Het komt uit de tenen bij Pinback

Kleine Zaal getuige van vakmanschap

Bas van Duren, ,

Soms hoef je als band niet eens zo ontzettend lang te spelen om te overtuigen. Zelfs een voorprogramma om je publiek op te warmen is dan niet nodig. Zo ook donderdagavond in de Kleine Zaal met het Amerikaanse Pinback, dat even de tijd nodig had om in het juiste ritme te komen, maar daarna tot het einde bleef boeien.

Kleine Zaal getuige van vakmanschap

Soms hoef je als band niet eens zo ontzettend lang te spelen om te overtuigen. Zelfs een voorprogramma om je publiek op te warmen is dan niet nodig. Zo ook donderdagavond in de Kleine Zaal met het Amerikaanse Pinback, dat even de tijd nodig had om in het juiste ritme te komen, maar daarna tot het einde bleef boeien. GRAPJASSEN Pinback programmeren in 013 tijdens de zomervakantie is een gewaagde stap; de band uit San Diego kent een aanzienlijke fanbase die voor een groot gedeelte uit indie-nerds bestaat. En die hebben we op zich niet zoveel in Tilburg. Daarnaast helpt het hoogstwaarschijnlijk ook niet dat afgelopen woensdag de band al in Paradiso stond te spelen. Want waarom een band bekijken in een stad ergens in het zuiden, als je diezelfde band ook al op een prachtlocatie kan zien? Simpel. Omdat ze steengoed zijn. Vijf mannen staan op het podium, met in het midden het duo waar het altijd om heeft gedraaid; Rob Crow op gitaar en leadzang, Zach Smith op basgitaar en (meestal) tweede stem. Het publiek is vertegenwoordigd met een man of tachtig, waarvan er een aantal tussen de liedjes door met Crow praat. De stiltes die tussen de eerste paar nummers vallen, zijn wat ongemakkelijk en Crow maakt een paar grapjes die over het algemeen snel doodvallen. OMMEKEER Maar dan wordt er een knop omgezet zoals je dat wel vaker bij concerten ziet. De flauwe grapjes worden ingewisseld voor een verhaal van Crow over de pianist die vanwege een tumor niet mee op tour kon. De rommeligheid waarmee de eerste paar nummers worden uitgevoerd, is verdwenen. In de plaats daarvoor staat de band met overtuiging te spelen op een manier die synoniem is aan de naam Pinback; minimalistische gitaarpartijen die vakkundig door elkaar worden geweven. Smith zingt van tijd tot tijd behoorlijk vals, maar het komt wel uit zijn tenen. Bij de eerste paar tonen van Non-Photo Blue klinkt er gejuich uit de zaal, iets wat daarna vaker voorkomt. Tegen het einde worden alle registers opengetrokken voor de stevigste nummers van het repertoire en kan iedereen met een goed gevoel naar huis. De paar mensen die daarna nog wat gaan drinken in de Cul mogen dan nog even getuige zijn van Crow die met zijn kont staat te schudden op Milkshake van Kelis.