Biergooien en crowdsurfen in 013 op uitverkocht gypsypunkfeestje Gogol Bordello

Degelijke Alain Johannes en DeVotchKa contrasteren met rauwheid energieke hoofdact

Marco van Hoof ,

Een opzwepende Gogol Bordello kreeg afgelopen zondag de volledige ruimte van de bühne om in 013 hun gypsypunk zonder weerga te laten horen. Met afwisselende openers was de avond compleet en kunnen we voortaan de zondag voorgoed afstrepen als rustdag.

Degelijke Alain Johannes en DeVotchKa contrasteren met rauwheid energieke hoofdact

Alain Johannes kweet zich zondagavond kundig van zijn taak het langzaamaan binnensjokkende publiek te verwelkomen met zijn gitaarspel en tal van gastmuzikanten. Na de indie gypsymelodieën van DeVotchKa was de gemêleerde groep bezoekers compleet en kon de massa gaan kolken toen het opzwepende Gogol Bordello de volledige ruimte van de bühne benutte om hun gypsypunk zonder weerga het als een mierenkolonie langs en over elkaar heen bewegende publiek in te slingeren. Nadat de groep terugkwam voor de toegift, was er geen klap op een vuurpijl, maar wel een lamp in een vuurtoren.

Met voor hem rustend op twee boxen een scheepsroer en rechts achter hem een vuurtoren, zingt begenadigd gitarist Johannes (onder andere Them Crooked Vultures) iedereen welkom. Terwijl de grote Dommelsch Zaal rustig aan voller raakt, brengt hij met zijn cigar box guitar, een 12-string-gitaar en een aantal gastmuzikanten van DeVotchKa en Gogol Bordello enigszins melancholische en berustende composities, zoals het Slavisch aandoende 'Spider', waarbij de microfoon helaas een aantal malen piept. De beheerstheid van de eerdere nummers laat Johannes tegen het eind van zijn half uur varen ten faveure van gecontroleerde gitaarchaos met stoere flageoletten op een Iers aandoende melodie.

Het kwartet dat DeVotchKa (Russisch voor meisje) is, kan al meteen na opkomst op bijval van een meeklappende zaal rekenen als violist Tom Hagerman (serieuze blik, netjes in het pak) op zijn instrument tokkelt. Behalve van Hagerman komt het Slavische element van de verder ook door folk en indierock beïnvloede band vooral van de stem van Nick Urata, die tevens gitarist is, maar daarmee niet al te veel spannends weet te doen. Als contrabassiste Jeanie Schroder met haar sousafoon om op de maat door haar knieën gaat, is dit niet zozeer spannend als wel uitermate koddig.

De charismatisch frontman van Gogol Bordello, zanger en gitarist Eugene Hütz (gezegend met een enorm accent) komt op in een regenachtige jas en met een fles bier in de hand terwijl de eerste crowdsurfer van de avond al zwevende is. Het idee is duidelijk: zondag een rustdag? Zondag een feestdag godverdomme! Behalve door de muzikale eenheid waarin niemand zichzelf als eenling wil profileren, brengt de band ook een groepsgevoel over door tal van (ska)dansjes en poses (zelf heeft de band het wel eens “gypsy punk cabaret” genoemd) die beeldtechnisch tot soms zeer fraaie composities leiden.

Waar de op en neer rennende, om applaus vragende, zingende en roepende Pedro Erazo (het kleine ADHD-neefje van de Gogol Bordello-familie) de energie van de groep benadrukt, is Hütz' handelsmerk (naast zijn snor) een nonchalante punk-attitude die zich bijvoorbeeld uit in het rücksichtslos laten vallen van zijn gitaar om zijn shirt uit te doen om dat vervolgens op het drumstel te smijten. Ondertussen sprinten roadies af en toe met een doekje het podium op om gesmeten bier op te doen. Een ondankbare taak gezien het feit dat er met 'Immigraniada (We Comin' Rougher)' en 'Break The Spell' nog een ruwe en opgefokte dubbelklapper in het verschiet ligt.

Bij hun encore wordt de groep slechts belicht door de draaiende lamp van de vuurtoren (wederom een mooi plaatje), iets wat prima past bij de rustigere, opgewekte gitaarklanken van onder meer het optimistische 'Sun Is On My Side'. Niet veel later is het echter weer tijd to party. Immers, het gaat de band niet om muzikale rijkdom of ander high culture-gelul, het gaat erom te feesten met allerlei mensen uit allerlei windstreken. En dat is - ondanks de afwezigheid van percussioniste en backing vocal Pamela Racine overigens - duidelijk gelukt.