Dean Brown Trio imponeert in uitverkocht Paradox

Power fusion combo laat zien wat het in huis heeft

Wouter de Waal ,

In het rijtje van vermaarde gitaristen die de laatste tijd Paradox hebben aangedaan, kan nu ook Dean Brown worden toegevoegd. Afgelopen maandag gaf de Amerikaan daar samen met werelddrummer Dennis Chambers en multifunctioneel toetsenist Bobby Sparks een concert waar de fusionfanaat de vingers bij kon aflikken.

Power fusion combo laat zien wat het in huis heeft

In het rijtje van vermaarde gitaristen die de laatste tijd Paradox hebben aangedaan, kan nu ook Dean Brown worden toegevoegd. Afgelopen maandag gaf de Amerikaan daar samen met werelddrummer Dennis Chambers en multifunctioneel toetsenist Bobby Sparks een concert waar de fusionfanaat de vingers bij kon aflikken.

Het is duidelijk een ware succesreeks aan het worden: aan het reguliere Paradox programma toegevoegde concerten van stergitaristen op ongebruikelijke (week)dagen. Ook deze avond is het weer dringen geblazen voor het muziekpodium bij snarenplukker Dean Brown en zijn al even befaamde medemuzikanten. Het drietal laat het publiek eventjes wachten, maar als ze dan ruim een kwartier na de geplande aanvangstijd de planken betreden, zijn ze er bijna niet meer vanaf te slaan.

Het trio legt een grote voorkeur aan de dag voor lang uitgesponnen nummers met volop gelegenheid voor schijnbaar eindeloze improvisaties, die zeker niet alleen op het conto van Brown komen. De voorman is namelijk allerminst te beroerd om zijn collega’s ook zeeën van ruimte te geven voor muzikale uitweidingen, vooral toetsenist Sparks, die onder andere tijdens een zeer uitgebreide bewerking van Hendrix’ “Up From The Skies” laat zien wat hij waard is. Daarbij zorgt Brown voor de basbegeleiding, die meestal door dezelfde Sparks wordt verzorgd, tegelijk met zijn stemmig en technisch indrukwekkend orgelwerk.

Dat de gitarist zijn naam aan dit trio mag verbinden, heeft wat dat betreft dus iets willekeurigs, maar anderzijds is hij in presentatie en repertoirekeuze wel de onbetwiste leider van het stel. Met zijn ietwat bizarre uitstraling, onder meer veroorzaakt door een onregelmatig terugkerende, ongekend brede grijns op het gezicht en vreemde korte lachuitbarstingen (om nog maar te zwijgen van zijn eigenaardige beatbox intro bij één van Chambers’ drumsolo’s) en zijn tomeloze enthousiasme drukt hij zijn stempel op de avond. Zijn excentriciteit zorgt ook voor een beetje luchtig tegenwicht bij de vele dichte notenregens die het publiek te verwerken krijgt, want hoewel het waar is dat Brown en co. af en toe gas terugnemen voor wat ingetogener momenten, vergen de twee sets toch wel veel van de aanwezigen.

Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat een deel van hen voor het einde van dit (inclusief pauze) bijna drie uur durende optreden afhaakt, maar de volhouders worden uiteindelijk nog getrakteerd op een onmogelijk snel stuk waarbij alle drie de muzikanten nog eenmaal alles uit de kast halen. Een sterk einde van een bijeenkomst die misschien al met al toch wel wat veel van het goede was, maar voor de liefhebbers van fusion krachtpatserij zonder twijfel bevredigend genoemd mag worden.