The Black Keys: broederliefde en harde gitaren

DeWolff is een groepje wolven in schaapskleren

Dyon Schlebos ,

Discoballen en backdrops bij The Black Keys. Dat was nog weleens anders een paar jaar geleden, toen het bluesrock-duo het vooral op haar performance gooide. DeWolff gooit het vooral over de traditionele kant en weet, ondanks haar perfecte spel, hierdoor niet altijd te boeien.

DeWolff is een groepje wolven in schaapskleren

Discoballen en backdrops bij The Black Keys. Dat was nog weleens anders een paar jaar geleden, toen het bluesrock-duo het vooral op haar performance gooide. De zalen zijn groter, de show meer aanwezig, maar zijn deze twee mannen er ook door veranderd? DeWolff gooit het vooral over de traditionele kant en weet, ondanks haar perfecte spel, hierdoor niet altijd te boeien.

DEWOLFF
DeWolff leeft zo’n beetje de ware jongensdroom. Met hun psychedelische bluesrock bespeelden de jonge ventjes de afgelopen jaar, na het uitbrengen van debuut Strange Fruits and Undiscovered Plans, zo’n beetje alle bekende podia in Nederland. Als kers op de slagroomtaart komt daar in mei een plekkie op het podium van Pinkpop bij. Vanavond staan de drie in het voorprogramma van hun helden: The Black Keys.  

Een onheilspellende orgel-intro wordt vrijwel direct weggebonjourd door de gitaargeluiden van frontman Pablo van de Poel. Samen met broerlief Luka op de drums en geheim wapen Robin Piso, die de toetsen van de Hammond voor zijn rekening neemt, is de sfeer snel gezet: knallen! DeWolff zet een set sixties bluesrock neer die zo nu en dan overschakelt naar lome uitgesponnen psychedelica en terug.

Hoewel het hier stuk voor stuk uitstekende muzikanten betreft, is de muziek die ze spelen vooral op de traditie van hun helden van weleer gestoeld. De teksten, solo’s en outro’s bieden een mooie ode aan de tijd van Led Zeppelin, Deep Purple en consorten, maar boet hierdoor in aan originaliteit en houdt de aandacht niet altijd vast. Er mag wat meer risico worden genomen. De introductie van de theremin zorgt gelukkig voor de nodige afwisseling.

Pablo van de Poel blijft nog altijd een stoere knaap met een rasp in de keel, maar redt het met zijn zang alleen niet. Voor nu blijft het groepje vooral wolven in schaapskleren en is het een kwestie van tijd dat het zachte vacht geruild wordt voor de ware hondenharen.

BLACK KEYS
Met alweer het zesde studioalbum op zak is het bluesrock-duo The Black Keys terug op de podia. Na eerdere verhalen gehoord te hebben dat het duo wordt bijgestaan door een back-up band, komen verrassend genoeg alleen de twee originele leden Dan Auerbach en Patrick Carney de bühne oplopen.

De eerste akkoorden van ‘Thickfreakness’ worden ingezet en een grote backdrop met twee in elkaar gevouwde handen (verwijzend naar de titel van het nieuwe album Brothers) dat iets wegheeft van het logo van een arbeiderspartij, valt omlaag. En eigenlijk zijn het ook net twee broers, Auerbach en Carney. Tussen elke riff en drumslag weten ze elkaar blindelings te vinden.

De set begint met veel oud materiaal, waar vooral nummers van het album Rubber Factory de boventoon voeren. Tot het moment dat er een enorme discobal de lucht ingaat en ook de stem van Auerbach een aantal tonen meegaat. Twee gastmuzikanten schuiven (dan toch!) aan op bass en toetsen en ‘Everlasting Light’ van het nieuwe album wordt ingezet.

Wat volgt is een reeks ‘Brothers’-nummers waarbij vooral het orgeltje een aangename aanvulling is. Het geheel klinkt wat voller (logisch), maar in combinatie met de nieuwe songs ook wat dynamischer en toegankelijker. Met de nieuwe single ‘Tighten Up’ doet The Black Keys misschien wel beroep op de lekkerste rock-riff van dit jaar. Daarbij ook complimenten voor 013 vanavond, want het geluid klinkt als vanouds meer dan prima.

Na ‘I’ll Be Your Man’ van debuut-cd Big Come Up verdwijnt het duo achter de coulissen, om twee keer zo hard (het volume is flink opgeschroefd) terug te komen met een snellere versie van ‘Strange Times’ en een ijzersterk ‘I Got Mine’. Dan gaat de discobal nog één keer omhoog, drukt Auerbach nog een paar keer op z’n pedalen en mept Carney een stok kapot. The Black Keys zijn eigenlijk niet veel veranderd, behalve dat ze live wat meer show geeft en dat is voor de bezoekers helemaal geen misstap, zolang de muziek blijft zegevieren.