Declan de Barra imponeert tijdens eerste Luisterkuil

Opener Davie Lawson klinkt als jonge, melancholische Bob Dylan

Wouter de Waal, ,

Muziekcafé Cul de Sac heeft met ingang van dit seizoen een nieuw, onregelmatig terugkerend dinsdagavondprogramma: De Luisterkuil. In een sfeervolle entourage van kaarsen en zitkussens krijgen veelbelovende, maar nog relatief onbekende singer/songwriters de kans zich voor te stellen aan het Tilburgse publiek. Afgelopen dinsdag beten Davie Lawson en Declan de Barra het spits af.

Opener Davie Lawson klinkt als jonge, melancholische Bob Dylan

Muziekcafé Cul de Sac heeft met ingang van dit seizoen een nieuw, onregelmatig terugkerend dinsdagavondprogramma: De Luisterkuil. In een sfeervolle entourage van kaarsen, zitkussens en een knapperend vuurtje (nou ja, op het videoscherm dan) krijgen veelbelovende, maar nog relatief onbekende singer/songwriters de kans zich voor te stellen aan het Tilburgse publiek. Afgelopen dinsdag beten Davie Lawson en Declan de Barra het spits af. DAVIE LAWSON De uit het noorden van Wales afkomstige, maar tegenwoordig in Glasgow woonachtige Lawson zingt melancholische en enigszins cryptische liederen, begeleid door de akoestische gitaren van hemzelf en zijn voor de gelegenheid opgetrommelde compagnon. Hoewel zijn stem wat minder bijtend is, roepen zijn poëtische teksten en ook zijn cover van de traditional Moonshiner associaties op met Bob Dylan in zijn jonge jaren. Natuurlijk al helemaal als hij op het einde van het concert een aan een beugel bevestigde mondharp tevoorschijn haalt. Waarmee overigens niet gezegd is dat deze jongeman geen duidelijk eigen smoel heeft: zijn songs hebben doorgaans een wat intiemer karakter dan die van Dylan. Iemand om in de gaten te houden. DECLAN DE BARRA Na het eerste lied verontschuldigt De Barra zich voor zijn bescheiden capaciteiten op gitaar, zeker in vergelijking met zijn voorganger deze avond. Maar dan is al duidelijk geworden dat er een ander instrument is dat De Barra uitzonderlijk goed beheerst: zijn eigen stem. Hij zingt zijn openingssong zonder hulp van instrumenten of microfoon, maar die blijken ook volstrekt overbodig: deze kerel raakt je meteen met zijn soms krachtig, dan weer welhaast fluisterend, maar altijd uitdrukkingsvol gezang. Door zijn grote bereik, zowel qua dynamiek als qua toonhoogte, ligt een vergelijking met Jeff Buckley erg voor de hand en die is dan ook al vaker gemaakt door critici. Meestal zorgt die vergelijking voor een gevoel van teleurstelling bij het daadwerkelijk beluisteren van de vergeleken artiest: zo goed is het toch allemaal ook weer niet. Maar De Barra is werkelijk goed. Sterker nog, mocht iemand Buckleys stem soms iets te jongensachtig en overdreven vinden, dan is deze Ier een echte aanrader. Eigenlijk is hij dat sowieso. En hij heeft nog gevoel voor humor ook, zoals blijkt uit de komische verhaaltjes die hij tussen de sombere nummers door vertelt. Niet verwonderlijk dat Jan Douwe Kroeske al fan is. (En Cul-programmeur Jan Kinds ook trouwens.) Luister en overtuig jezelf.