Grupo Compay Segundo dompelt 013 in zoete melancholie

Cubaans gezelschap houdt naam overleden meester hoog

Wouter de Waal ,

Als hij nog geleefd had, zou hij de honderd inmiddels gepasseerd zijn: grootheid Compay Segundo, buiten Cuba vooral bekend vanwege zijn vertolking van lijfnummer Chan Chan, waarmee het succesalbum Buena Vista Social Club opent. Afgelopen donderdag liet de door hem gestichte groep in een intiem 013 horen de lessen van de meester nog niet verleerd te zijn.

Cubaans gezelschap houdt naam overleden meester hoog

Als hij nog geleefd had, zou hij de honderd inmiddels gepasseerd zijn: grootheid Compay Segundo, buiten Cuba vooral bekend vanwege zijn vertolking van lijfnummer Chan Chan, waarmee het succesalbum Buena Vista Social Club opent. Afgelopen donderdag liet de door hem gestichte groep in een intiem 013 horen de lessen van de meester nog niet verleerd te zijn.

CLUBSFEER
Door de aan de achterzijde opgetrokken gordijnen die de zaalruimte verkleinen en de vooraan opgestelde tafeltjes en stoelen, waan je je deze avond bij binnenkomst in de grote zaal van 013 eerder in een intieme club dan in een stevige concertzaal. Niet meer dan toepasselijk natuurlijk, want de groep die vanavond op het programma staat, dankt haar beroemdheid voorbij de grenzen van thuisland Cuba toch vooral aan het eveneens naar een club genoemde album van een dik decennium geleden. In die tijd leefde de naamgever van dit ensemble nog, maar inmiddels gaat men alweer enige jaren op eigen kracht de wereld rond, geleid door zoon Salvador op bas en zanger Udo Garson en verder bestaande uit een tweede zanger, een drummer, een percussionist en twee gitaristen en klarinettisten.

LEKKER DANSEN
Dat deze groep het kunstje nog niet verleerd is, blijkt wel uit het feit dat reeds na enkele liederen enige enthousiastelingen (m/v) het niet kunnen laten de open ruimte voor het podium te betreden en wat kundige danspasjes te wagen. In de loop van de ongeveer twee uur durende set vindt dit voorbeeld steeds meer navolging door lieden die de bij deze muziek behorende, sensuele en elegante dansstijl beheersen, alsook van een enkeling die deze techniek niet bepaald onder de knie heeft, maar daarom geen minder vrolijke aanblik biedt. Muzikaal gezien maken vooral de bepette, bebrilde en bebaarde hoofdgitarist en de energieke percussionist (die niet te beroerd is een enkele maal zijn hoofd als slaginstrument te gebruiken) indruk. En de beide zangers niet te vergeten, waarvan de ene garant staat voor het doorleefde geluid van de groep en de andere voor het bruisende karakter. Die laatste verzorgt ook het contact met het publiek, door regelmatige uitnodigingen tot handgeklap en uitgebreide en zeer geanimeerde gesproken introducties bij nummers. De strekking daarvan ontgaat bovengetekende echter grotendeels, aangezien ze geheel in het Spaans geschieden (wat overigens niet bijzonder hinderlijk is en bovendien zorgt voor levendige gesprekken met enige Spaanstaligen in het publiek, waarvan een enkeling Cubaans blijkt te zijn). In ieder geval passeren de nodige weemoedige juweeltjes de revue, zoals Saludo Compay, De Camino A La Vereda en Veinte Años. En aan het eind natuurlijk het met gejuich begroete lijflied Chan Chan en het eveneens immer populaire Guantanamera. Een bevredigende avond vol nostalgische maar desondanks zeer dansbare en levensbevestigende muziek.