Op ZXZW trekken bijna evenveel muzikale stijlen als bands aan het publiek voorbij. Er wordt achteloos gemixt of juist voorzichtig afgetast naar nieuwe, onvoorspelbare verbindingen. Jazz en metal vormen kruispunten, gebruiksvoorwerpen nemen de rol van elektronica over, een vegetarische kooksessie verwordt tot geluidskunst. Crossover en schijnbare tegenstellingen zijn alomtegenwoordig op dit festival.
De Grote Paradox wordt zondagavond compleet met Cutting Pink With Knives. De band doet in de Batcave een poging de ultieme kruisbestuiving tot stand te brengen. We horen zwaar pompende hardcoreriffs, swingende funky discodeuntjes en ongemakkelijke jazzsolo's, afgewisseld met vrolijke skatepunk, snoeiharde grindcore en koortsachtige electro. Samen vormen ze een verbijsterend alchemistisch brouwsel, wat het publiek voor een dilemma stelt: stilstaan is eigenlijk onmogelijk bij dit hyperactieve optreden, maar hoe dans je hier in godsnaam op? De bandleden zelf geven het goede voorbeeld, zowel op het podium als in de zaal, aangevoerd door een zanger die zijn geringe lengte (die hij tussendoor met de nodige Britse zelfspot blijft benadrukken) compenseert met brute oerschreeuwen. Kijkend naar de zanger beginnen we iets te begrijpen van de bandnaam. In zijn performance gaan extreme aggressiviteit en hijgerige nichterigheid een merkwaardige verbinding aan. De kip-of-ei-vraag is of de band zijn muziek spiegelt aan de persoonlijkheid van de zanger of dat het omgekeerde het geval is. Hoe dan ook, Cutting Pink With Knives is even verrassend als overdonderend. De ultieme belichaming van het ZXZW-gevoel.
In de Kleine Zaal nadert de freakshow even later zijn slotakkoord met de experimentele noise-rock van The Locust. Voor een volle zaal verschijnen de bandleden in blauwe insectenpakken om hun vervreemdende muzikale hersenspinsels over het publiek uit te storten. The Locust heeft zichzelf het groteske doel gesteld 'de muziek te vernietigen'. Die uitspraak zou je kunnen zien in de traditie van Marcel Duchamp, die met dezelfde instelling een porseleinen pisbak met barsten erin tot kunst verhief. De vernietigingsdrang uit zich bij The Locust in snoeiharde gitaarriffs, die geënt zijn op hardcore en death metal. Onvoorspelbare wendingen zorgen voor verwarring in de extreem korte nummers, wat nog eens versterkt wordt door de elektronica. Een bombastische ruis voorziet het geluid van een duistere grondtoon, een hoog gezoem pleegt aanslagen op de trommelvliezen. Toch is het 'noise' element hier niet willekeurig te noemen. Op het eerste gehoor schrikt het af, maar eenmaal gewend aan het anti-muzikale karakter van de band bespeur je een complex achterliggend systeem. Want net als het werk van Duchamp is The Locust niet alleen rebels en destructief, het is ook geraffineerd en vernieuwend. Het is ongelooflijk strak gespeelde chaos. Muzikale quantum-mechanica. De uitspraak over het 'vernietigen van de muziek' zal dan ook ongetwijfeld overdrachtelijk bedoeld zijn, een uiting van onvrede over alle dertien-in-een-dozijn bandjes die genres uit de underground kapen, inkapselen en zo toegankelijk maken dat de essentie ervan verdwijnt. The Locust is een avantgardistische reactie op de vervlakking in de hardere genres. Even ongemakkelijk als indrukwekkend.
Zondag: Verbijstering in Motel Bizarre
Cutting Pink With Knives en The Locust sluiten festival waardig af
Na een lang weekeinde van verfrissende, verrassende en vaak verbijsterende bands zou het toetje de overtreffende trap blijken. Met onthutsende optredens van de arty noise-rockers The Locust en het even verwarrende als aanstekelijke Cutting Pink With Knives zegevierde de Grote Paradox op het einde van ZXZW. 013 konden we tijdelijk omdopen tot Motel Bizarre.