Popronde recensies deel 2

Alle acts tussen kwart over tien en half twaalf

Johan van Berkel, Twan Spierts, Marco van Hoof, Wouter de Waal en Bas van Duren ,

Lees hier de recensies van Moonpilot, Case Mayfield, Heist en vele anderen.

Alle acts tussen kwart over tien en half twaalf

Dat het meetappen van de maat van zijn linkervoet soms hoorbaar is, past prima bij de melodieuze pop van singer-songwriter en gitarist Joost Dobbe, die in een redelijke lege Slagroom ondanks een gereedstaand drumstel en een eenzame basgitaar solo begint. Na derde nummer en Van Morrison-cover 'Hungry For Love' worden de bas en drum bemand en doet Dobbe de mondharmonicahouder om terwijl achter het trio het op en neer lopende keukenpersoneel bij tijd en wijle de achtergrond vult als ware er deze avond geen Popronde maar een sollicitatieronde voor figuranten. Onderhoudend is het drietal zeker en er komen ook nog twee onvervalste, vette bluescomposities langs (wat Dobbes' sowieso zeer degelijke stem uitstekend past). Dat brengt enige afwisseling in een verder niet al te verrassende of spannende maar solide set. (MvH)

Moet je je als muzikant doorontwikkelen of steeds maar dezelfde truuk uithalen? De Eindhovenaren van Klaus Womb & Penny Super Pony Strip mikken waarschijnlijk op dat laatste, want met hun zwaar overstuurde hardcore is ontwikkeling nagenoeg onmogelijk. Dat is er alleen maar om op te stuiteren. Het publiek komt daar nauwelijks aan toe omdat het geluid zo zacht staat, dat ieder gesprek in de zaal is op te vangen. Dat kan niet de bedoeling zijn en tegen de tijd dat het volume wel een acceptabel niveau heeft, is het duo alweer klaar. (BvD)

In de aula van de schouwburg waar Moonpilot speelt, staan naast de verwachte Poprondegangers ook pratende bezoekers van het optreden van Kane. Het gevolg is een goedgevulde (maar erg rumoerige) zaal, waardoor het optreden niet de volledige aandacht krijgt. Dat weerhoudt de aimabele mannen van Moonpilot er niet van om hun leuke en lieve liedjes ten gehore te brengen. De poppy nummers zijn niet moeilijk of bijzonder, maar luisteren wel erg fijn weg en werken aanstekelijk. In combinatie met de huiskamersfeer die Moonpilot weet te creëren, is het optreden prettig voor de oren en licht verteerbaar en dat is ook eens lekker. (JvB)

Easy Joe maakt gewoon pop/rock met de conventionele instrumenten zonder gezeur of raar gedoe. Dat deze heren door 3FM gesteund worden is niet vreemd, want ze zijn in alles een typische 3FM band. Het zijn leuke jongens om te zien en hun muziek is catchy. Maar het mag wel iets minder conventioneel en braaf. Natuurlijk is John Mayer een fijne inspiratiebron, maar het zorgt er niet voor dat je als band onvergetelijk wordt. Easy Joe is een leuke band. Maar ja, er bestaan heel veel leuke bands in Nederland. (KK)

Poëtische luisterliedjes, dat is het kenmerk van Lotte van Dijck. Haar lieflijke, meisjesachtige stem werkt ontwapenend en trekt je de nummers in. Ze zingt over dromen, de liefde en nog wat van die clichés. Helaas zijn de liedjes soms iets te lang, waardoor de aandacht wegvloeit. Lotte staat op het podium alsof ze stiekem nog een klein meisje is dat niet wil opgroeien. Ze wordt begeleid door twee muzikanten, die afwisselend contrabas, gitaar (al dan niet met een strijkstok), xylofoon, metalofoon en melodica bespelen. Daar voegt de zangeres zelf nog een speelgoedgitaar aan toe. Ze eindigt met een prachtig liedje, terwijl ze zichzelf begeleidt met niet meer dan een oud speeldoosje. (TS)

De industriële omgeving van Studio is vandaag het decor voor de vuig rockende meiden en jongens van New YX. Dat is op papier wellicht zeker geen verkeerde combinatie, maar het geluid in deze hippe bak van staal en beton is wel dusdanig slecht dat zelfs elementaire rock met af en toe een elektronische toets er nauwelijks tot zijn recht komt. Dat het niet van de kwaliteit van een professioneel poppodium is, valt natuurlijk te begrijpen, maar het blijft toch verbijsteren dat een tent die regelmatig bands programmeert zo’n ronduit belabberd zaalgeluid kent. Dit is niet het eerste optreden op deze plek dat hierdoor helaas danig verpest wordt. (WdW)

Café Weemoed staat hutjemutje vol. Niet vreemd, want het café is behoorlijk klein. Dat het redelijk stil is bij Case Mayfield mag wél een wonder worden genoemd en tegelijkertijd niet. De Amsterdamse singer-songwriter zit met enkel een gitaar op een tafel, alles onversterkt. Slechts wat geroezemoes binnen, gelach buiten en het botsen van bierflesjes onderbreken een set die wonderschoon is. Met een stem die vergelijkbaar is met Ryan Adams, verovert Mayfield de harten van iedereen door gevoelige, minimale liedjes te laten horen. In een intieme setting als Weemoed komt alles tot zijn recht en luistert iedereen ademloos om iedere snaaraanraking goed te kunnen horen. Meer van deze man graag. (BvD)

In de Little Devil speelt Heist in een goed gevulde zaal. De muziek haalt zijn inspiratie uit de scheidingslijn tussen energieke rock en stoner, met Queens Of The Stone Age als duidelijke inspiratiebron. Ze luistert lekker weg, maar het totaal weet echter niet te overtuigen. Het is lastig om de vinger op de zere plek te leggen, maar de band krijgt de energie van hun muziek niet overgebracht naar het publiek. Misschien omdat het geluid van de heren net wat dikker had gemogen en de zang op de hoge stukken minder goed uit de verf komt. Desondanks is het optreden prima te verteren, maar de plaat doet vermoeden dat de heren beter kunnen. (JvB)

Na een korte omzwerving door Tilburg is Ruimte X gevonden waar yes...pinkpink een dansbare mix van bliepjes, euro dance en electro ten gehore brengt. De set begint dansbaar en energiek, maar na een tijdje lijken er barstjes te komen in het optreden. Yes...pinkpink raakt geïrriteerd omdat zijn instrumentarium aan knopjes en toetsen niet lijkt te doen wat hij zelf voor ogen had. Als publiek heb je geen idee hebt wat er dan wel uit zijn drumcomputer moet komen, dus valt het wat rauw op je dak wanneer hij midden in een nummer zijn complete set stilzet om te zeuren over zijn apparatuur. Misschien was doorspelen en improviseren een beter idee geweest, want na de onderbrekingen viel de sfeer een beetje dood. (KK)

De bandnaam Number Nine doet natuurlijk meteen aan ‘Revolution 9’ van The Beatles denken. Zo experimenteel als op dat nummer gaat de groep die vanavond in Polly Maggoo staat niet te werk, maar dat neemt niet weg dat het meer conventionele werk van The Fab Four zonder meer een referentiepunt vormt voor de muziek, vooral wat betreft harmonie en samenzang. Tel daar een rafelig rockrandje met af en toe een scheurende gitaarsolo bij op en je hebt een aardige indruk van het geluid dat deze mannen kundig en met overtuiging in het goed gevulde café laten horen. Zeker niet verkeerd dus. (WdW)