Mathijs Leeuwis prikt ballonnetjes door

“Brabantse blueszanger? Dat klinkt net alsof ik hier zo uit de modder kom gestapt”

Steffie van Gils ,

“De liedjes worden beter, ik heb een hele leuke band om me heen, er komen betere optredens en een nieuwe plaat aan waar ik ontzettend trots op ben…” Het gaat eigenlijk heel erg goed met Mathijs Leeuwis. “Ik had het idee om een hele experimentele, donkere plaat te maken, maar dat is het helemaal niet geworden. Daar ben ik te gelukkig voor.”

“Brabantse blueszanger? Dat klinkt net alsof ik hier zo uit de modder kom gestapt”

“De liedjes worden beter, ik heb een hele leuke band om me heen, er komen betere optredens en een nieuwe plaat aan waar ik ontzettend trots op ben… Ik had het idee om een hele experimentele, donkere plaat te maken, maar dat is het helemaal niet geworden. Daar ben ik te gelukkig voor.”

Aan het woord is Mathijs Leeuwis, ‘Brabantse blueszanger’ en winnaar van de Publieksprijs van de Grote Prijs van Nederland. Alom bejubeld na het verschijnen van zijn tweede cd Klei, Stront en Zand. Waarvan het titelnummer overigens géén ode aan Brabant is, benadrukt hij. “Dat ‘Brabantse blues’ is één keer gevallen en nu ben ik gebombardeerd tot een soort van Brabantse blueszanger. Dat klinkt net alsof ik hier zo uit de modder kom gestapt.” Net op dat moment koert er een vogel. Leeuwis praat veel, lacht veel, relativeert alles. “Nu klinkt het dus echt alsof we op het platteland zitten.”

Leeuwis zet koffie in zijn open keuken met uitzicht op zijn tuin. “We zijn het tuinhuisje aan het verbouwen tot repetitieruimte.” Hij wijst naar een wit, houten gevaarte achterin de tuin. “Dan hebben de buren niet meer zo’n last van ons.” ‘Ons’ is de band rondom Leeuwis die in de loop der jaren vaste gestalte heeft gekregen. “Komend jaar treden we eigenlijk alleen nog maar op als band, dus dan wordt het Mathijs Leeuwis en…”

Vagant?
Lachend: “Een standaardvraag die ik altijd krijg, is: ‘Ben jij de nieuwe drager van het Brabantse lied?’ en dan komt daarna altijd de vergelijking met Guus Meeuwis boven. Als dat mijn pensioen inhoudt, dan mogen ze Klei, Stront en Zand van mij als Brabants volkslied gebruiken, maar met die inslag is het dus niet geschreven. Sorry, weer een ballonnetje doorgeprikt.”

Waarom wilde je zo graag een donker album maken?

“Omdat ik daar heel veel zin in had. Ik had een bepaalde klank voor die cd in mijn hoofd, met een bepaalde sfeer erbij. In een paar liedjes is dat er ook wel uitgekomen, maar ik ben eigenlijk best wel gelukkig en ik kon niet tegenhouden dat dat gevoel ook op deze plaat terecht kwam. Hij is kwalitatief beter geworden dan de vorige. De liedjes zijn verder uitgewerkt en de arrangementen uitgebreid met blazers en strijkers. Alle elementen die in mijn vorige plaat aanwezig waren, komen nu in extremere vorm terug in het nieuwe werk. De popinvloeden zijn duidelijker aanwezig en de rootselementen uitvergroot. Het is wel een echte Mathijs Leeuwisplaat geworden.”

Wat is dat, een echte Mathijs Leeuwisplaat?

“Dat is niet alleen maar donker of alleen maar roots. Uiteindelijk zijn de liedjes een vertaling van wat ik voel of wat ik lees. Wat dat betreft is die plaat een beetje zijn eigen leven gaan leiden. Ik was op zoek naar een thema in mijn plaat omdat er nog een titel voor moet komen en ik kon ‘m niet vinden. Er zitten liedjes in die geschreven zijn vanuit mezelf; over mijn besluiteloosheid en over het idee dat ik heel veel dingen moet en er zitten liedjes in die niets met mij te maken hebben. Bijvoorbeeld een liedje over een immigrant die het heel moeilijk heeft om in Nederland te aarden. Het gaat alle kanten op.”

Zijn die liedjes gebaseerd op waargebeurde dingen die je ziet of verzin je ze?

“Het meeste is echt gebeurd. Als ik verhaaltjes ga verzinnen, wordt het meestal ongeloofwaardig. Het enige wat echt blijft hangen wanneer mensen iets horen of zien, is als het echt is. Ik probeer alleen maar vanuit mezelf mijn gedachtes en bedenksels te spuwen, op een kwalitatief goede manier. Zolang ik dat blijf doen, geloof ik dat er mensen zijn die daar naar willen luisteren. “

Ben je niet bang dat muziek maken op een gegeven moment vervelend werk-werk wordt?
“Nee. Op het moment dat je gaat zitten en denkt: ‘nou dan ga ik hier maar eens wat over schrijven, want we hebben de rest al een beetje gezien’, dan moet je je serieus gaan afvragen of je nog wel iets te melden hebt. Ik geloof er heilig in dat mensen daar meteen doorheen prikken. Dan is het gemaakt en dat valt op.”

Schrijf je ook weleens in het Engels?
“Dat heb ik wel eens gedaan, maar dan kom je wel een beetje bij dat geforceerde. Ik luisterde het terug en dacht: dit is een trucje. Ik kan wel doen alsof ik Engelsman ben, maar dat ben ik nou eenmaal niet. Op het moment dat ik in het Nederlands ging zingen en schrijven werd dat verschil alleen maar groter. Dat was eens maar nooit meer.”

Hoe ziet 2010 eruit voor Mathijs Leeuwis?
“De hoop is dat we met die nieuwe cd de overstap kunnen maken naar het clubcircuit: 013, Effenaar, dat soort podia. De sound van de nieuwe plaat kan dat heel goed hebben. Het is niet meer ‘songwriter’ in de zin van een meneertje met een gitaar. Dat hopen we te kunnen vertalen naar grotere podia. Voorafgaand aan het uitkomen van die cd hebben we een flinke tour staan door heel Nederland. Hopelijk kunnen we ook op wat festivals spelen.”

Mathijs Leeuwis is binnenkort onder andere te zien bij de jamsessie van Niels Broos, aanstaande dinsdag in Paradox. Voor meer concertdata kijk je op de MySpace.
 
Zijn derde (nog titelloze) album komt naar verwachting uit in september.