Oude jongens krentenbrood met Alquin in Kleine Zaal

Oude progrockers groeien in optreden

Marco van Hoof ,

De humor was ietwat achterhaald en het duurde even voordat de band goed op gang kwam, maar de mannen van Alquin kwamen er ruimschoots mee weg. De progrockers zorgden afgelopen vrijdag in de Kleine Zaal van 013 voor een nostalgische avond.

Oude progrockers groeien in optreden

Zonder een voorprogramma begint Alquin stipt om negen uur aan een reeks progrocknummers in een wat tamme, maar volle Kleine Zaal. Zanger Michel van Dijk vraagt of het publiek er zin in heeft. De bevestiging op die vraag wordt droogjes beantwoord met een “jullie meer dan ik”. Geen briljante witz, maar Van Dijk komt er mee weg in de oude jongens krentenbrood-sfeer van deze voor velen nostalgische avond (een enkeling was 33 jaar eerder zelfs bij het afscheidsconcert van de band die in 2003 een doorstart maakte).

Saxofonist Ronald Ottenhof (ooit gezegend met afrokapsel, nu met bril en snor die een rustige, vriendelijke oom niet zouden misstaan) mag af en toe een aardig, bijna anachronistisch stukje blazen en Van Dijk is nog prima bij stem, maar dit kan niet maskeren dat het begin nogal vlak is. De band (die dit jaar langer bestaat dan ze in de jaren zeventig bestond) speelt niet slecht maar echt spannend wordt het niet. Langzaamaan komt hier verandering in en bij het idealistische Terror Eyes blijkt de saxofoon de klank van de hoop in een harde wereld in zich te hebben terwijl het coda even simpel als doeltreffend is. Na een uur met veel instrumentale gedeelten zoals het een progrockband betaamt, is het tijd voor pauze. Voor de zes mannen op het podium om bij te komen, voor het publiek om bij te praten.

Het kwartiertje pauze doet zowel publiek als band goed en beide zijn dientengevolge in het tweede deel van de avond beter op dreef dan tijdens de eerste speelhelft. Alquin begint met de ballad pur sang Sailors & Sinners van de gelijknamige plaat van vorig jaar. Bassist Walter Latuperissa bedient zich voor deze fraaie compositie van een gitaar om in de nummers die volgen een aantal bijzonder prettige, uptempo basloopjes in de groep te gooien. Bij het nummer Return To The Blue Planet bijvoorbeeld, waarbij zowel het publiek als Latuperissa voor het eerst meebeweegt op de progrockmelodieën van de band die dankbaar is “om het nog te mogen doen”, zoals Van Dijk later zal zeggen.

Wanneer iemand uit de zaal een briefje voor de band heeft en Van Dijk deze boodschap aanneemt, zegt hij dat hij z'n bril niet bij zich heeft en het daarom niet kan lezen. Dit is geen grap en hij geeft het briefje aan Ottenhof, die er ondanks zijn bril ook niet helemaal uitkomt. Vrolijkheid alom bij het publiek, waarvan een gedeelte lacht uit herkenning van deze problematiek. De mannen zijn overduidelijk geen achttien meer.

Gitarist Ferdinand Bakker beheerst naast de blokfluit ook de viool en na een valse start (niet het enige schoonheidsfoutje van de avond) komt het meest dansbare gedeelte van de setlist langs. Daarna wordt er nog even solide gesoleerd door Bakker en Ottenhof en het laatste nummer Wheelchair Groupie zorgt ervoor dat de bezoekers nog een refreintje mee kunnen zingen alvorens in het café nog een afzakkertje te nuttigen.