Maar liefst drie voorprogramma’s had Paramore bij zich tijdens haar show in 013. Helaas haalden die het niveau van de hoofdact bij lange na niet. Maar dat kon het publiek, in meerderheid tienermeisjes, niet deren. Die schreeuwden en gilden alsof hun leven er vanaf hing.
NOW, NOW EVERY CHILDREN
Op het podium staat een stel meisjes dat niet ouder lijkt dan een jaar of twaalf. Maar zijn het eigenlijk wel meisjes? Net als bij Tokio Hotel is het lastig onderscheid te maken tussen het geslacht van de bandleden. Muzikaal gebeurt er verder niet veel bijzonders. Het mag allemaal wel iets strakker.
PAPER ROUTE
Wanneer je als stoere rocker een capuchon (aan een t-shirt met korte mouwen vastgemaakt nog wel) op moet zetten om indruk te maken, dan is er ergens iets mis. En dat terwijl de muziek niet eens zo verkeerd klinkt. Weliswaar is het allemaal behoorlijk simpel en rechttoe rechtaan, maar de zang is oké en ligt goed in het gehoor. Een beetje volwassener worden zou niet verkeerd zijn voor deze band.
YOU ME AT SIX
Eerder dit jaar stond You Me At Six op Pinkpop. Van de drie bands in het voorprogramma is deze het meest bekend en kan dan ook op het meeste enthousiasme rekenen. Dat deze Engelse wannabe’s op Pinkpop stonden, is echter meer een belediging voor het festival dan een compliment voor de band. Godmiljaar, wat een wanvertoning is dit. Zanger Josh Franceschi houdt schijnbaar niet van zuiver zingen. Op de weinige momenten dat de muziek aardig klinkt, zorgt dat ervoor dat het totaalplaatje alsnog bagger is. Vooral bij een cover van Lady GaGa’s Pokerface, op zich verder niet slecht uitgevoerd, breekt dit de band echt op. Afvoeren die hap.
PARAMORE
Dan de band waarvoor deze avond al maanden uitverkocht is: Paramore. De Amerikanen hebben een apart en origineel decor meegebracht. Schilderijlijsten met lampen erin en ernaast kleden het podium aan. Wanneer de band dat podium betreedt, stijgt het volume van het geschreeuw tot grote hoogte. Dat geschreeuw zal nog vele malen terugkomen; bij iedere zin die zangeres Harvey Williams zegt en ieder kunstje wat één van de andere bandleden flikt. En kunstjes zitten er genoeg in de show van Paramore. Hoogtepunt is het moment waarop de ene gitarist middenin een nummer over de andere gitarist heen springt. Hoewel de show waarschijnlijk routinewerk is (dat over elkaar heen springen bijvoorbeeld gebeurt schijnbaar al jaren), lijkt dat niet zo. Vooral zangeres Williams (“This place is sooooo awesome!”) heeft er zin in, of doet in ieder geval goed alsof.
Paramore maakt vrolijke, commerciële poppunk die lekker in het gehoor ligt. Minpunt is dat de nummers na een tijdje behoorlijk op elkaar beginnen te lijken. Weliswaar hoor je verschil tussen de eerdere albums en het nieuwe werk, maar de opbouw, rifjes en de vele whoo-hoo’s zijn vaak hetzelfde. Positieve uitzondering daarop is het mooie en rustige The Only Exception, waarbij de aanstekers in de zaal de lucht in gaan.
Op het einde komt dan eindelijke de grootste hit, Misery Business, langs. Het publiek zingt het nummer zo hard mee, dat Williams moeite moet doen om er overheen te komen. Daarom laat ze een groot gedeelte van de refreinen maar aan de fans over. Tijdens het laatste nummer stroomt het podium vol met fans die nog even een chaotisch feestje bouwen. Vervolgens klinken om exact kwart over tien, precies zoals op de planning stond, de laatste noten. Waarna de ouders die buiten staan te wachten hun kinderen weer veilig in hun armen kunnen sluiten.
Geroutineerde kunstjes en schorre kelen bij Paramore
Jong publiek geniet van vier bands in iets meer dan drie uur
Maar liefst drie voorprogramma’s had Paramore bij zich tijdens haar show in 013. Helaas haalden die het niveau van de hoofdact bij lange na niet. Maar dat kon het publiek, in meerderheid tienermeisjes, niet deren. Die schreeuwden en gilden alsof hun leven er vanaf hing.