Jofele klezmermuziek van Oi Va Voi verdient vollere 013

Stijlen en emoties wisselen, kwaliteit blijft constant

Marco van Hoof ,

Terwijl de Local Heroes een zaaltje verderop hun ding deden, begonnen de London Heroes van Oi Va Voi zondagavond iets na negenen met het enige Nederlandse optreden van hun korte tour. De verscheidenheid van de band uitte zich in een mix van stijlen en emoties waarbij de nummers zonder uitzondering op bijval van het publiek konden rekenen.

Stijlen en emoties wisselen, kwaliteit blijft constant

Terwijl de Local Heroes een zaaltje verderop hun ding deden, begonnen de London Heroes van Oi Va Voi zondagavond iets na negenen met het enige Nederlandse optreden van hun korte tour. De verscheidenheid van de band uitte zich in een mix van stijlen en emoties waarbij de nummers zonder uitzondering op bijval van het publiek konden rekenen. Naast het oor werd ook het (mannen)oog verwend.

Vier man en drie vrouw sterk komt klezmerband Oi Va Voi het podium van de grote zaal op. Vol is het niet en het zwarte, zaalverkleinende gordijn hangt er dan ook. Dat het buiten druilerig weer is, is meteen vergeten dankzij de bijzonder dartele en kortgejurkte violiste Anna Phoebe. De zomer lijkt weer even niet voorbij. De zaal heeft al snel in de smiezen dat de band er minstens net zo veel zin in heeft als zij zelf en met het om dansende mensen vragende Long Way From Home is duidelijk dat het een toffe avond gaat worden. Phoebe heeft haar stevige zwarte schoenen inmiddels gelaten voor wat ze zijn en huppelt nu haar blote voetjes van de vloer terwijl ook zangeres Bridgette Amofah zich net zo goed vermaakt als dat ze zingt. De enthousiast opgewekte balkantonen en dito applaus worden gevolgd door de dreigende geluiden van het mede door klarinettist met bretels Stephen Levi gezongen I Know What You Are.

Daarna gaat de muziek weer naar een andere emotie, de diepste van de avond. Het volgende nummer is namelijk een cover van S'brent, van de in 1942 door Nazi's vermoorde Mordecai Gebirtig die het schreef naar aanleiding van een pogrom in Polen aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Het nummer gaat, zo legt Levi uit, over brandende huizen en mannen die er met de armen over elkaar rustig naar kijken zonder in te grijpen. De boodschap is meer dan duidelijk en de intense ellende voelbaar. Muziek tegen de verdrukking in. De sores en zwaarte verdwijnen echter direct als Phoebe hoteldebotel het podium op en neer danst en op onnavolgbare wijze soleert. Onvangbaar en met een klaarblijkelijk rotsvast geloof in eigen kunnen maakt ze, al spelende op haar knieën met een buiging achterover terwijl haar hoofd nét de grond niet raakt, duidelijk dat zij hét podiumdier van de Engelse band is. Het terecht enorme applaus loopt over in de kunsten van de zichtbaar genietende gitarist Nik Ammar die Phoebe nogmaals los ziet gaan in klank en daad. Met een voet op de basdrum en haar rug naar de zaal buigt ze zover achterover dat ze tijdens de slotnoten van dit instrumentale meesterstuk het publiek aankijkt.

Variatie lijkt het parool van de band te zijn en na de schalkse uitbundigheid van zonet wordt nu het nummer Every Time zonder poespas gebracht, deels door de lieve Levi en deels door Amofah gezongen. Bij een volgend instrumentaal deel van de avond stapt de in een jaren tachtig-outfit gestoken Lucy Shaw ineens zelfverzekerd en stoer uit de schaduw om een korte bassolo te geven. Phoebe neemt vervolgens weer de aandacht en de ruimte om vrolijk heupwiegend en zelfbewust de concertgangers tot klappen te bewegen. Hierna is het met het nummer Traveling The Face Of The Globe (tevens de naam van hun nieuwste, in een Londense synagoge opgenomen plaat) weer tijd om de balkandanspasjes voor de dag te halen.

In het kwartier dat de toegift duurt laat Amofah het publiek enthousiast nazingen wat zij de zaal in zingt. Het concert eindigt met het al eerder gespeelde Long Way From Home, ditmaal met zo mogelijk nog meer plezier bij zowel band als bezoekers. Na anderhalf uur verlaat de meer toeschouwers verdienende band dan het podium met de belofte om nog wat met het publiek na te gaan praten en drinken. Daar ga je, Oi Va Voi!