De tekstueel niet altijd even interessante Eric van Dijsseldonk wist het niet meer piepjonge publiek in de Kleine Zaal maar met mate te boeien alvorens in de slotfase wèl overtuigend te zijn. Raymond van het Groenewoud en zijn band zorgden voor lieve (liefdes)liedjes, plezante rock en veel uitgelezen meezingmogelijkheden die door de zaal met groot plezier benut werden. Jammer genoeg was er een groepje bezoekers dat geen liefde voor muziek had en op vele zenuwen werkte.
De halve finale van een Nederpop-contest in een populaire kroeg in een middelgrote stad in de provincie. Dat is een beetje het niveau van Eric van Dijsseldonk (die de bühne deelt met medegitarist Rolf Verbaant) die met nogal zoetsappige, clichématige teksten het publiek begrijpelijker wijze weinig boeit. Na Doe Maar-cover 'De Laatste Keer', met zowaar een sterk coda, begeleidt Van Dijsseldonk zichzelf voor zijn in dialect gezongen ode aan Eindhoven behalve op gitaar ook op mondharmonica. Dit roept bij een deel van het publiek de associatie met protestzanger Armand op, wat ook wel wat zegt over de gemiddelde leeftijd van de bezoekers. Deze een-na-laatste, (h)eerlijke vertolking wordt gevolgd door een bevallig liefdeslied waarvoor Van Dijsseldonk achter de toetsen plaatsneemt. Als het hele optreden de kwaliteit had gehad van deze laatste twee nummers, was het een prima voorprogramma geweest.
Het tweede nummer van het “overzichtsoptreden” van het 60-jarige jochie Raymond van het Groenewoud (met zijn rechterbrillenglas afgedekt vanwege een chronische infectie) is eerste hit 'Maria'. De zaal zingt dan ook van ganse harte een deel van het refrein als de groep er een stilte voor laat vallen. Hetzelfde geldt voor het schalkse 'Meisjes', wat daar meteen op volgt. Band en publiek zijn even enthousiast en uitgelaten, zoveel is duidelijk. Echter, ondanks het feit dat er weinig ruimte tussen nummers zit en steeds snel wordt doorgespeeld, ziet een klein groepje luid ouwehoerende egoïsten bij de bar kans om compositie na compositie en tot groeiende ergernis van de rest van de toeschouwers 'Bleke Mina' te zingen. Het is wachten tot Van het Groenewoud er iets over zegt, maar voor het zover is, is er eerst 'Je Veux De L'Amour', de no-nonsense-hartenkreet van de eenzame zanger die smacht naar liefde. De lekker vette rock producerende, geniale gitaarvirtuoos Bruno De Groote - gekleed in een shirt dat prima dienst zou kunnen doen als clubtenue van een line-dance-vereniging - speelt aan het eind van het geweldige nummer voor de leuk de 'Aanvalluh'-riedel alvorens het podium verrijkt te zien worden met drie blazers.
Met de komst van het koper (waarvan Van het Groenewoud grapt dat ze 'Bleke Lena' zullen spelen) komt er meer ruimte voor jazz- en Caribische klanken. In 'Cha Cha Cha' bijvoorbeeld komen de laatste aan bod, in 'Brussels By Night' de eerste, vooral omdat saxofonist Hugo Boogaerts een melancholische solo speelt waarbij het publiek doodstil is. Tenminste, tot het moment dat een van de eerder genoemde eikels (waarvan enkelen met een kale kop kennelijk een vooroordeel willen bevestigen) het gore onfatsoen heeft om om 'Bleke Lena' te roepen. Boogaerts lijkt een seconde verbouwereerd maar gaat moedig door. Met 'Razernij' wordt er nog een keer stevig gerockt en na een Slavisch aandoend nummer waarbij gitarist en tweede stem Leander (zoon van Van het Groenewoud) met een bontmuts op als een Russisch circusartiest bekkens tegen elkaar mag slaan, is het - één nummer als toegift daargelaten - tijd voor de afsluiter. Vrolijke gospelhit 'Liefde Voor Muziek' is daarvoor meer dan ideaal.
Dartele Raymond van het Groenewoud verdient grotere zaal in 013
Slechts aan het eind sterke Eric van Dijsseldonk gedoogd door publiek
Raymond van het Groenewoud en zijn band zorgden afgelopen zondag voor lieve (liefdes)liedjes, plezante rock en veel uitgelezen meezingmogelijkheden die door de zaal met groot plezier benut werden. Jammer genoeg was er een groepje bezoekers dat geen liefde voor muziek had en op vele zenuwen werkte.