Hoog mwah-gehalte bij Maxïmo Park

Pete & The Pirates: catchy en braaf

Dyon Schlebos ,

Het was vrijdagavond rustig bij Maxïmo Park. De band uit Newcastle is voor het eerst wat lager dan de Randstad afgereisd en deelt met de voor een kwart gevulde Dommelsch Zaal haar mengelmoes van post-punk en wave. Ondanks de energieke performance van vooral frontman Paul Smith, vlammen de Britten pas écht aan het einde van hun set.

Pete & The Pirates: catchy en braaf

Het was vrijdagavond rustig bij Maxïmo Park. De band uit Newcastle is voor het eerst wat lager dan de Randstad afgereisd en deelt met de voor een kwart gevulde Dommelsch Zaal haar mengelmoes van post-punk en wave. Ondanks de energieke performance van vooral frontman Paul Smith, vlammen de Britten pas écht aan het einde van hun set. Voorprogramma Pete & The Pirates is eigenlijk een groepje lieve jongens dat aanstekelijke poppy indie speelt en verder niemand lastig valt.

PETE & THE PIRATES
Vanuit de backstage ‘enteren’ de vijf knapen van Pete & The Pirates het podium. De bandleden ogen braaf en nergens wordt er de indruk gewekt dat we hier met piraten te maken hebben. Je kent ze misschien wel van Come On Feet, een nummer dat ze doneerden aan het voetbalspel UEFA 2008, of je hebt ze eerder gezien op Noorderslag of London Calling. Vrolijke indiepop die hier en daar wat galmt en rammelt, maar goed in het gehoor ligt. Van hun stoffige uitstraling moeten de piraten het echter niet hebben: de blik is vanachter een nerdy brilletje gericht op de gitaar en slechts af en toe wordt er even het publiek ingetuurd. Een leuk maar niet al te spannend optreden van een groepje Britten dat als reactie meer een ‘ha ha’ dan een ‘har har’ oproept.

MAXÏMO PARK
Dan Maxïmo Park: je weet wel, dat bandje uit Newcastle dat de last met zich meedraagt haar debuutalbum niet te kunnen overtreffen. De Britten zijn bij opkomst moeilijk te spotten wanneer een bak aan stroboscooplicht de zaal in wordt geslingerd. Hopelijk zijn er niet veel mensen met epilepsie aanwezig. De band kent wat woordjes Nederlands ("Waai saain Maxïmo Park") en dit levert de heren meteen wat sympathie op. Aan het begin van de set ligt het gewicht vooral bij de laatste twee albums Our Earthly Pleasures en Quicken The Heart. Terwijl de toetsenist spreid-sluit gymoefeningen doet achter zijn keyboard, is het toch weer frontman Paul Smith die de show steelt. De spot staat gedurende de show dan ook letterlijk op hem gericht. Maar wat wil je met een band die op het podium zonder deze Smith eigenlijk geen eigen smoel heeft? Het theatrale van de frontman is iets om van te genieten of je aan te ergeren. Het lijkt soms of hij in zijn eigen Maxïmo Parkmusical speelt.

Het geluid laat soms iets te wensen over: bij The Kids Are Sick Again staat de floortom bijvoorbeeld erg hard, wat de aandacht een beetje afleidt. Vanaf That Beating Heart, een b-kantje van het laatste album, wordt de show pas echt interessant en krijgt de band ook meer respons vanuit de zaal. Going Missing wordt ‘uitgekleed’ gespeeld met alleen gitaar en melodica, terwijl het publiek met de handen op elkaar voor het ritme zorgt. Dit maakt de sfeer intiem en betrokken.

Het einde naderend komt dan waar veel mensen toch stiekem op wachten: Apply Some Pressure, het bekendste nummer van Maxïmo Park. Hier gaan de voorste rijen écht uit hun dak en wordt er voluit meegezongen (misschien ook typisch stug Nederlands publiek dat pas meespringt met de hitjes). Het mooie spoken-wordnummer Acrobat komt nog voorbij en zorgt bijna voor kippenvel, waarna het koud afdouchen is met het snelle keyboardgeoriënteerde Our Velocity. Maxïmo Park weet zich aan het einde te redden, maar komt vanavond niet verder dan een middelmatig optreden met een hoog mwah-gehalte.