‘Fischer-Z’ is one-man-show

Publiek valt echter wel opnieuw voor oude held

Freek Verhulst ,

Op het affiche staat ‘Fischer-Z’, maar wie zijn research doet, komt er al gauw achter dat het vanavond maar om één iemand gaat: John Watts. De voormalig frontman van de Britse new-waverockers maakt al een tijdje soloalbums en met de band die hem daarbij begeleidt, gaat hij nu dus onder de naam van zijn oude band de poppodia langs. 013 had de eer gisteravond de eerste show van de tour te ontvangen.

Publiek valt echter wel opnieuw voor oude held

Op het affiche staat ‘Fischer-Z’, maar wie zijn research doet, komt er al gauw achter dat het vanavond maar om één iemand gaat: John Watts. De voormalig frontman van de Britse new-waverockers maakt al een tijdje soloalbums en met de band die hem daarbij begeleidt, gaat hij nu dus onder de naam van zijn oude band de poppodia langs. 013 had de eer gisteravond de eerste show van de tour te ontvangen.


Het is op z’n minst opmerkelijk te noemen, maar John Watts verzorgt vandaag zijn eigen voorprogramma. Althans, zo geeft de website van 013 het aan. Waar het in feite op neerkomt, is dat er vanavond geen support-act is. Het optreden is door John Watts in twee delen gedeeld: In het eerste deel (formeel gezien het voorprogramma) is de band in het zwart gekleed en speelt de groep nieuw werk. Daarna kleedt de groep zich snel om in het wit en wordt een selectie uit het Fischer-Z-repertoire in chronologische volgorde gespeeld.


Het nieuwe werk staat, zoals we van Watts gewend zijn, stevig in de fundering: Strakke drums op de tel, een eenvoudige baslijn en een slaggitaar, met daaroverheen een vrijelijk pianootje of orgeltje en de zoetgevooisde falsetstem van Watts. Het klinkt niet onaardig, maar erg vernieuwend is het natuurlijk niet

Indrukwekkend is wel het nummer ‘The Wave’, dat over de tsunami in Japan gaat. Nogmaals, vernieuwend is het niet, maar het is zeker bewonderenswaardig te noemen dat een nummer van maximaal drie weken oud al zo goed staat. Wat ook bewonderenswaardig genoemd kan worden, is dat Watts er niet voor schroomt zo’n serieus thema meteen af te wisselen met een liedje over ‘naakt pianospelen in bad’.


Als de band is omgekleed, legt John Watts het nog één keer uit: Wat achter hem staat is duidelijk niet de rest van Fischer-Z, maar een groep mannen die –hij geeft het zelf al aan- stuk voor stuk zijn zoon hadden kunnen zijn. Maar ach, het draait toch allemaal om het repertoire.

Watts praat er luchtig overheen, maar het blijft natuurlijk een vreemde gewaarwording; alsof Paul McCartney optreedt als ‘The Beatles’. Als Watts daarna voor de zoveelste keer wijst op de verkoop van de cd met bewerkte Fischer-Z-nummers achter in de zaal, wordt steeds meer de indruk gewekt dat het vanavond vooral om de portemonnee van de heer Watts draait. De naam ‘Fischer-Z’ zal immers ongetwijfeld beter verkopen dan ‘John Watts & band’.


Het publiek –grotendeels mannen van middelbare leeftijd- lijkt dat echter niet te deren. Dat is immers gekomen voor een flinke dosis nostalgie en die krijgen ze ook. Dat neemt echter niet weg dat Watts de belofte niet kan inlossen vanavond. Hij zegt namelijk het Fischer-Z-repertoire op een luidruchtigere manier bewerkt te hebben. Bij een band die een album met de naam ‘Going Deaf For A Living’ in de discografie heeft staan, verwacht je dan iets spectaculairs, maar het verschil met de originele arrangementen valt te verwaarlozen.


Maar nogmaals, het publiek zal het allemaal worst wezen. ‘The Worker’, het lijflied van Jan Modaal, wordt dan ook gretig meegezongen, net als andere hits als ‘So Long’, ‘Marliese’ en ‘Berlin’. Ondanks dat enthousiasme zijn zowel zaal als podium overigens erg statisch, maar dat zullen we dan maar op de leeftijd schuiven.


Als de beloofde dertien nummers achter de rug zijn, verdwijnen Watts en zijn band vrijwel direct van het podium. Dat het zo lang duurt voor ze weer terug zijn, ondanks flink aandringen van het publiek, wekt de schijn van tegenzin. Dat wordt enigszins bevestigd als Watts zelf aangeeft er doorheen te zitten: “If I were a football player, I shouldn’t be playing an entire Premiership match anymore.”


Desondanks speelt Watts liefst vier toegiften, waaronder behalve nieuw werk ook de Johnny Cash-cover ‘A Thing Called Love’. De avond wordt zo in stijl afgesloten: Op de prestatie van de groep en Watts op zich valt niets af te dingen, maar erg bijzonder is het allemaal niet.


Watts stond vanavond naar eigen zeggen op het podium met de beste band waarmee hij ooit heeft samengespeeld. Dat zou goed kunnen. Maar ongeacht de muzikale capaciteiten van de huidige formatie, had Fischer-Z in de originele bezetting ongetwijfeld een spraakmakender optreden verzorgd.