Alex Clare: Jamie Lidell meets dubstep light

Licht overtuigende liveshow vol tegenstellingen

Juliën L'Ortye ,

Het is een verfrissende wind, die Alex Clare met zijn soulstem door de hedendaagse muziekscene laat waaien. Maar het is niet alleen die sterke stem die daarvoor zorgt, integendeel. Het zijn voornamelijk de aparte ritmes en melodieën die de Londense singer/songwriter – want zo ziet hij zichzelf toch het liefst – hanteert. Of beter gezegd: die producers Switch en Diplo hanteren. Dit is waarschijnlijk hoe het zou klinken als Jamie Lidell in aanraking was gekomen met dubstep.

Licht overtuigende liveshow vol tegenstellingen

Het is een verfrissende wind, die Alex Clare met zijn soulstem door de hedendaagse muziekscene laat waaien. Maar het is niet alleen die sterke stem die daarvoor zorgt, integendeel. Het zijn voornamelijk de aparte ritmes en melodieën die de Londense singer/songwriter – want zo ziet hij zichzelf toch het liefst – hanteert. Of beter gezegd: die producers Switch en Diplo hanteren. Dit is waarschijnlijk hoe het zou klinken als Jamie Lidell in aanraking was gekomen met dubstep.

De invloeden van dit DJ’ende tweetal zijn op debuutalbum The Lateness of the Hour niet te verwaarlozen. Zo horen we dubstep, wat lichte grime, zware pianomelodieën, maar is er anderzijds ook ruimte voor ballads. Al met al een behoorlijk geslaagd experiment. Het getuigt dan ook van de nodige durf dat Clare er niet voor kiest om over de al gemaakte beats heen te zingen, maar om die geluiden live ten gehore te brengen.

Vanavond in de Kleine Zaal van 013 blijkt die manier van aanpak twee kanten te hebben. Twee verrassende kanten, eigenlijk. Matige nummers zoals albumopener ‘Up All Night’ en ‘When Doves Cry’ blijken plots de krakers van de show, terwijl bijvoorbeeld ‘Treading Water’, dat toch een van de beste nummers op de plaat is, behoorlijk tegenvalt. Doordat de breaks, die er op plaat voor zorgen dat ieder nummer z’n muzikale hoogtepunt beleeft, nu live worden ingespeeld. Ze missen hierdoor kracht en bovendien ligt het tempo een stuk lager.

Clare vertelt ons dat drie avonden op een rij iets te veel van het goede is en dat zodoende zijn stem er niet zo’n zin meer in heeft. Fijn, die verklaring, maar wanneer je geen drie shows aankan, moet je er ook geen drie plannen. Dat de vocalen niet meer zijn wat ze zouden moeten zijn, wordt pijnlijk duidelijk tijdens de hitsingle ‘Too Close’, waar hij eerst door gebrek aan lucht de timing niet helemaal redt en in het volgende refrein maar het publiek laat zingen. Een behoorlijke zonde.

Maar er zijn ook hoogtepunten. Zoals de toegift, met onder meer sterke akoestische versies van Gyptian (‘Hold You’) en zijn eigen ‘I Won’t Let You Down’, een van de betere ballads van het jaar. Het zijn de rustige nummers die deze show redden, waarbij de sympathieke twintiger soms zelfs voor kippenvel zorgt. Alex Clare heeft het geluid om wel eens een blijvertje te kunnen worden, maar het ontbreekt hem vooralsnog aan de ervaring om continu te overtuigen. Een middelmatig concert met wezenlijke potentie.