Mintzkov indierockt gedegen in 013

2nd Place Driver doet naam eer aan

Marco van Hoof ,

Het deels uit Tilburg afkomstige 2nd Place Driver toonde zich dinsdagavond in de Kleine Zaal als een prototypisch voorprogramma: leuk en aardig maar niet minder of meer dan dat. De sympathieke Vlamingen van Mintzkov hadden een stuk meer te bieden maar naarmate het einde van de avond in zicht kwam leek de prik toch een klein beetje van de cola.

2nd Place Driver doet naam eer aan

Het deels uit Tilburg afkomstige 2nd Place Driver toonde zich dinsdagavond in de Kleine Zaal als een prototypisch voorprogramma: leuk en aardig maar niet minder of meer dan dat. De sympathieke Vlamingen van Mintzkov hadden een stuk meer te bieden maar naarmate het einde van de avond in zicht kwam leek de prik toch een klein beetje van de cola.

Aan het begin van het halfuurtje 2nd Place Driver (onlangs nog te zien tijdens  No Sleep in 013) zijn er wat kleine geluidsproblemen. Mede door het gebrek aan drukte leveren de eerste twee nummers geen applaus maar stilte op. De poprock (lees: meer pop dan rock) van het kwartet is catchy en melodieus. De zang van zangeres Roos Visser is absoluut niet verkeerd en met 'Smile' komt er ook nog wat zwijmelpop voorbij. Maar ondanks - of eigenlijk dankzij - deze elementen is dit een voorprogrammaband volgens het boekje. En dat de electrosamples uit de computer worden gehaald en niet door een toetsenist uitgevoerd worden, is natuurlijk ook een beetje jammer.

Met de nieuwe plaat 'Rising Sun, Setting Sun' net een maand uit, maakt Mintzkov een relaxte indruk in een prettig drukke Kleine Zaal. De amper van genre wisselende band rijgt een prima in het gehoor vallend setje stevigere indierocknummers aaneen. De ballad 'Roadbuilding' laat het stemgeluid van zanger en gitarist Philip Bosschaerts wat meer tot zijn recht te laten komen. Ook besluit de zo'n beetje constant strummende bassiste Lies Lorquet (met haar voeten meestentijds naar binnen staand) nu haar snaren eens te plukken. De hoop dat de muzikale gelaagdheid van de volgende composities vergroot wordt door meer van dit gepluk, blijkt op een enkele uitzondering na ijdel.

De verschillende bas- en gitaarriffjes worden behendig gecombineerd tot een geheel wat kundig wordt afgemaakt door Bosschaerts' hese eerste en, in sommige gevallen, Lorquets warme tweede stem. Bij de Marianne Faithfull-cover 'Broken English' mag gitarist Daan Scheltjens spacy geluidjes uit zijn apparaat halen en bij een enkel nummer leeft de band zich helemaal uit. Maar dit is een exceptie voor het kwintet dat bij een meerdaags groot festival een prima act zou zijn voor de zwoele vooravond als opmars naar de verschillende dagafsluiters.

Het crescendo 'Gemini' is zowel afsluiter voor de toegift als eindnummer van de laatste plaat. Lorquet (die ook heeft meegezongen op een album van dEUS, een band waar Mintzkov nogal eens mee vergeleken wordt) mag op de achtergrond door Bosschaerts heen zingen, wat een harmonieus geheel oplevert. Wederom dringt de vraag waarom dit niet vaker is gedaan zich zonder enige vorm van bescheidenheid op. Het tevreden publiek maalt er niet om, klapt de band enthousiast terug, krijgt te horen dat Bosschaerts een strofe (Vlaams voor couplet) en een refrein bij Gemini vergeten was en mag nog tien speelminuten genieten.