Stone Sour charmeert jong publiek met uitgekiende show

Hellyeah geeft zware en modderig klinkende inleiding

Wouter de Waal ,

Zonder masker, maar met een paar goede stembanden gaf Slipknot-zanger Corey Taylor afgelopen dinsdag met zijn makkers van Stone Sour een goed geoliede performance in 013, die de overwegend jeugdige aanwezigen zichtbaar wist te bekoren.

Hellyeah geeft zware en modderig klinkende inleiding

Zonder masker, maar met een paar goede stembanden gaf Slipknot-zanger Corey Taylor afgelopen dinsdag met zijn makkers van Stone Sour een goed geoliede performance in 013, die de overwegend jeugdige aanwezigen zichtbaar wist te bekoren.

Eerst mogen de mannen van Hellyeah echter het hoofdpodium en de zaal ervoor vast opwarmen. Geen rol die deze Texanen angst zal inboezemen, want hoewel de naam waaronder ze vanavond opereren misschien niet zo bekend is, hebben de individuele leden hun sporen al ruimschoots verdiend in acts als Pantera en Mudvayne. Gezamenlijk produceren ze een vertrouwd hard en ruig geluid met een zuidelijk accent, waarin de groove almachtig is. Niet verwonderlijk natuurlijk gezien de muzikale herkomst van de bandleden, maar misschien wel erg zwaar benadrukt door een modderig zaalgeluid dat vooral de basdrums in ieder geval niet tekort doet. Desondanks blijven de zang en gitaarsolo’s gelukkig wel onderscheidbaar. Al met al geeft Hellyeah een heel degelijk optreden, dat echter de status van supergroep die deze bende op papier heeft niet echt waarmaakt. Een paar uit de toon vallende nummers die enkel gemaakt lijken voor single-succes helpen wat dat betreft ook niet bepaald mee.

De daaropvolgende performance van Stone Sour klinkt in vergelijking met het voorprogramma meteen een stuk lichter en de uitstraling van de bandleden correspondeert daar ook mee. Corey Taylor mag in zijn Slipknot-incarnatie iets afschrikwekkends hebben, zonder overall en masker ziet hij er eigenlijk heel normaal uit. Ook zijn heldere zang heeft niets bedreigends en ligt eerder in het straatje van moderne Amerikaanse alternatieve rockbands. De nummers die hij met zijn groepsgenoten op de zaal loslaat, zijn deskundig in elkaar gestoken en bevatten heel vaak aanstekelijke refreinen, waar het jonge publiek duidelijk erg van gecharmeerd is. Strak en professioneel zijn woorden die zowel voor het instrumentale werk als de lichtshow heel goed op hun plaats zijn. Ook over de opbouw van de performance is merkbaar goed nagedacht, met een enkel introvert stuk in het midden en veel rockgeweld op het einde.

Taylor neemt (net als zanger Chad Gray van Hellyeah overigens) tussen de nummers door meerdere keren ruim de tijd om de zaal toe te spreken, maar dat schijnt de aanwezigen niet te storen. Zij zullen het eerder jammer vinden dat de Amerikanen het na een dik dozijn nummers (inclusief een drietal toegiften) alweer voor gezien houden, al is het met de belofte dat ze volgend jaar terugkomen. Met hun uitermate toegankelijke (en het moet gezegd, voor de doorgewinterde rockliefhebber mede daardoor nogal kleurloze) stevige muziek heeft deze groep immers onmiskenbaar een plek in vele prille harten veroverd.