Ministry’s laatste, luidruchtige adem

Baroness en Stonede My Uncle The Wolf spelen voor klein publiek

Simon Verheijden, ,

Zondag gaf Ministry zijn laatste optreden. Na zevenentwintig jaar houdt opperhoofd Al Jourgensen het voor gezien. Het was een gevarieerde avond met Baroness en My Uncle The Wolf in het voorprogramma. Jammer genoeg voor hen kwam het publiek pas laat binnen. Hoofdact Ministry sloot zijn laatste show snoeihard, maar clichématig af.

Baroness en Stonede My Uncle The Wolf spelen voor klein publiek

Vandaag voor de laatste keer Ministry. Na zevenentwintig jaar houdt opperhoofd Al Jourgensen het voor gezien. Zijn immer controversiële band zal nog één keer zijn fans ondersteboven blazen, daarna rest ons enkel de albums om deze sonische terreur op onze trommelvliezen los te laten. Met twee bands in het voorprogramma die beide uit een behoorlijk ander vaatje tappen dan de hoofdact, krijgt het publiek vanavond een gevarieerd programma. Jammer genoeg voor Baroness en My Uncle The Wolf komt het grootste deel van het publiek pas laat binnen. Zonde, want vooral de eerste band zet een erg goed optreden neer. EENZAME BARONESS Eerder dit jaar speelde Baroness als hoofdact in een volgepropte Bat Cave de sterren van de hemel. Dit keer mogen ze de Dommelsch Zaal opwarmen voor Ministry. De heerlijk zware muziek van dit viertal uit New York wordt vaak vergeleken met de sound van Mastodon. Niet onterecht, dit is duidelijk een band met eenzelfde kijk op muziek. Het zij ze vergeven, de heren laten namelijk genoeg eigen ideeën horen om simpelweg als kloon bestempeld te worden. Zonder aankondiging beginnen de gitaren te feedbacken en wordt er langzaam tot een climax van ruwe, logge riffs opgebouwd. Baroness brengt meeslepende melodieën, complexe drumfills, fragiele gitaarpartijen, afgewisseld met loodzwaar geweld en een zanger die zowel ingetogen zang als oergebrul laat horen. Alles wordt strak neergezet en behalve de iets te zachte zang en te veel trigger op de bassdrum is het geluid goed. Maar… er is geen hond in de zaal! Er is ongeveer net zo veel publiek als in januari in de Bat Cave, maar dit is natuurlijk veel te weinig om de Dommelsch Zaal te vullen. Het aanwezige publiek lijkt Baroness goed te pruimen, maar geniet in stilte. Een erg enthousiaste reactie hoeft de band dan ook niet te verwachten. Het feit dat Baroness tijdens het optreden geen stom woord tegen het publiek zegt, helpt ook niet echt mee. Pas na het laatste nummer zegt zanger John Baizley even hoe zijn band heet en wenst hij ons veel plezier met de andere bands. Hier volgt gelukkig nog een redelijk applaus op van de nog altijd vrij lege zaal. STONEDE WOLF My Uncle The Wolf (MUTW) is een jonge band, ook afkomstig uit New York. Als je echter niet beter weet, zou je denken dat het gezelschap in New Orleans woont. Zoals Baroness vaak met Mastodon vergeleken wordt, lijkt MUTW erg veel op bands als COC, Crowbar en voornamelijk Down, allen uit New Orleans. Dit betekent een loodzware, duistere pot sludge metal met bluesy gitaarwerk en een gepijnigd klinkende zanger. Deze zanger kan maar niet vaak genoeg benadrukken hoe geweldig het is om in Nederland te zijn, of “weed smokin’ wonderland” zoals hij het graag noemt. De hele band is zó ongelooflijk stoned, dat ze wel erg tam op het podium staan. De muziek die ze spelen klinkt als een klok, maar podiumpresentatie is iets waar de band in deze conditie een broertje dood aan heeft. Heel erg jammer, want de groovende ritmes en lekkere bluessolo’s die het publiek voorgeschoteld krijgt zijn helemaal niet slecht. Als ondergetekende drummer Joey Debbs later probeert uit te leggen dat Nederlanders het helemaal niet boeiend vinden om te horen hoe graag Amerikanen hier komen blowen, is hij nog altijd te ver heen om het te begrijpen. Het enige waar hij het over kan hebben is hoe graag hij hier wil wonen om iedere dag stoned te worden en onze geweldige politie die volgens hem ook allemaal stoned zijn. Tegen het einde van het optreden is de zaal behoorlijk volgelopen, maar het feit dat er meer mensen rond de verschillende bars staan dan bij het podium, laat eens te meer zien dat iedereen maar voor één band komt: Ministry. OPGEBRANDE MINISTER Na een lange ombouwpauze staat het kippengaas klaar en kunnen de video- en lichtshow beginnen, alleen de band heeft schijnbaar nog even tijd nodig, want het publiek krijgt eerst nog I’m Not Gay te horen van Revolting Cocks, een andere band van Mr. Ministry: Al Jourgensen. De drie videoschermen die tijdens het komende optreden gebruikt zullen worden laten alvast een ronddraaiende discobol in de vorm van een schedel zien. Het zal later slechts een klein voorproefje blijken. Daarna gaat het eindelijk beginnen. Zonder waarschuwing knallen de extreem elektronisch klinkende blastbeats je om de oren, barst er een visueel geweld los van jewelste en staat de band minus Jourgensen op volle toeren zijn instrumenten te geselen. De videoschermen laten stukjes gewelddadige nieuwsbeelden zien in felle kleuren, terwijl de stroboscoop overuren draait. Dan komt de frontman het podium oplopen in een lange jas, hoge hoed en zijn eeuwige zonnebril en begint hij in zijn microfoon met stemvervormer te brullen. Binnen twintig seconden is de hele zaal wakker geschud en van een verbaasde blik met open mond overgegaan naar agressief headbangen. Het geluid is absurd hard, terwijl de gitaren in het begin nog niet eens zo heel goed te horen zijn. Dit wordt gelukkig snel bijgesteld. Eén ding is duidelijk: bepaalde frequenties zal het publiek na vandaag nooit meer kunnen horen. Instant gehoorbeschadiging. Vermoedelijk probeert Ministry vanavond het volume van Meshuggah, gisteren in 013, te overtreffen. En waarom ook niet? Go out with a bang! Zoals gezegd zal Al Jourgensen na deze tour stoppen met zijn Ministry. Later dit jaar zal hij vijftig worden en hoewel hij het muzikantenleven niet helemaal op zal geven, vindt hij het voor deze band genoeg geweest. Niet onverstandig, gezien zo vaak gezegd wordt dat je moet stoppen op je hoogtepunt. De laatste vier albums van Ministry (laatste coveralbum niet meegerekend) lieten een herboren band horen, die zijn zaken weer voor elkaar had. Echter na een nummer of vijf van het concert, begint een licht gevoel van verveling toe te slaan. Het enorm harde, brute geluid slokt zo veel van de details in de muziek op, dat de nummers erg inwisselbaar worden. De muzikanten om Jourgensen heen ogen professioneel en doen hun best het publiek op te hitsen, maar de frontman zelf is niet erg energiek te noemen. De manier waarop hij continu op zijn uitbundig versierde microfoonstandaard leunt en zachtjes met zijn hoofd knikt doet denken aan een andere opgebrande rockster/ex-junk: Ozzy Osbourne. Het optreden gaat eigenlijk tot het einde toe op dezelfde manier door. Niet slecht, maar zeker niet geweldig. De video- en lichtshow blijven net zo hard doorrammen als de muziek tot een punt van totale verzadiging. Als dan ook nog, uit betrouwbare bron, het gerucht de ronde doet dat Jourgensen staat te playbacken, zijn een heleboel mensen toch behoorlijk teleurgesteld. Inderdaad het goede moment om te stoppen. Blij dat ze de laatste show hebben mogen meemaken, maar ook teleurgesteld over een clichématig optreden loopt 013 leeg. Ministry rust in vrede, het publiek met een constante piep in de oren.