Theatrale ode aan Tom Waits door L'OHO veelzijdig en verrassend

Bizar Canadees gezelschap imponeert en werkt op lachspieren

Wouter de Waal ,

Aangezien de man in eigen persoon enkel voor veel te veel geld in veel te kleine zalen speelt, en zijn werk op zichzelf al een theatrale inslag heeft, ligt een bewerking van Tom Waits' liedjes voor de planken ergens wel voor de hand. De vraag is natuurlijk alleen wie een dergelijk project aandurft. L'Orchestre d'Hommes-Orchestres uit Québec ging de uitdaging aan en gaf afgelopen zaterdag in Theaters Tilburg een diverse en geslaagde interpretatie van enkele nummers, waarbij geen mal middel geschuwd werd.

Bizar Canadees gezelschap imponeert en werkt op lachspieren

Aangezien de man in eigen persoon enkel voor veel te veel geld in veel te kleine zalen speelt, en zijn werk op zichzelf al een theatrale inslag heeft, ligt een bewerking van Tom Waits' liedjes voor de planken ergens wel voor de hand. De vraag is natuurlijk alleen wie een dergelijk project aandurft. L'Orchestre d'Hommes-Orchestres uit Québec ging de uitdaging aan en gaf afgelopen zaterdag in Theaters Tilburg een diverse en geslaagde interpretatie van enkele nummers, waarbij geen mal middel geschuwd werd.

Een verloren ventilator hangt als een vermoeid insect met hangende vleugels aan het plafond. Op het podium zien we twee meiden uit ver vervlogen Amerikaanse tijden, The New Cackle Sisters, met keurig gevouwen benen onbewogen voor zich uitstaren. De desolate, maar ook vrolijk absurdistische toon voor de performance is gezet. Het L'OHO herschept de creaties van Waits naar het eigen evenbeeld, en dat legt een grote nadruk op de humoristische zijde van zijn liedjes.

Het theatrale element daarin treedt vanzelfsprekend ook sterk naar de voorgrond, om te beginnen al door de ontelbare 'instrumenten' die de Canadezen aanwenden. Daartoe behoren naast gitaar en bas bijvoorbeeld ook potten, pannen, zingende zagen, dozen, servies, zelfgemaakte oncategoriseerbare objecten en zelfs het menselijk lichaam. Dat indrukwekkende arsenaal geeft echter slechts een fractie van de inventiviteit van deze troep weer, aangezien men ook voor ieder voorgedragen nummer een eigen unieke omgeving creëert, die bij de sfeer van het stuk past. Zo wordt 'I Don't Wanna Grow Up' solo door de groepsleider uitgevoerd met een speelgoedpiano tegen het oor, terwijl een assistent hem eten voert, terwijl 'God's Away On Business' een collectiever en heel wat lawaaieriger uitvoering krijgt.

Integraal onderdeel van de feestvreugde is ook de welbewust lichtelijk krakkemikkige uitvoering van sommige stukken, waarbij brillen, hoofddeksels en andere accessoires regelmatig op de grond vallen, dan wel gebruikt worden om onverhoedse klappen van bewegende objecten bestuurd door medespelers op te vangen. Het kan de deskundigheid van deze enthousiaste bende, zowel wat zang, instrumentbeheersing als uitbeelding betreft, echter allerminst verhullen. Als de confetti en slingers uiteindelijk in het rond vliegen en zelfs de uitgeputte ventilator (letterlijk) bij het gebeuren betrekken, is het feest compleet. Een even opgewekte als indrukwekkende ode aan een groot en eigenzinnig liedsmid.