DeWolff maakt hoge verwachtingen niet geheel waar

Jonge Limburgers weten Tilburg niet te verslinden

Daan de Vries ,

Met DeWolff mag wel van een bescheiden hype worden gesproken. In 013 probeerden de mannen zaterdagavond de hooggespannen verwachtingen in te lossen. Daarin slaagden zij slechts deels: begin en eind van de show waren erg sterk, maar de spanning werd niet voortdurend vastgehouden.

Jonge Limburgers weten Tilburg niet te verslinden

Met DeWolff mag wel van een bescheiden hype worden gesproken. Na optredens in De Wereld Draait Door en eerder dit jaar ook in de grote zaal van Paradiso te Amsterdam, lijkt het erop dat de gretige jonge Limburgers volop bezig zijn met de nationale doorbraak van hun energieke 60's rock. In 013 probeerden de mannen zaterdagavond de hooggespannen verwachtingen in te lossen. Daarin slaagden zij slechts deels: begin en eind van de show waren erg sterk, maar de spanning werd niet voortdurend vastgehouden.

De psychedelische orgelklanken van Gold And Seaweed vormen vanavond de opener van DeWolff. Een goede keuze, want Gold And Seaweed is een nummer dat je direct in je gezicht slaat. Op een positieve manier. De wolven hebben het goed naar hun zin en al na drie minuten komt de eerste drumsolo voorbij. Kort daarna zakt de spanning echter wat in. Het staat buiten kijf dat DeWolff hard werkt, het instrumentarium beheerst en ook ontzettend goede hooks kan schrijven. Het beklijft echter niet allemaal en veel nummers leunen te zeer op korte, repetitieve orgelriffjes. Dat past wel bij het jaren zestig imago dat de band wil uitdragen – let bijvoorbeeld ook op de stijlvolle overhemden van de jongens – maar het staat niet altijd in dienst van de composities. Op den duur wordt het, en het is spijtig om te zeggen, een beetje saai.

Het is de werklust waarmee DeWolff nu toch lof oogst. De mannen geven geen moment op en weten zichzelf ook telkens weer te herpakken. Als orgel en gitaar door een stroomstoring uitvallen, houdt drummer Luka van de Poel de boel bijeen met nog een drumsolo. Daarna valt de rest van de band weer bij om stug verder te gaan. Tegen het einde van de show komt er wat meer ruimte voor lang uitgesponnen instrumentale stukken – het lijkt verdacht veel op pure improvisatie. Dan wordt DeWolff direct weer spannend. Tijdens het bezwerende slotnummer, waar Robin Piso zijn orgel martelt en onwerkelijke kreten uit laat kermen en Pablo van de Poel daar losjes overheen soleert, is 013 zelfs even volledig in de ban van DeWolff. Een toegift zit er vandaag echter niet in.

Zonder twijfel is DeWolff een groep uiterst getalenteerde jongemannen. Wat betreft het vasthouden van spanning laat de show nog wat ruimte voor verbetering. Dat weerhoudt de mannen ervan om het publiek vandaag echt te verslinden. Desalniettemin een band om in de gaten te houden.