Mike Keneally Trio brengt Paradox in vervoering

Virtuoos combo krijgt staande ovatie van volle zaal

Wouter de Waal ,

Als je goed luisterde, kon je afgelopen maandag in Paradox zowaar Duits en Engels om je heen horen spreken. Gesteund door de energieke drummer Marco Minnemann en bassist Bryan Beller wist zanger/gitarist/toetsenist (en Zappa-alumnus) Mike Keneally dit internationale publiek met zeer diverse stukken op te zwepen tot groot enthousiasme.

Virtuoos combo krijgt staande ovatie van volle zaal

Als je goed luisterde, kon je afgelopen maandag in Paradox zowaar Duits en Engels om je heen horen spreken. Gesteund door de energieke drummer Marco Minnemann en bassist Bryan Beller wist zanger/gitarist/toetsenist (en Zappa-alumnus) Mike Keneally dit internationale publiek met zeer diverse stukken op te zwepen tot groot enthousiasme.

De gemêleerdheid van het gezelschap vanavond komt onder andere doordat Keneally officieel helemaal niet op tour is: hij doet slechts een sporadisch gelegenheidsoptreden omdat hij toevallig toch al wat workshops in de buurt (namelijk Arnhem) heeft moeten geven. Dat hij daarmee echter zulk een grensoverschrijdende aantrekkingskracht weet te genereren, zegt wel iets over zijn kwaliteiten als muzikant. Keneally is iemand die schijnbaar moeiteloos de eigenaardigste loopjes unisono op gitaar en toetsen weet te spelen (zien is geloven) om vervolgens in een weids uitgesponnen jam of juist een opvallend eenvoudig liedje verzeild te raken. Zijn uitstraling is daarbij zo gewoontjes (hij kleedt zich in spijkerbroek en shirt en maakt tussen nummers door voor iedereen begrijpelijke opmerkingen) dat niemand zich door hem afgeschrikt hoeft te voelen. Op muzikaal vlak bereikt hij een soortgelijk effect door zeker de ingewikkelde passages van een gezonde dosis humor te voorzien, waardoor deze gemakkelijker te behappen worden (iets wat hij ongetwijfeld heeft opgestoken van zijn jeugdidool).

Ongebruikelijke geluiden zijn er namelijk genoeg, niet in de laatste plaats dankzij zijn virtuoze ‘partners in crime’, die niet alleen in combinatie met de frontman, maar ook solo stevig van zich laten horen: Minnemann met een onmogelijk complex (en grappig) zelfgeschreven stuk waarin hij alles wat binnen stokbereik ligt enthousiast op klank onderzoekt en Beller met een lyrisch intermezzo van de hand van basfenomeen John Patitucci. Daarnaast leveren deze beide trioleden trouwens ook eigen stukken aan, die samen met het werk van Keneally een zeer divers geheel vormen dat uiteenloopt van funk tot fusion en van elementaire pop (inclusief zingende voorman) tot moeilijk categoriseerbare klanken. Het belangrijkste is echter misschien nog wel dat Keneally in tegenstelling tot veel van zijn uitstekend onderlegde vakgenoten geen nuffige notenpikker is, maar iemand met een grote behoefte om te rocken, het liefst zo hard mogelijk. Daarmee toont hij zich, zonder overigens al te direct aan zijn voornaamste inspiratiebron te refereren, een waardige voortzetter van Zappa’s muzikale erfenis, wat hem terecht een staande ovatie oplevert. Het is te hopen dat dit enthousiasme, zoals hij zelf al een beetje bij het concert heeft laten doorschemeren, resulteert in een spoedig weerzien.