Incubate 2012: punk en rock op vrijdag

Neon Rainbows

“Is het volume comfortabel?” vraagt Neon Rainbows zanger René van Lien na het eerste nummer. Ja, zeker. Misschien zelfs iets té comfortabel. Het is makkelijk om weg te dromen op de melodische klanken en het diepe basdeuntje die door ’t Buitenbeentje galmen. Door de luide drums en zingende gitaren heeft Neon Rainbows soms wat weg van Queens of the Stone Age, maar laat vooral zien dat de veelgemaakte vergelijking van de band met Sonic Youth volledig op zijn plek is. Van Lien zingt en schreeuwt alsof het zijn laatste avond op het podium is en weet met korte praatjes tussen de nummers door de nuchtere attitude van de Rotterdamse band weer te geven. De teksten zijn soms donker en ruig en het heftige gitaarwerk bruist van de post-punk invloeden. De bandleden sluiten naadloos op elkaar aan en weten in ’t Buitenbeentje een optreden neer te zetten dat staat als een huis.  (CH) 

The Membranes

Als er iets de afgelopen jaren duidelijk is geworden, is het wel dat echte punkers niet van ophouden weten - ook The Membranes, al actief sinds 1977, liften mee op de punkrevival en staan na twintig jaar voor het eerst weer op de planken in Nederland, gewoon in een kroeg in Tilburg. De Britten heten ´post-punk´ te maken, maar we moeten eerlijk toegeven dat we met deze term altijd slecht uit de voeten hebben gekund - als een band in 1977 al post-punk kon maken, wanneer maakte men dan precies ´oorspronkelijke´ punk? Laten we het liever experimentele punk noemen, met als belangrijkste verschil met de ´echte´ punk dat men zich niet bedient van de spreekwoordelijke drie akkoorden, maar alle akkoorden in principe ueberhaupt overboord gooit. Het geluid heet volgens het programmaboekje bands als Sonic Youth en Big Black te hebben beinvloed, en inderdaad, de manier waarop deze heren hun gitaren mishandelen heeft behoorlijk wat weg van de sound van deze bands aan het andere einde van de grote plas. Niet iedereen zal even gecharmeerd zijn van een oude grijze baas met een bril op als gitarist, maar dit eventuele gebrek aan ´cool´ (waar we zelf overigens sowieso schijt aan hebben) wordt ruimschoots gecompenseerd door de blikvanger van deze band, die gesierd door een grijze kuif zijn teksten het publiek in spuwt met een energie waar menig twintigjarige jaloers op mag zijn. Zijn stug volgehouden hyperactiviteit zal een succesvolle onderwijscarriere waarschijnlijk in de weg hebben gezeten, maar maakt hem wel het ideale frontbeest voor deze formatie. De die-hard punkfans die voor dit concert naar de Extase zijn afgezakt wagen, voorzover ze hier nog de leeftijd en de souplesse voor hebben, een dansje, en de overigen betuigen hun instemming door na elk nummer goedkeurende geluiden te maken. Het gaat er misschien niet meer zo heftig aan toe als in de begindagen van deze band, maar dat echte punk nooit zal sterven, wordt ten overvloede bewezen door de jonge Rats on Rafts-gitarist die het laatste nummer een mopje mag meespelen. Tijdloze anarchie! (MdW)