Eindelijk weer eens naar hogere sferen

Astrosoniq en Orange Goblin beuken het stonerrockseizoen open

Ferdinand Vleugel, ,

Het duurde even, maar ook voor de liefhebbers van stonerrock is het seizoen na een lange zomerstop weer aangebroken in Tilburg. De Britse band Orange Goblin en Brabants space-trots Astrosoniq tilden beide de kleine zaal van 013 donderdagavond op geheel eigen wijze naar hogere sferen. Al duurde het deze keer wel een tijdje voordat het ruimteschip opsteeg.

Astrosoniq en Orange Goblin beuken het stonerrockseizoen open

Het duurde even, maar ook voor de liefhebbers van stonerrock is het seizoen na een lange zomerstop weer aangebroken in Tilburg. De Britse band Orange Goblin en Brabants space-trots Astrosoniq tilden beide de kleine zaal van 013 donderdagavond op geheel eigen wijze naar hogere sferen. Al duurde het deze keer wel een tijdje voordat het ruimteschip opsteeg. ASTROSONIQ Voor de gelukkigen die er op Roadburn 2006 bij waren, kon het veelzijdige Astrosoniq waarschijnlijk al niet meer stuk. Ook in het voorprogramma van Stone Sour lieten de Ossenaren vorig jaar zien dat ze in dit genre op zijn minst aan de Nederlandse top staan. Reden genoeg om hoge verwachtingen te hebben van deze spacerockers uit Oss. De bandleden, per slot van rekening op vertrouwde bodem, betreden ontspannen het podium. Misschien wel een tikje té ontspannen. Want hoewel de opbouwende mix van slepende gitaarriffs en vervreemdende synthesizerklanken altijd wel aangenaam klinkt, lijkt het de band vanavond aan een belangrijk ingrediënt te ontbreken: bezieling. Zanger Fred van Bergen zingt weliswaar zuiver, maar hij staat er wat lusteloos bij. Het publiek heeft ook door dat Astrosoniq vanavond niet helemaal op scherp staat; de respons is dan ook matig. En dat is jammer, want muzikaal is deze band de afgelopen tijd juist erg gegroeid. Zeker op het laatste album, Speeder People, bewijzen de Ossenaren een breder scala aan stijlen te beheersen dan de ontaarde spacerock die ze tot dan toe tot hun specialisme hebben verheven. Niet dat Astrosoniq zijn lichtelijk onnavolgbare, sferische stijl heeft losgelaten. Integendeel, de toevoeging van rauwe bluesrock, swingende rock ‘n’ roll en een sinistere jazzvariant is absoluut een verrijking voor de muziek. Hoe uitgebalanceerd ook op album, Astrosoniq speelt vanavond wat rommelig. De ‘space-sectie’, bestaande uit het keyboard en de synthesizer, die zo bepalend is voor deze muziek is niet goed hoorbaar. Daarbij heeft de band telkens korte pauzes nodig om zichzelf weer terug in het gareel te krijgen. Een legitiem excuus hebben ze wel: een lange week spelen en zuipen in Duitsland gaat je niet in de koude kleren zitten. Als de spacerockers dan toch af en toe het vuur krijgen, schudden de hoofden (en haren) in de zaal eindelijk op en neer. En het moet gezegd worden, het wild rockende Rocket Science is niets minder dan een rock ‘n’ roll sensatie. Na een kleine drie kwartier is Brabants stonerrock-trots dan weer van het podium verdwenen. Het publiek druppelt matig tevreden de zaal uit, op zoek naar bier, hasj of leuke muziekfotografes. Maar dan, als de kleine zaal half leeg is, besluit Astrosoniq het lauwe applaus snel te vergeten en het ietwat teleurstellende optreden alsnog goed te maken. Wat volgt is een onverwachte triomftocht. De band haalt zijn hele scala aan opbouw, goedgeplaatste gitaaruitbarstingen en psychedelica uit de kast. Zo mondt een matig optreden uit in een heftig pulserende finale, die over een tijdsbestek van twintig minuten leidt van climax tot climax, onderbroken door geluidstapijten die rechtstreeks vanuit de buitengrenzen van het Alfa Kwadrant lijken te zijn geïmporteerd. ORANGE GOBLIN Tot dusver zijn de filmbeelden wat aan de aandacht ontschoten, maar de mannen van Orange Goblin vestigen er graag zelf de aandacht op. De kleurrijke stipjes en moeilijk definieerbare vormen die het psychedelische geluid van Astrosoniq aanvulden, hebben plaats gemaakt voor rottende hersenen en retro-zombies die hun hobby (het afknabbelen van dode dan wel levende mensen) iets te serieus nemen. Al even indrukwekkend is de verschijning van zanger Ben Ward: zo’n twee meter lang, breedgeschouderd en van top tot teen getatoeëerd. Naar verluidt was hij ooit semi-profvoetballer bij de Engelse tweedeklasser Queenspark Rangers. De gelijkenis met John de Wolff kan dan ook bijna geen toeval zijn. Voor wie zijn stem hoort, vergt het maar weinig fantasie zich Wards voetbalverleden voor te stellen: hij klinkt rauw en lomp als een eersteklas Chelsea-hooligan. Maar onder dat ruige voorkomen zit een erg sympathieke man, die zijn publiek na ieder nummer hartstochtelijk bedankt en zijn goede wil kracht bij zet door bier uit te delen. Aan bezieling geen gebrek bij deze band. De stijl van Orange Goblin is nooit echt vast te pinnen geweest, maar heeft de afgelopen jaren constant gelaveerd tussen zware stonermetal en 70’s rock. De gierende gitaarsolo’s vormen de ultieme verbinding tussen die twee stijlen. Hoewel de heftige, zware grooves dan weer regelrecht naar Kyuss voeren. Hoe dan ook, als er een ‘rock ‘n’ roll-proof’ keurmerk zou bestaan, hadden de Britten dat zeker verdiend, zowel qua inhoud als qua vorm. De zanger weet de zaal goed mee te sleuren in zijn manische stemming. Onderwijl dendert de band door met zijn niet-aflatende wervelwind van muzikaal woestijnzand. Gek genoeg zijn het juist de allerjongste bezoekers die voor het podium compleet los gaan. Bij klassiekers als Scorpionica en Your World Will Hate This breekt zelfs (voor de eerste keer vanavond) een pit los. Als de band dan achtereenvolgens covers van ZZ-Top en Motörhead door de speakers laat schallen, raakt ook de oudere garde op drift. Na afloop laten leden van beide bands zich gezamenlijk in Cul de Sac op een stoel neerploffen om de gage van vanavond er doorheen te drinken. Mooi duo, goed feestje.