Zondag: Heerlijk wakker worden met Atlantis

Charlie Adler en Beehoover overtuigen, Planet Aids poogt te shockeren

Stefan van Doleweerd en Ferdinand Vleugel, ,

De laatste dag ZXZW begon (zoals we inmiddels van het festival gewend zijn) wisselend. De eerste band van de dag, Atlantis, betoverde ons nog met redelijk toegankelijke muziek. Zoals we echter ook gewend zijn van ZXZW veranderde 013 al weer snel in een plek vol chaos en noise.

Charlie Adler en Beehoover overtuigen, Planet Aids poogt te shockeren

Hoewel het programma in 013 vandaag op alweer de laatste dag van een weekje ZXZW pas om drie uur begon, hadden de meeste bezoekers nog last van kleine oogjes na een zware avond. Gelukkig voor hen was het heerlijk wakker worden met Atlantis. In een duistere Kleine Zaal opende Atlantis met een al even duister, maar uitermate sfeervol geluid. De band maakt experimentele, instrumentale rockmuziek met een beklemmende sfeer die geïnspireerd is door ‘the feeling of loss’. Gelukkig voor de band is de Kleine Zaal al goed gevuld met ‘vroege vogels’ die zeker niet teleurgesteld zullen zijn door Atlantis. Op een zondagmiddag onverwacht tegen zo’n geweldige band aan lopen, dat is wat ZXZW zo’n uniek festival maakt. Zowel het publiek, dat muisstil is tussen de nummers door, als de band gaat volledig op in de muziek. Door de volle programmering vandaag is het niet mogelijk om langer dan een half uurtje te genieten van Atlantis. Zeker een ontdekking waar we in de toekomst meer van willen horen. Na het indrukwekkend optreden van Atlantis meteen door naar de volgende band; Charlie Adler. Compleet iets anders, maar zeker ook goed in zijn soort. De psychotische metalcore van Charlie Adler ligt in de lijn van Dillinger Escape Plan en toch al redelijk wat metalliefhebbers naar de Bat Cave te trekken. Hoewel de lat erg hoog ligt als je wordt vergeleken met Dillinger, stelt de band absoluut niet teleur. De bandleden, inclusief een invallende drummer, hebben er zelf zichtbaar lol in en nemen het allemaal niet te serieus. De strakke en technisch zeer vaardige nummers worden afgewisseld met flauwe samples van Elvis (“Thank you, thank you very much”), scheten en boeren. Na het rustige wakker worden bij Atlantis heeft Charlie Adler inmiddels de laatste restanten van vermoeidheid verdreven. De energie die van de bandleden afspat is prachtig om te zien en zouden we eigenlijk nog een keer terug moeten zien tijdens een metalfest in 013. Waarschijnlijk gaan de mannen van Charlie Adler dan helemaal los en zijn de strakke gitaarpartijen en de slopende zware stukken daar nog meer op hun plaats. Twee bands gezien en twee keer positief verrast. “Thank you, thank you very much.” (SvD) Het daarop volgende Beehoover is een van de vele bands op ZXZW die probeert te bewijzen dat je met zijn tweeën heel goed muzikaal uit de voeten kan, en ze slagen daar goed in. Het geluid is vol en vooral door de pakkende composities, die laveren tussen jazz en stonerrock, voorkomen de Duitsers dat verveling optreedt. Doomjazz noemen ze het zelf, en in die term kunnen we ons wel vinden. Het geheel doet denken aan een andere tweemansband: Death From Above 1979. Met heftig groovende drums en een zwaar overstuurde bas, die tegelijkertijd gebruikt wordt als gitaar, weet de band het publiek behoorlijk te vermaken. Het enthousiasme van de mannen zelf is ook aanstekelijk, hoewel de bezoekers toch vooral stil blijven staan. Jammer, want Beehoover maakt interessante muziek waar je tegelijkertijd prima op los zou kunnen gaan. De Batcave wordt vervolgens in dikke nevelwolken ondergedompeld als de theatrale noise-act Planet Aids aantreedt. Planet Aids wordt aangevoerd door een druïde-achtig type met een statige mantel om, een vettig staartje aan zijn hoofd en een bezeten glans in zijn ogen. Muzikaal gezien kunnen we kort zijn: het is noise, en wel van het duistere soort. Het draait om verbijstering, ‘shock-and-awe’ om het op zijn Amerikaans te zeggen. ‘Respect my creation!’, brult de hogepriester tegen het publiek. Het overgrote deel van de duistere preek blijft, in goede kerkelijke traditie, in het luchtledige hangen. We vangen nog wel iets op over een ‘glorious disease’, wat dan waarschijnlijk weer slaat op het virus waar het clubje zijn naam aan heeft ontleend. Shockerend? Tsja, voor sommigen misschien. Maar om echt de monden open te laten vallen van verbazing moet je toch van betere huize komen. Een enkeling sluit zijn ogen, balt zijn vuisten en lijkt ieder moment in tranen uit te kunnen barsten. Maar dat zou toch te veel eer zijn. (FV)