Bij binnenkomst valt nochtans direct op dat het een stuk rustiger is dan tijdens de concerten jaren geleden. Misschien wel een beetje begrijpelijk, want het podium is vanavond ook een stuk minder drukbezet dan het toen was, met Allen als enig Arkestralid naast Harrar, Thielemans en Stadhouders. Bovendien is het deze keer niet Allen, maar Harrar die het gebeuren leidt, aangezien zijn visuele creaties vandaag het middelpunt vormen waaromheen de deels geïmproviseerde muziek geweven wordt. Wat echter blijft, is de inspiratie door het meest buitenissige jazzicoon van de twintigste eeuw. Zijn bewustzijnsverruimende kijk op de realiteit leeft voort in de experimentele video’s van Harrar, waarin natuur, cultische objecten en decennia oude, obscure concertregistraties van de legende zelf en zijn gevolg de hoofdrol spelen (Harrar is archivaris van al het beeldmateriaal van Sun Ra). De indringende beeldenstroom, waarin noordse bossen en tropische wouden, primitieve devotieartikelen en religieuze kunstklassiekers als de Extase Van Theresia, hermetische schriften en uitbundige shows van onze vriend van Saturnus met elkaar vermengd worden, herbergt een bizarre intuïtieve logica in zijn voortdurende gerichtheid op de ontsluiting van het wereldraadsel.
Een dergelijke onmogelijke taak vereist natuurlijk onconventionele middelen en alle muzikanten kwijten zich, wederom in de geest van hun spirituele avondleider, prima van hun taak door hun respectieve instrumenten uitgebreid te beproeven. In het geval van Allen en Harrar zijn dat er trouwens heel wat, van de meest uiteenlopende blaasinstrumenten (zoals Allens buitenaards klinkende Electronic Valve Instrument en Harrars bamboesax) tot een klein keyboard en een etnische klankpot. Daarenboven (s)preekt Harrar hier en daar nog enkele als een mantra gerepeteerde woorden, onder andere over ons ware thuis aan gene zijde van leven en dood. Klinkt ongetwijfeld allemaal wat belachelijk en dat is het ook: Sun Ra’s kosmische circus heeft nu eenmaal iets waanzinnig grappigs, zoals ook de vanavond van hem vertoonde fragmenten weer ten overvloede illustreren. In Sun Ra’s universum staan malle glitterkostuums en op goedkope science fiction geënte futuristische lichtshows echter allerminst op gespannen voet met belangwekkende boodschappen aan de mensheid en ook dat komt in de uiteindelijk in een schitterende kakofonie ontaardende muziek tot uitdrukking. Overigens, bands die van hun optredens een echte cultervaring willen maken kunnen nog veel opsteken van de carnavaleske Arkestra performances. En van de na meer dan zesentachtig jaar nog steeds vitale Allen en zijn onnavolgbare instrumentale exploraties. Lijpe shit dus.