Vijftig jaar Tilburgse popmuziek in boekvorm uitgegeven

Rijke muziekgeschiedenis beschreven in woord en beeld

Bas van Duren ,

Brabants Dagblad-journalisten Paul Geerts en Hans Rube hebben drie jaar gewerkt aan een boek over de Tilburgse popgeschiedenis. Het resultaat mag er zijn: Popmuziek in Tilburg is een 180 pagina's tellend boek geworden vol met anekdotes, interviews en een overzicht van Tilburgse hits. 3VOOR12/Tilburg schoof aan bij journalist Paul Geerts.

Rijke muziekgeschiedenis beschreven in woord en beeld

Brabants Dagblad-journalisten Paul Geerts en Hans Rube hebben drie jaar gewerkt aan een boek over de Tilburgse popgeschiedenis. Het resultaat mag er zijn: Popmuziek in Tilburg is een 180 pagina's tellend boek geworden vol met anekdotes, interviews en een overzicht van Tilburgse hits. 3VOOR12/Tilburg schoof aan bij journalist Paul Geerts.

Dat Tilburg een rijke geschiedenis kent op het gebied van popmuziek is bekend. Al in de jaren '60 vertonen zich de eerste Beatles- en Stonesklonen, zoals dat ook in andere steden gebeurde. Echter, een goede beschrijving over hoe popmuziek zich in onze stad heeft ontwikkeld, ontbrak. Tot voor kort dus, want het was precies het gebrek aan een goede geschiedschrijving dat journalisten Paul Geerts en Hans Rube drie jaar geleden aanspoorde om zelf een boek te schrijven.

Het boek beschrijft de periode 1960 – 2010. “In eerste instantie wilden we ook de jaren '50 behandelen, maar toen gebeurde er nog niet zoveel”, legt Geerts uit. Ieder half decennium heeft zijn eigen hoofdstuk, met uitzondering van de jaren '60 en '70. Die hebben hun eigen hoofdstuk. Geerts: “Het was niet gemakkelijk om informatie over die jaren te vinden. In vergelijking met andere steden liep Tilburg zeker niet achter, maar de media besteedden in die tijd nauwelijks aandacht aan popmuziek.”

Volgens de schrijver is vooral in de jaren '80 heel veel gebeurd: “Met Noorderligt als podium, MuziekKantenWinkel als vraagbaak voor beginnende muzikanten en opnamestudio Chateau is de basis gelegd voor het huidige popklimaat. De MuziekKantenWinkel bood uitkomst aan musici die niet wisten hoe ze bijvoorbeeld belastingformulieren moesten invullen, maar ze kregen er ook tips over hoe en waar je een plaat kon opnemen. Bijvoorbeeld bij Chateau, het studiocomplex waarvan Nol Havens tegenwoordig eigenaar is.”

Voor ieder tijdperk hebben de journalisten één muzikant geïnterviewd die representatief is voor de desbetreffende periode. Geerts: “We hebben oudgedienden zoals Ruud Hermans en Leon Goewie van Vengeance, maar ook artiesten die wat verser in het geheugen liggen zoals Remi Tjon Ajong van Green Lizard en Jacqueline Govaert van Krezip.” Voor het laatste hoofdstuk van 2005 tot 2010 kozen de schrijvers voor zanger Robin van Loenen van Destine. “Dat is nu de meest veelbelovende band van Tilburg.”

Tijdens het schrijven ontdekte Geerts dat er momenteel nauwelijks sprake is van een muziekscene: “Er is geen echte plek meer waar muzikanten samenscholen. Voorheen kon dat bijvoorbeeld bij de MuziekKantenWinkel of Chateau. 013 heeft die taak in 1998 overgenomen, maar sinds het vertrek van bestuurslid Corné Borchers is daar een stuk minder aandacht voor bands uit de regio.” De Rockacademie levert volgens de popjournalist ook niet echt een bijdrage aan de scene: “Veel van die studenten maken hun vier jaar hier af, maar zijn daarna weer weg. Jonge muzikanten kunnen eigenlijk alleen maar terecht bij  de belangenvereniging Roxxity.”

Het verschijnen van Popmuziek in Tilburg biedt volgens Geerts de mogelijkheid om verder in het verleden van de Tilburgse popscene te graven. “De eerste vijftig jaar zijn nu beschreven. Op basis daarvan zou je onderzoek kunnen doen naar specifieke deelgebieden. Dit boek kan dan mooi in de bronnenlijst.”