andere Mount Fuji Doomjazz Corporation, Atlantis en Urfaust

Wouter de Waal, Maarten de Waal en Dyon Schlebos ,

Lees hier gedurende de dag recensies van Mount Fuji Doomjazz Corporation, Atlantis, Urfaust, Bongripper en Coroner.

The Mount Fuji Doomjazz Corporation

De door zwarte doom gedomineerde Afterburner start vrij ingetogen met The Mount Fuji Doomjazz Corporation (de op duistere live improvisatie toegespitste variant van het Kilimanjaro Darkjazz Ensemble). Meest in het oog springende kenmerk van deze band is ongetwijfeld het voor dit festival ongebruikelijke instrumentarium: naast bas, gitaar en elektronica dragen cello en (waarschijnlijk) de enige trombone op dit festival wezenlijk bij aan het groepsgeluid. Tegen de achtergrond van morbide surrealistische animatiebeelden die, als ze al niet van Terry Gilliam zelf zijn, daar op zijn minst erg veel inspiratie uit halen, creëert het ensemble een eb en vloed van sfeergeluiden die de grote zaal in duisternis hullen. Een kalme inleiding op het zware werk dat vandaag nog komen gaat. (WdW) 

Electric Orange

De harde kern Roadburners die niet vies zijn van wat psychedelische krautrock, vallen met hun neus in de boter bij Electric Orange. Vier jaar geleden stond het Duitse viertal uit Aachen in dezelfde zaal al haar space uit te smeren over de Green Room. Electric Orange kleurt met haar 'songs' niet binnen de lijntjes, maar gaat op avontuur in wat geïmproviseerde jams lijken. Even avontuurlijk als de jams zijn wel de videobeelden waar geen touw aan vast te knopen valt: beelden van rupsen schakelen over naar vingerende vrouwen op het strand. Misschien ziet het aantal mensen onder invloed van psychedelische drugs het verband. Ook de stageperformance is origineel, doch vervreemdend. Van de reaper met wit gasmasker, tot een persoon in witte overal en bouwlamp. Op de muziek van Electric Orange valt niets af te dingen. Bongo's, synths en de fuzz-gitaar van Dirk Jan Müller zorgen voor een heerlijke krautrocktrip. Halverwege kampt de band even met wat technische problemen, wat resulteert in een oorverdovende, snerpende pieptoon die voor een aantal bezoekers een minder fijn souvenirtje van Roadburn zal zijn. Gelukkig is dit snel opgelost en maken de Duitsers hun set waardig af. Een erg fijne ontmaagding van de Green Room op de Afterburner van Roadburn. (DS)

Urfaust

Na de hippe New York black metal van Tombs gisteren, mogen vandaag de Brabantse plattelanders van Urfaust aantreden. Het verschil laat zich meteen voelen - niks geen modernistisch postgedoe hier, maar eerlijke primitieve black metal, obscurantistisch en ellendig, zoals het platteland zelf. Slechts een gitaar en drums heeft men nodig om een meditatief, bezwerend sfeertje neer te zetten, ondersteund door beelden van duistere religieuze symbolen en rituelen uit lang vervlogen tijden, veelal met een al dan niet expliciete erotische lading (erotiek brengt ons immers ook niets dan waanzin en ellende). De verspreide wierookgeur helpt zeker mee om de aanwezigen in de juiste stemming te brengen - van dat soort geursuggesties zouden bands veel meer gebruik moeten maken. Na een uur te zijn ondergedompeld in de duisternis der eeuwen, salueert de ernstig maar ook opgelucht en zelfs enigszins vrolijk kijkende drummer naar het publiek, en kunnen we meteen door naar de loodzware geluidsmuur die Bongripper heet... (MdW) 

Bongripper

Wie dacht dat de Afterburner zou neerkomen op een zachtjes nagloeien van het festival na drie verwoestende dagen, komt vandaag bedrogen uit. Eerder vormt deze afsluitende zondag een allesverschroeiende nabrander, die de trommelvliezen van de bezoekers die de afgelopen dagen ongeschonden zijn doorgekomen alsnog probeert te vernietigen. Een goed voorbeeld is Bongripper, dat met zijn smerige, diepe en harde doemklanken de grote zaal in de tang neemt. Het enige kleurige element in de performance van dit viertal is de mooie, gedetailleerde achtergrondprojectie, want wat de muziek betreft is het ondoordringbaar zwart wat de klok slaat. Aan de publieke belangstelling te oordelen zijn er meer dan genoeg festivalgangers die het ook na al het eerdere zware geschut nog op waarde weten te schatten. Kortom: doommissie geslaagd. (WdW)

Atlantis

‘Hi. We’re Atlantis and we are from, uhm…here’. Gilson Heitinga kondigt Atlantis aan; één van de weinige Nederlandse bands die Roadburn dit jaar rijk is. Voor Tilburg is Atlantis geen onbekende: de band heeft haar wortels in de Kruikenstad. Het zestal huist tegenwoordig in Utrecht en komt volgende maand uit met haar nieuwe EP op het Australische Bird’s Rope. Atlantis maakt zware post-rock a la Red Sparowes, God Is An Astronaut, This Will Destroy You, Explosions In The Sky; het genre kent genoeg soortgenoten. Niet om alles nu op één hoop te gooien, maar bands die onder het genre vallen, verschillen vooral in nuance. Het viertal gitaristen vooraan staat er als een heus front en kent een riff-geweld om bang van te worden. Atlantis pakt door na elk nummer, waardoor er geen stiltes vallen of opmerkingen als ‘speeluh!’ klinken. Het sixtet kent naast het gitaargeschut ook de welkome elektronica, die zich soms laat horen in de vorm van symfonische synths, industrial beats en soundscapes. Aan het einde van de  set horen we dan ineens een poging tot gitaarsolo, die een beetje vreemd geplaatst en niet nodig is. Verder valt er helemaal niets te klagen over Atlantis en doet de band zeker niet onder voor een hoop buitenlandse bands op Roadburn. (DS)

Coroner

Wie dacht dat de Afterburner niets was dan een uitgebreide afterparty bij het Roadburnfestival, heeft de naam ‘Coroner’ over het hoofd gezien: De legendarische Zwitserse thrashband die eind tachtiger/begin negentiger jaren in een kleine kring van open-minded metalliefhebbers opzien baarde door het afleveren van enkele zeer technisch onderlegde, knap in elkaar hakende platen die de traditionele grenzen van het genre ver overschreden. Uw recensent moet weer eens een lacune in zijn muziekkennis onderkennen, want voor deze naam werd aangekondigd had hij nog nooit van de band gehoord, maar dit euvel hebben we voor het optreden enigszins verholpen en iets voor kwart over negen staan we, nogal vermoeid van de afgelopen dagen maar even goed verwachtingsvol, klaar voor het optreden. Aan de zijkant van het podium is even het hoofd van ‘Snake’ van Voivod te zien, wat enkele bezoekers een hoopvol “Voivod! Voivod!!” ontlokt, maar die zien we in de rest van het optreden niet meer terug – dat hij geïnteresseerd is in de kunsten van deze progressieve thrashvakbroeders mag echter geen verbazing wekken. Het driemanschap wordt vandaag wel aangevuld door een heer die ongetwijfeld de prijs voor de meest keurig geklede en gekapte verschijning op een Roadburnpodium mag meenemen, die zorgt voor wat technische ondersteuning van de kale gitaar-bas-drums-opzet van deze band. Dat je met zo’n gezelschap niet alleen goede grunge, maar ook zeer geavanceerde thrash kunt maken, bewijst de band vandaag ruimschoots. Nummers van alle platen komen voorbij, van oudjes als ‘Reborn through Hell’ en ‘Masked Jackall’ tot een ‘nieuwer’ nummer als ‘Semtex Revolution’ (‘a song about terrorists and psychopaths’) en zelfs wat materiaal van het onder fans wat omstreden laatste album ‘Grin’. Voor enkele langharige grijsaards voor het podium is een optreden van deze band duidelijk een droom die uitkomt, want ondanks de jaren bangen en bewegen ze alsof ze nog twintig zijn. Valt er dan niks op de performance aan te merken? Nu ja, het kan de leeftijd zijn, of hun prille begin als roadies op de achtergrond bij Celtic Frost, maar echt ‘showmanship’ kun je geen van de bandleden verwijten, hoewel de gitarist uiteraard wel enkele indrukwekkende solo’s voor zijn rekening neemt en de drummer, als het ons goed bijstaat, aan het einde van het optreden op zijn kit gaat staan en enkele drumstokjes het publiek in gooit. Ook zorgt een technisch probleem halverwege de set voor een ongewenste onderbreking die door de bandleden niet echt wordt opgevangen – men wacht gewoon af tot men weer verder kan, wat op zo’n moment altijd lang lijkt te duren. Voor een licht oververmoeide toeschouwer die de band niet al jarenlang kent is de kracht van het weliswaar ijzersterke materiaal op zichzelf niet voldoende om hem tot meebewegen te verleiden (veel van de meer uitgeputte bezoekers blijven dan ook zitten), maar de echte diehardfan is aan zijn trekken gekomen, en de anderen kunnen op zijn minst zeggen een underground metallegende aan het werk te hebben gezien. Een waardige semi-headliner van de ‘extra’ dag van een wederom memorabele Roadburneditie. (MdW)