Het plezier is weer terug bij Mercy Seat

‘Verleden blijft ons toch altijd volgen’

Jelle Willers ,

De Tilburgse band Mercy Seat kende van 1992 tot 1996 een turbulente tijd. Ze speelden vaak, wilden altijd meer. Totdat het in ’96 tot een eind kwam. Twee jaar geleden kwam de band weer bij elkaar, maar wel om een heel trieste reden: de dood van oud-lid Jochem van Tol.

‘Verleden blijft ons toch altijd volgen’

De Tilburgse band Mercy Seat kende van 1992 tot 1996 een turbulente tijd. Ze speelden vaak, wilden altijd meer. Totdat het in ’96 tot een eind kwam. Twee jaar geleden kwam de band weer bij elkaar, maar wel om een heel trieste reden: de dood van oud-lid Jochem van Tol. Nog geen jaar later waren ze weer bij elkaar omdat het noodlot weer had toegeslagen: Jan van Gestel, een ander oud-bandlid, was niet meer. “Het werd een nieuw begin voor Mercy Seat en een afsluiting van een minder prettige periode.”

In de schemerige huiskamer van zanger Tino Boley (46), zitten hij en gitarist/toetsenist/backing vocal Derrick van Schie (36, ex-Wealthy Beggar) met een Schuttersbiertje op de bank. Het geeft de ongedwongen sfeer aan waarin Mercy Seat nu werkt. “We willen gewoon veel optreden”, vertelt Boley.

Toch gaat dat niet heel makkelijk: alle bandleden hebben een baan, kinderen, kortom, geen tijd om altijd ‘on the road’ te zijn. “Ja, we werden in een recensie van jullie brave huisvaders genoemd. Huisvaders zijn we inderdaad, maar of we braaf zijn..?” reageert Van Schie gevat.

Trieste reünie

Toch is de aanleiding van deze reünie allerminst prettig. Al snel komen de twee mannen op het punt van hun samenzijn. “Tja…” verzuchten ze beiden. Ze kijken naar het plafond, emoties spelen op hun gezicht. “We hebben die eerste keer een tributeavond gedaan”, begint Boley. “Verschillende muzikanten die samen met Jochem hadden gespeeld, traden die avond op.” Van Schie lacht. “Jij stond wel vijf keer op het podium volgens mij.”

Na te zijn uitgelachen, vervolgt de zanger zijn verhaal. “Jan was bezig met zijn project Valery Finn vlak voor zijn dood. Daar  was onze gitarist Bart Erkelens nauw bij betrokken: hij nam het op in zijn studio, Ebisound. We hebben toen ook een avond georganiseerd: een half uur Valery Finn en een half uur Mercy Seat.” Daar ontdekten de heren dat het toch weer erg leuk was om samen muziek te maken.

Visitekaartje

En dat doe je door op te treden. Boley: “En daar hadden we een cd voor nodig, dus die hebben we gemaakt.” The Sunshine EP is de titel van deze plaat. Alle vijf de bandleden hebben hiervoor een nummer uitgekozen. “We wilden niet meteen een heel album opnemen, we wilden een soort visitekaartje maken”, vertelt Van Schie.

Dit uithangbord leunt op oude nummers: alle vijf zijn ze namelijk geschreven door óf Van Gestel óf Van Tol of beiden. “Jan leverde vroeger voor zeker zestig procent aan nummers; hij leefde van de muziek”, weet de gitarist. “De songs die nu op de cd staan, werden vroeger misschien niet gewaardeerd, maar die wel heel leuk zijn om te spelen.” Boley valt hem bij. “We hebben ze wat anders gearrangeerd, maar ze voelen als nieuw. Voor optredens pakken we de nummers die wij het beste vonden en dan vergeten of nieuw werk.” Vooralsnog zit er nog geen nieuwe cd in, alhoewel de mannen dit niet uitsluiten.

Doorbraak?

De nummers die ze van vroeger hebben, vonden ze altijd wel goed alleen was de uitvoering minder. “Hoe sneller, hoe beter dachten we toen”, herinnert de zanger zich. “Maar nu horen we beter hoe het zou moeten klinken volgens ons.” “Daarbij vind ik het nu ook gezelliger.” Boley kijkt verbaasd naar zijn collega. “Nou ja, vroeger hadden we nogal eens discussies over nummers: die noot is niet goed, dan moet je dat spelen, dat werk. We zijn nu veel volwassener”, legt Van Schie uit.

Dit ligt misschien ook aan de ervaring die de muzikanten afzonderlijk hebben opgebouwd. Ze zouden zelfs door kunnen breken, iets wat ze tussen ’92 en ‘96 niet is gelukt. “Natuurlijk is het heel tof dat we beter zijn geworden, maar we willen vooral regelmatig optreden”, vertelt Van Schie. Daarvoor hebben ze een boeker in de arm genomen, die al heel wat in de pijplijn heeft zitten. “Misschien komen we bij Spijkers Met Koppen”, merkt Boley vrolijk op.

Degelijk

Het eerste officiële optreden in 013 was volgens de recensent degelijk. Tweede stem Van Schie bekijkt het nuchter: “Het is waar dat onze muziek aanslaat bij bouwvakkers en liftmonteurs en minder bij het Incubatepubliek.” “Maar dat maakt ons niet uit; we willen gewoon dat het goed is”, valt de zanger hem bij. “Als een liedje niet leuk is, dan weet je dat na drie minuten een nieuw, leuker liedje komt.”

Ook zijn de mannen niet zo bezig met de nieuwe generatie. Boley: “Ik blijf wel bandjes in de gaten houden om te kijken wat ‘hot’ is.” “Maar het voelt niet alsof we tegen ze op moeten boksen”, vult Van Schie aan. “Als we naar een optreden gaan, is dat met het gevoel dat het een gezellig avondje wordt”, vertelt de eerste. “Ik ben nu gewoon zeldzaam opgewekt wat dat betreft.”