Whatspace: kunst met een grote WTF

Maximale metal met minimale bezetting van Glorior Belli

Robin Geurts ,

Whatspace organiseerde samen met Incubate een kunstzinnige avond vol verwarring, waar naast beeldende kunst en scheurende auto's ook muziek een grote rol speelde. Hoofdgast Cary Loren (Destroy All Monsters) werd van tevoren een legendarische status toebedicht, maar hij stelde teleur met een bizarre film die afleidde van het optreden met Tilburgse gastmuzikanten.

Maximale metal met minimale bezetting van Glorior Belli

Whatspace organiseerde samen met Incubate een kunstzinnige avond vol verwarring, waar naast beeldende kunst en scheurende auto's ook muziek een grote rol speelde. Hoofdgast Cary Loren (Destroy All Monsters) werd van tevoren een legendarische status toebedicht, maar hij stelde teleur met een bizarre film die afleidde van het optreden met Tilburgse gastmuzikanten.

Whatspace is een naam die af en toe opduikt in Tilburg, zonder een al te duidelijke definitie van wat het is: een serieus platform voor beeldende kunstenaars, een serie culturele avonden met muziek of een soort grimy kunstcollectief voor outsiders die een Vedettje waarderen. Zo hebben de organisatoren het waarschijnlijk graag: op hun website legt het trio achter Whatspace uit dat ze zich richten op korte, kwalitatief goede projecten en dat ze de samenwerking tussen culturele organisaties willen stimuleren. Afgelopen vrijdag presenteerde Whatspace in samenwerking met Incubate in Perron 58 (het voormalige Zwijsenpand) zo'n project: The Destroyed Room. Onder deze titel is werk van meer dan dertig kunstenaars samengebracht, waaronder vooral veel abstracte beeldende kunst, geluids- en beeldinstallaties.

De titel van het project past goed bij het resultaat: het lijkt soms of er willekeurig van alles uit de kasten van de kunstenaars is getrokken. Onder het gepresenteerde zien we onder andere een muur van gevlochten, zwarte ballonnen, een aantal beeldinstallaties waarin dia's met video's worden vermengd en een geluidsinstallatie die af en toe afgrijselijke herrie door de zaal jaagt. Sommige werken lijken speciaal ontworpen om een anti-subsidie-politicus als Geert Wilders in blinde woede te doen ontsteken: het rijtje keurig van de bouwmarkt gehaalde plankjes marmer bijvoorbeeld. Anderen lijken weer met ontzettend veel tijd en liefde te zijn gemaakt. In een verloren hoek bij de wc ligt een leren jas, volgeschreven met bandnamen en slogans, die een leven lang lijkt te zijn meegegaan. De oorspronkelijke drager zit er niet meer in, maar zijn vorm is nog te zien in het lege, gedumpte kledingstuk.

Het ontbreken van samenhang tussen de onderdelen is niet echt een nadeel: het past perfect in het plaatje dat Whatspace probeert neer te zetten van een vrijplaats waar tijdelijk alles mag. Dat beeld wordt afgemaakt door een optreden dat wordt ingeluid met (weer) hard geluid, maar dan iets dat als vuurwerk klinkt en uit een heel andere richting lijkt te komen. Een grote groep mensen begeeft zich naar een andere zaal, waar een man in een rode auto verantwoordelijk blijkt te zijn voor de herrie. Hij racet en draait met piepende banden rondjes van gesmolten rubber op de fabrieksvloer. Veel mensen bekijken het grinnikend met vingers in de oren. Na een ererondje van coureur Jeroen Doorenweerd is in de hoofdhal het licht gedimd en spelen er ineens een paar films, één met een dansende naakte dame en één met een aantal kleine ontploffingen, achterstevoren gedraaid.

De opbouw in de avond lijkt voorzichtig duidelijk te worden, want al snel mag deejay James Blake het roer overnemen. Deze jonge Britse producer draait, net als hele volksstammen in 2010, dubstep. Maar Blake doet dat op een verrassende, subtiele manier, zodat het al snel duidelijk is waarom Incubate hem hier uitgenodigd heeft. Hij kan van heel abstracte beats opbouwen naar iets hogere tempo's, waarin de bas en de synths hoogtij vieren. Het is jammer dat zijn mix een beetje vervliegt in de grote hal van Perron 58 en dat zijn set een zoveelste deel van de optelsom van Whatspace is. Terwijl Blake op een avond voor beatconnaisseurs jaloerse blikken zou vangen, is hij niet flashy genoeg om hier veel aandacht te trekken.

Het optreden van Cary Loren met enkele Tilburgse gastmuzikanten beloofde van tevoren het hoogtepunt van de avond te worden. De Detroitse regisseur en fotograaf was vroeger deel van de groep Destroy All Monsters, die in het kielzog van groepen als The Stooges en MC5 aan punk deden voor punk bestond. Wat hij op Whatspace presenteert, tart de definitie van het woord 'punk'. Muzikaal gezien geeft Loren met zijn gastmuzikanten (leden van Anaphylactic Shock en Hooghwater) een soort dreunende noise-jazz performance, waarin een door hem geschoten korte film de hoofdrol speelt. De ontluisterende beelden van ruïnes en armoede in Detroit worden onderuit gehaald door een man die alle ruimte krijgt om zijn bizarre samenzweringstheorieën uiteen te zetten. Scènes met Loren zelf, die foto's van iconen als Ron Asheton en Blondie verbrandt, zijn iets te gemakkelijk en als geheel leidt de film vooral af van de muziek. Dat terwijl zanger Michiel Eikenaar en bassist Frank Kimenai (Anaphylactic Shock) en drummer Ries Doms (Hooghwater) een indrukwekkend bruut en droog geluid neerzetten.

Aan het Franse duo Glorior Belli de taak om de avond af te sluiten in het inmiddels bijna geheel verduisterde gedeelte van Perron 58 dat voor de muzikale acts is bestemd. Het is ronduit verbazend dat met slechts twee leden zo'n vol, slepend metal-geluid wordt neergezet. Met zijn hoofd weggestopt in een soort monnikenkap zet de kleine frontman en gitarist van de groep het op een krijsen, terwijl op de achtergrond de drummer zonder al te veel poespas zijn werk doet. Glorior Belli staat voor verblindende, slepende metal met een blues-onderlaag en een hoge aaibaarheidsfactor door het postuur van de frontman. Er blijken echter minder geïnteresseerden te zijn dan voor het optreden van Cary Loren, ook al treedt Glorior Belli voor het eerst op in Nederland en is ze überhaupt nauwelijks op een podium te vinden. Jammer, want het duo vormt met een lekker no-nonsens optreden een goed einde aan deze editie van Whatspace, die op een goede manier toch redelijk verwarrend was.

Alle foto's zijn gemaakt door Herman Stehouwer.