De Staat klopt als een zwerende vinger

Hooghwater: veel noten, weinig woorden

Dyon Schlebos ,

Zaterdagavond speelden twee bands in de Kleine Zaal van 013 die beide hun inspiratie putten uit het stonergenre. Hooghwater speelde een strakke set met een goede opbouw. De Staat liet zien waarom het op dit moment de knuffelbeer van de pers is.

Hooghwater: veel noten, weinig woorden

Zaterdagavond speelden twee bands in de Kleine Zaal van 013 die beide hun inspiratie putten uit het stonergenre. Hooghwater speelde een strakke set met een goede opbouw. De Staat liet zien waarom het op dit moment de knuffelbeer van de pers is. HOOGHWATER De avond begint met enige irritatie. Anders dan normaal bevindt de garderobe zich vanavond beneden, waar een rij zeurende mensen staat te wachten op twee medewerkers die hun jassen ophangt. Dit wordt direct vergeten wanneer Hooghwater zijn kraan aan stoner opendraait. De zaal is tot de nok toe gevuld en mag genieten van een ontzettend goed voorprogramma vanavond. Van tergend slepende drums die je meezuigen in extase tot up-tempo in-je-smoel-partijen. Maar zoals 3VOOR12/Tilburg collega Tjeerd van Erve vorige week al schreef over Hooghwater, het geluid van de zang is en blijft een hekelpunt. Hoewel in de beleving van bovengetekende de vocalen een ondergeschikte rol mogen spelen in de muziek van de band, is Jozeph Meurs niet goed te horen. Desondanks zit het geheel uitstekend in elkaar. Het publiek knikt voorzichtig mee met Hooghwater, dat stukken minder toegankelijk is dan het meer naar popneigende De Staat. Hooghwater zorgt voor zowel psychedelisch stikkende momenten tot chaotische 'structuren' en onverwachte hoeken die het geheel spannend houden. De band laat na een kleine drie kwartier met veel noten en weinig woorden zien dat het klaar is voor een volgende stap. DE STAAT Dan tijd voor het huidige lievelingetje van de Nederlandse muziekpers, De Staat. Extra reden om vanavond kritischer dan ooit te luisteren en collega-journalisten niet zomaar na te praten. Daar waar bij Hooghwater de vocalen eigenlijk van ondergeschikt belang zijn, speelt het bij De Staat wel degelijk een rol. Torre Florim, het brein achter de band, lijkt geen enkele moeite te hebben om zijn vocalen te delen met zijn knap bedachte arrangementen, die live veel meer tot leven komen dan op het album. De Staat steekt niet onder stoelen of banken waar het de mosterd vandaan haalt; Queens Of The Stone Age. Misschien te makkelijk om alles daarmee te vergelijken, maar ook te moeilijk om te ontkennen dat de band hier zo veel op lijkt. Het begint dan ook een beetje te kriebelen wanneer Florims bewegingen en trekjes wel erg veel lijken op die van Josh Homme. Desondanks klopt De Staat als een zwerende vinger. De vijf muzikanten staan gretig, enthousiast en met zichtbaar veel plezier te spelen, vooral bassist Van Summeren krijgt hier een dikke duim omhoog voor. Zoveel energie, dat je zin krijgt om zelf het podium op te klimmen en mee te brullen. Na de single The Fantasic Journey Of The Underground Man wordt er zowaar gedanst tot het einde van de avond. Zeker een band om in de gaten te houden met oog op het volgende album. En hoewel het merendeel van De Staat origineel goed in elkaar zit, borrelt er toch een quote van Oscar Wilde na het zien van de band naar boven die enigszins van toepassing is: "talent borrows, genius steals".