Incubate 2012: folk op zaterdag

Recensies van onder andere Cheek Mountain Thief, Cian Nugent en Garda

Redactie 3voor12/Tilburg ,

Folkbands, singer-songwriters en andere verhalende muzikanten vormen inmiddels een rode draad in het Incubate-programma. Gisteren brachten we je hiervan al verschillende recensies. De zaterdag belooft weer een mooie dag te worden met Annelies Monseré, Cheek Mountain Thief, Cian Nugent, Garda en Tu Fawning.

Annelies Monseré

Tijdens een vorige editie van het festival was ze nog samen met Jessica Bailiff te bewonderen. Deze keer durft Annelies Monseré het aan om solo in de Pauluskerk te staan. Hoewel, solo? Ze heeft wel een vriendje en vriendinnetje bereid gevonden haar te vergezellen. Dat komt goed in het eerste deel van haar set, waarin ze enkele ‘traditionals’ ten gehore brengt met prachtige meerstemmige zang. Later blijkt meneer ook nog te kunnen bassen, maar het zwaartepunt van dit optreden ligt op de intieme pianoliedjes van Annelies. Die komen prima uit de verf, ook zonder dat we haar schuchter gemompelde aankondigingen tussen de nummers door kunnen verstaan. Het publiek is gedurende het optreden muisstil en durft zelfs tussen de nummers door niet te klappen. Nadat de laatste klank in de kerk verstorven is, barst echter een daverend applaus los. Dat zet de bescheiden Vlaamse er toe om een toegift te geven in de vorm van een breekbaar nummer uit het prille begin van haar liedjesloopbaan. Een mooi begin van deze Incubatezaterdag. (MdW)

Cheek Mountain Thief

 Het was aan de Brits/IJslandse combinatie Cheek Mountain Thief om Incubate- zaterdag te openen in de Kleine Zaal van 013. Het zevental is een nieuw project van Tunng frontman Mike Lindsay. In een reis naar het IJslandse ging hij op zoek naar drank, mooie verhalen en nieuwe muziek. Dit gevoel heeft hij gevonden bij zijn nieuwe bandleden en in muzikale vorm mee weten te brengen naar het Tilburgse. Als toeschouwer waan je je in de Ijslandse bergen waar Lindsay ook graag over vertelt. Waar dit geluid op het album soms nog wat dunnetjes overkwam, brengt de band een mooi, vol en opzwepend geluid. Je krijgt zin om je wandelschoenen aan te doen om de IJslandse bergen in te trekken. Een beweging die Lindsay ook graag uitbeeldt. Dit gevoel krijg je vooral door de illustrerende muziek van het Ijslandse zestal dat redelijk op de achtergrond kan opereren. Een fijn vioolgeluid, subtiele ondersteuning door een trompet en vooral een gitarist die er rustig op los experimenteert in de achtergrond, het vormt een prima bodem voor het sublieme gitaarspel van hun Britse aanvoerder. Alle ogen richten zich dan ook op de sympathieke entertainer in de vorm van Mike Lindsay. Hij en de band stralen een fijne vorm van enthousiasme uit. Ook hier een goed begin van de dag dus. (TZ)

Cian Nugent

Wanneer er ooit een ranglijst zou worden gemaakt waarin de volkeren der wereld op hun muzikaliteit zouden worden geordend, dan zouden de Ieren zonder twijfel bijzonder hoog eindigen. Veelal zijn ze te zachtmoedig om zich met geweld tegen overheersing van kerkelijke en wereldlijke autoriteiten te verzetten en zijn waarscijnlijk om die reden in de geschiedenis vaak gepiepeld. Ze hebben in de loop der eeuwen wel een imposante muzikale en literaire traditie opgebouwd. Cian Nugent schijnt zichzelf gitaar te hebben leren spelen en als dat geen bewijs is voor de aangeboren muzikaliteit van de Ieren, weten we het ook niet meer. Hij is zonder twijfel de meest indrukwekkende gitarist tot nu toe in de Pauluskerk. Hij brengt een geheel eigen mix van folk, country en Indiase ragamuziek ten gehore. Zeker de laatste, meer dan tien minuten durende compositie kent een bijzonder indrukwekkende opbouw. Hierdoor kan de volle zaal geheel in hemelse sferen de kerk verlaten. Een buitenwerelds optreden. (MdW)

Garda

 Wat betreft de sfeer en de locatie is Cafe de Plaats misschien wel een van de buitenbeetjes van Incubate. Wat betreft de muziek zeker niet. De Duitse formatie Garda past namelijk prima in het programma. Gewapend met een tas vol prachtige liedjes reisden zij af naar Tilburg om het publiek te verbazen. Hiervoor heeft de band een serie zeer gevoelige en soms licht bombastische nummers bij zich. Het rauwe randje van zanger Kai Lehmann en de compacte ambiance dragen zeker bij aan de grote overtuigingskracht waarmee de band speelt. Lehmann gebruikt de ruimte ook goed door af en toe achter zijn microfoon vandaan te komen om zijn verhaal de kroeg in te bulderen. In deze stukken, maar zeker de instrumentale bridges die hier regelmatig op volgen, heeft de band haar hele ziel en zaligheid liggen. De sublieme gitarist Frank Heim heeft hierdoor maar nauwelijks genoeg ruimte op zijn op stoel. Naast zijn spel kleurt de toetsenist Cornelia Mothes alles prachtig in. Aangevuld met een degelijke ritmesectie vormt het een prachtig geheel. Zo worden zelfs strijkstokken voor de dag getoverd om de bekkens op subtiele wijze te strelen. Een genot om naar te luisteren. (TZ)

Tu Fawning

Bij aanvang van het optreden is de kleine zaal van 013 al volledig gevuld met voornamelijk mannen. Al snel is duidelijk waarom: Zangeres Corrina Repp is een mooie verschijning. Met haar korte blonde lokken die half voor haar gezicht hangen maakt ze een mysterieuze indruk, die past bij de muziek die ze maakt met haar band. Vanaf de eerste seconde houden alle klanken en de zang je in haar greep. Helaas heeft de band na het eerste nummer al technische problemen, waardoor er enkele minuten niet gespeeld kan worden. Deze stilte is wel snel weer vergeten zodra ze weer verder kunnen. Het gitaarspel klinkt heerlijk rauw. Dit gecombineerd met de bombastische klanken van de rest van de instrumenten en de zang van de volledige band zorgt voor een bijna hypnotiserend effect. Voor sommige mensen valt dit echter net iets te zwaar. Zij verlaten dan ook vroegtijdig de zaal, tot groot genoegen van anderen die helemaal achterin de zaal tegen elkaar aangedrukt stonden. De technische problemen houden helaas aan, wat betekent dat de band er vroegtijdig mee stopt. Dat is een beetje jammer, maar desalniettemin krijgen ze een daverend applaus van het publiek. (SvL)