Terug naar de donkere jaren zeventig met Orchid in Little Devil

Seamount en Serpent Venom passende wegbereiders

Wouter de Waal ,

Doemdenkers en andere vereerders van de zwarte sabbat waren afgelopen zondag bij Little Devil aan het juiste adres. Het Britse Serpent Venom en het Duits-Amerikaanse Seamount zetten de toon, waarna de enthousiaste kruidenliefhebbers van Orchid tot genoegen van het volhardende publiek een schier eindeloze set doorwerkten op deze nostalgisch getinte avond.

Seamount en Serpent Venom passende wegbereiders

Doemdenkers en andere vereerders van de zwarte sabbat waren afgelopen zondag bij Little Devil aan het juiste adres. Het Britse Serpent Venom en het Duits-Amerikaanse Seamount zetten de toon, waarna de enthousiaste kruidenliefhebbers van Orchid tot genoegen van het volhardende publiek een schier eindeloze set doorwerkten op deze nostalgisch getinte avond.

SERPENT VENOM
Dat de geest van Black Sabbath na veertig jaar nog steeds springlevend is, wordt vanavond eerst gedemonstreerd door de langharige lui van Serpent Venom. In vergelijking met zijn illustere voorganger is deze band echter nog net iets zwaarder en trager, waardoor de dominante sfeer van de avond meteen duimendik in de verf wordt gezet.

Het publiek is daardoor al snel in de stemming en krijgt de band na enig geweifel (vooral veroorzaakt door de per ongeluk tegenstrijdige signalen van het personeel) zover een toegift te spelen. Het zou in dit geval niet gepast zijn te spreken van een vliegende start, maar een sterk begin van de bijeenkomst is het zeker wel.

SEAMOUNT
Met Seamount gaat het tempo vervolgens een stuk omhoog en wordt de muzikale koers enigszins verlegd in de richting van ouderwetse hardrock. Het zijn weliswaar merkbare, maar in de grond genomen niet zeer wezenlijke verschillen, want de uitstraling van deze band detoneert niet met die van de voorganger op het podium.

Vooral het mooie dubbele gitaarwerk en de sterke vocalen vallen positief op, ook al heeft de zanger niet bepaald een dynamische presentatie en maakt de band hier en daar wat schoonheidsfoutjes. Een energiek klinkend (en voor wat betreft de gitarist in spijkerjas) ook ogend optreden.

ORCHID
De hoofdschotel van de avond wordt echter zonder twijfel gevormd door Orchid, niet alleen qua presentie en spel, maar vooral ook qua concertduur. De band mag dan uit de Verenigde Staten komen, de geest van de duistere Engelse wortels van de metal heeft men zich feilloos eigen gemaakt en blijkt nagenoeg onuitputtelijk.

Hoewel de zanger zich - getuige zijn bleke, zweterige gelaat en voortdurende gegiechel tussen nummers door - duidelijk te goed heeft gedaan aan het geestverruimende groene kruid, verloopt het concert eigenlijk vrij soepeltjes (je zou zelfs kunnen zeggen dat zijn toestand sfeerbevorderend werkt).

De mannen lijken zelfs van geen ophouden te weten en slepen een groot deel van het publiek mee op een buitengewoon langdurige trip. Muzikaal gesproken is er niets nieuws onder de zon (een enkele riff is zelfs letterlijk gejat van Black Sabbath en van nieuwe vocalen voorzien), maar bij een dergelijke overtuigende uitvoering deert dat niemand.

Ongelukkigen die deze performance gemist hebben (en beschikken over het nodige geld), hoeven overigens niet te wanhopen: de band schijnt in april zijn opwachting te maken op Roadburn. Komt dat zien.