Living Colour overtuigt nog steeds, met mate(n)

The Dallas Explosion vormt een aangename opwarmer

Wouter de Waal, ,

Afgelopen vrijdag stond het legendarische viertal Living Colour op het grote podium van 013. Dit icoon van de harde rock vierde eind jaren tachtig en begin jaren negentig grote triomfen over de hele wereld. Een kleine twintig jaar later heeft de band nog steeds niet aan zeggingskracht ingeboet, maar het succes van destijds zal men vermoedelijk niet snel meer evenaren.

The Dallas Explosion vormt een aangename opwarmer

Afgelopen vrijdag stond het legendarische viertal Living Colour op het grote podium van 013. Dit icoon van de harde rock vierde eind jaren tachtig en begin jaren negentig grote triomfen over de hele wereld. Een kleine twintig jaar later heeft de band nog steeds niet aan zeggingskracht ingeboet, maar het succes van destijds zal men vermoedelijk niet snel meer evenaren. THE DALLAS EXPLOSION De zaal stroomt langzaam vol terwijl het Belgische drietal The Dallas Explosion zijn korte set van soulvolle ouderwetse rock speelt. Een aangename band, die echter in weerwil van de naam niet bijzonder explosief is. Het gaandeweg talrijker wordende publiek kletst dan ook rustig door terwijl de band haar ding doet. Niemand zal zich aan dit aardige optreden gestoord hebben, maar het lijkt anderzijds ook onwaarschijnlijk dat de band veel nieuwe aanhangers heeft gewonnen met haar vriendelijke en bescheiden presentie. LIVING COLOUR Maar goed, dat publiek is natuurlijk ook gekomen voor de vier oppermachtige heren van Living Colour. Als de band aantreedt is dat trouwens tevens de eerste indruk: vier zelfstandige individuen die op tamelijk grote afstand van elkaar hun virtuoze ding doen. Gelukkig zoeken de bandleden elkaar echter al gauw meer op, waardoor je wel degelijk het gevoel krijgt met een echte band van doen te hebben. Een band ook die naast de vele klassiekers van met name de eerste twee albums (Desperate People, Middle Man, Pride, Funny Vibe, Elvis Is Dead, Type, Which Way To America?, Glamour Boys en op het einde van de reguliere set natuurlijk Time’s Up en Cult Of Personality) het nodige verse materiaal van een volgend jaar te verschijnen album op het publiek loslaat (zoals Method To The Madness en Deca-Dance, een titel die behoorlijk doet denken aan een nummer van Extreme, zeer binnenkort ook te bezichtigen in de grote zaal van 013, maar dat terzijde). Men gaat er dus nog steeds voor en dat levert een mooi optreden op, waarbij binnen de nummers regelmatig ruimte is voor afwijkingen op de standaard albumversies en ook tussen de nummers door de gitarist, drummer en bassist de ruimte krijgen zich uit te leven (die laatste zelfs te midden van het publiek), wat de nodige indrukwekkende muzikale krachtpatserij uitlokt. Met de toegiften Love Rears Its Ugly Head en de Clash-cover Should I Stay Or Should I Go komt het publiek, dat voor het grootste deel vooral aandachtig heeft toegehoord, ook wat meer tot leven en zingt lustig mee. Dat de band even daarvoor in Time’s Up en Cult Of Personality wat steekjes heeft laten vallen vergeven we ze dan ook graag (hoewel het ontbreken van persoonlijke favoriet Solace Of You op de speellijst voor bovengetekende wat moeilijker is te verkroppen, maar een mens kan ook niet alles hebben). Al met al een muzikaal gezien uitstekend en wat presentatie betreft overtuigend optreden van een band waarvan de commerciële hoogtijdagen weliswaar in het verleden liggen (deze crossover muziek is immers niet bepaald mainstream meer), maar waarvan de toekomst als grote cultact met een gerust hart tegemoet gezien kan worden.