Elf Power brengt ‘Athens-sound’ naar Tilburg

Madeline Adams doet singer-songwriter hoogtijdagen herleven

Wouter de Waal ,

De economische crisis deed zich afgelopen dinsdag onmiskenbaar gelden, want hoewel een grote gevestigde act als Bullet For My Valentine zich elders in 013 nog wel kon verheugen in een uitverkochte zaal, moest Elf Power het slechts met een handjevol bezoekers doen. Het viertal uit Athens, Georgia wanhoopte echter niet en speelde welhaast zonder pauzes een volledige set.

Madeline Adams doet singer-songwriter hoogtijdagen herleven

De economische crisis deed zich afgelopen dinsdag onmiskenbaar gelden, want hoewel een grote gevestigde act als Bullet For My Valentine zich elders in 013 nog wel kon verheugen in een uitverkochte zaal, moest Elf Power het slechts met een handjevol bezoekers doen. Het viertal uit Athens, Georgia wanhoopte echter niet en speelde welhaast zonder pauzes een volledige set.

Eerst is het echter aan de uit hetzelfde plaatsje afkomstige Madeline Adams om de paar verloren aanwezigen in Stage One warm te krijgen voor de hoofdact (en de kou die buiten heerst uit hun lijf te verdrijven). Hoewel ze zich tussen nummers door vaak wat ongemakkelijk lijkt te voelen, gaat dat de haar eigenlijk wonderwel goed af. Haar stem is krachtig en meeslepend en heeft met name in de hoge uithalen wel wat weg van een jonge Joni Mitchell, terwijl de gitaar waarop ze zichzelf begeleidt in haar handen bijna even overtuigend klinkt, ook al verslikt ze zich dan in een enkel oud nummer. Ze bouwt haar set ook slim op, waarbij ze langzaam maar zeker steun krijgt van steeds meer leden van de volgende band en het geluid steeds voller wordt, zodat je uiteindelijk de indruk krijgt dat de hoofdact het stokje zonder adempauze zou kunnen overnemen.

Dat doet Elf Power toch niet, maar bijzonder lang laat de tweede acte van de avond gelukkig niet op zich wachten (het zou ook wat vreemd zijn, zeker met het oog op het risico zelfs de laatste belangstellenden te verliezen). Dat deze mannen uit dezelfde Amerikaanse plaats komen als R.E.M., blijkt daarbij al snel meer dan een triviaal gegeven. Het is werkelijk heel moeilijk, zo niet onmogelijk om bij de indierock van deze lieden niet voortdurend te denken aan het (oude) werk van hun illustere stadsgenoten, zij het dat het gitaarspel in hun nummers over het algemeen iets steviger is (men heeft dan ook de beschikking over twee gitaristen). Nu is een dergelijke referentie natuurlijk helemaal niet verkeerd, maar als ze zich zo sterk doet gevoelen dat je bij tijd en wijle onwillekeurig vermoedt naar een cover van een in vergetelheid geraakt R.E.M. lied te luisteren, begin je toch de indruk te krijgen dat deze invloed de band in de weg zit.

Van de andere kant kun je ook zeggen dat je zelden de gelegenheid krijgt met zo weinig mensen zo dichtbij een groep te staan die (zowel fysiek als qua muziek) zo dichtbij een wereldberoemde band staat. Bovendien is de muziek op zichzelf allerminst verkeerd en werkt de band ondanks het gebrek aan publiek haar set rücksichtslos en zonder zichtbaar ongenoegen af. Daarbij dragen de heren er goed zorg voor hun krachtigste composities tot het laatst te bewaren, waardoor je het niet kunt helpen na afloop met een opgeruimd humeur de zaal voor de vrieskou te verruilen. En daar gaat het uiteindelijk toch maar om.