Nieuwe oogst van Brabants Bont is bovengemiddeld goed

Please, Call Me Richie is dé ontdekking

Robin Geurts, ,

De Brabants Bont avonden zijn altijd goed voor een afwisselende avond met nieuwe bands. Dat afwisselende geldt meestal ook wel voor de kwaliteit van die bands, maar de laatste editie scoorde goed dankzij The Border, Please Call Me Richie en de Seán Walsh Band. SiD kampte met flinke technische problemen en aan Captain Darling moet nog wat worden geschaafd.

Please, Call Me Richie is dé ontdekking

Bij de aftrap om half negen is het zoals gewoonlijk nog helemaal leeg in de Bat Cave, maar The Border gaat er toch enthousiast tegenaan voor de zes aanwezigen en het barpersoneel. Deze band uit Breda heeft een zware, logge rocksound die je vooral doet denken aan Queens of the Stone Age, maar dan met veel kortere nummers die soms de twee minuten niet halen. Bij sommige nummers is dat jammer, maar enkele riffs zouden hun kracht na meer dan twee minuten ook snel verliezen. Frontman Rocker Stewart geeft met zijn behoorlijk hoge stem een eigen smoel aan de band en blijkt ook over een goed gevoel voor humor te beschikken tussen de nummers door. Dit hadden meer mensen moeten zien. Dat geldt ook voor Please, Call Me Richie. Vreemd dat er een band uit Nijmegen staat op Brabants Bont, maar Allah, ze waren wel de ontdekking van de avond. Dat worden ze wel pas na een aantal nummers, waarbij de recensent denkt "Hmm, het klinkt een beetje als The Sheer" of "Nu staan ze wel heel erg Johan te imiteren, die zanger beweegt zelfs als Jacco." Tegen het eind van de set volgt namelijk een nieuw nummer, zo kondigt frontman Joris Ruigewaard aan. En in dat nieuwe nummer slaat Please, Call Me Richie een veelbelovende nieuwe richting in, met een soort disco-pop-rock nummer waarin de toetsenist heel goed tot zijn recht komt. Het klinkt niet als een of andere geforceerde mash-up, maar juist heel natuurlijk. Dus, Richie: denk aan Barry Stevens en ga vooral zo door. Een veelbelovend optreden was dat van SiD, een nieuwe band uit Tilburg die 'crossover dance metal' maakt. Op MySpace klonk het intrigerend: housebeats en bekende samples gemashed met vette riffs en live drums. In de Bat Cave klonk het veel minder en dat was voor negentig procent te wijten aan de geluidsman. De voorbereidingen voor het optreden liepen al aardig uit en op het moment suprème was er totaal geen gitaargeluid, terwijl het volume van de laptop de drums behoorlijk overstemde. De band leek hierdoor nogal uit het veld geslagen en hoewel er al snel toch iets van volume uit de gitaren kwam, bleef de act een beetje vlak. Bij een energiek klinkende band als SiD is het ook belangrijk dat het publiek wordt opgezweept door de podiumpresentatie. Daar had de band na een paar nummers pas weer erg in, toen de leden zich over de technische problemen konden heenzetten. Een rommelig optreden dus, maar met een goede technische ondersteuning komt SiD vast veel beter uit de verf. Na regen komt zonneschijn. Bij de Seán Walsh Band zit je altijd goed, zeker als je van blues houdt. Nu komt blues natuurlijk in alle vormen en maten en het lijkt erop dat het trio rondom zanger en gitarist Seán Walsh ze allemaal beheerst. Binnen één nummer is het goed mogelijk dat ze van de traditionele oerblues ineens verschuiven naar een ruigere interpretatie van het genre, a la Led Zep. Dit alles gebracht met aanstekelijk enthousiasme van de naamgever van de band, die met zijn voeten staat te stampen en brult als John Lee Hooker. Bassist Kees Keetels en drummer Edwin van der Burgt gaan er ook volledig voor en vooral de drummer maakt diepe indruk. Als afsluiting gaan we met zijn allen terug naar de jaren tachtig met Captain Darling. Een pure glam metal band zoals je ze weinig meer ziet, en met een goede reden: metal met hairspray en strakke spandexpakjes en tijgerprint is al achterhaald sinds Nirvana. Maar je moet de overtuiging bewonderen waarmee de leden van Captain Darling hun show brengen. Het zestal is behoorlijk goed op elkaar ingespeeld en doet energiek zijn werk, maar als puntje bij paaltje komt is het wel heel erg Motley Crue. Of The Darkness, zonder de ironie en meezingbare refreintjes. Leuke afsluiter, maar de 80's-revival gaat Captain Darling niet ontketenen.