Bevlogen oer- en polderblues met gemoedelijke Bas de Haan

Dronken op de bank met Robert Johnson en Jimi Hendrix

Marco van Hoof ,

In twee sets van een uur laat bluesgitarist Bas de Haan zowel eigen werk als covers horen in het Nederlands en het Engels. Hierbij betrekt hij het in positieve zin praatgrage publiek en hij maakt op zeker moment zelfs even een quiz van zijn optreden. De Haan wil de Paradox wat leren en verschillende bluesgrootheden worden genoemd en geroemd.

Dronken op de bank met Robert Johnson en Jimi Hendrix

In twee sets van een uur laat bluesgitarist Bas de Haan zowel eigen werk als covers horen in het Nederlands en het Engels. Tussen de nummers verhaalt de part-time gitaarleraar over komische situaties die hem zijn overkomen, die al dan niet iets te maken hebben met het volgende nummer. Hierbij betrekt hij het in positieve zin praatgrage publiek en hij maakt op zeker moment zelfs even een quiz van zijn optreden.

Nadat Eric Wagt de avond inleidt met Wheelchair Willy en Bunderblues, begint de kale, goedgemutste De Haan met prima polderblues die qua tekst uit de koker van Daniël Lohues had kunnen komen. Tijd voor een praatje met het publiek blijkt De Haan altijd wel te hebben. Zo refereert hij naar het optreden dat hij anderhalf jaar geleden gaf in Paradox en is hij benieuwd wie er toen ook al bij waren. Een paar handen (van de ongeveer twintig paar handen die de zaal telt) gaan de lucht in en de gitarist stelt tevreden vast dat er dus een boel nieuwe aanwas onder het publiek is.

De Amsterdamse gitaarleraar wil ook de Paradox wat leren en gaat op de Leo Blokhuis-tour met de quizvraag wie het volgende nummer geschreven heeft. Dat het Black Betty is, is al vrij snel duidelijk, maar wie het schreef is moeilijker. Het publiek roept van alles (Robert Johnson, “Blind” Willie Johnson, voormalig president van de Verenigde Staten Lyndon B. Johnson) maar komt niet tot het goede antwoord. In de laatste seconde van het nummer weet iemand – met dank aan Google - dat het Lead Belly was die het nummer schreef. Het zal nog veel gebeuren vanavond: het noemen en roemen van de verschillende bluesgrootheden. Zo zit De Haan in het bluesdroomnummer Dronken Op De Bank dronken op de bank met Robert Johnson en Jimi Hendrix en vertelt hij over een achtjarige leerlinge van hem die Ilse DeLange een 9 gaf en de al geroemde legende Lead Belly slechts een magere 6,5 als rapportcijfer. 

Na het lieve Die Jongen Van De Overkant (van de gelijknamige, nieuwe cd), pakt De Haan zijn mondharmonica en blaast en zuigt de oerblues van Little Walter's It Ain't Right de zaal in terwijl hij met z'n voeten denkbeeldig in de Mississippimodder stampt. Of het nou de Nederlandse polder of de drassige Delta in de VS is, is irrelevant voor de muzikant. Waar blues is, is De Haan om haar al spelend te eren en daarbij naadloos aan te sluiten bij een schitterende traditie. Vlak voor de pauze, als De Haan zijn elektrische gitaar pakt en het instrumentale Rustig speelt, valt aan zijn gezicht te zien dat hij niet tevreden is. Na het nummer vertelt hij het publiek dat je als artiest nooit mag zeggen dat het niet lekker ging, maar dat het nu niet lekker ging. Voor strafpunten van de zaal hoeft De Haan niet bang te zijn, zijn uitleg over waarom het niet lekker ging, zorgt juist voor enige hilariteit.

De Haan leidt Mijn Pa Heeft Niet Lang Meer (op muziek van Robert Johnson) in door te zeggen dat hij dit anderhalf jaar geleden ook al speelde en dat zijn vader nog altijd leeft, wat zijn geloofwaardig als songwriter een beetje begint aan te tasten. Het nummer zelf is gespeend van poespas en toont aan dat de ellende van de één voor de ander vaak net zo herkenbaar is, zeker als het zo invoelbaar vertolkt wordt. Daarna is het tijd voor twee wat 'lulligere liedjes' waarvan De Haan aangeeft dat de eerste 'niet meetelt', hij heeft het namelijk gister geschreven voor het achtjarige meisje dat hij les geeft. Bij It Hurts Me Too lijkt het of er ergens een elpee opstaat door het aangenaam kraken van de op de hals in plaats van op de buik aangeslagen snaren. Binnen de enkele beperking (vocaal lijkt hij soms tegen zijn grens aan te zitten) die hij heeft, opereert De Haan uitermate kundig en met grote passie en dito eerbied voor de blues.