Goregrindtherapie

Brabantse gore bands verzorgen prehistorisch uitje

Bas Verbeek, ,

Het bovenbrengen van oergevoelens kan o zo bevrijdend werken. Schreeuwen, stampen, of op welke manier dan ook flink lomp doen. Grindcore, vooral goregrind is een genre met misschien wel de hoogste concentratie van die oergevoelens. De Tilburgse band Haklust diende de lompheid gisteren in Little Devil maar al te goed.

Brabantse gore bands verzorgen prehistorisch uitje

Bier, tieten, neuken, sperma, worst, zure vagina’s, rotte kutten, walmende penissen, kots met dikke brokken, chronische ziekten, zooi, bagger! Vreten, zuipen en voorplanten, eigenlijk. De prikkeling van het primitieve en verderfelijke nagelt je aan de aarde, brengt je even terug naar je prehistorische voorvaderen. Het dokterloze jagersbestaan waarin je als een lompe boer door de modder moet rennen om een homp vlees te veroveren en die naar de vrouw te brengen om vervolgens genoeg energie te hebben om het geslacht middels voortplanting te redden. Terug naar de door god ingegeven behoeften om primaire doelen te bereiken. Want wie zegt dat het goregrind genre een hoop pretentieloze onzin is, heeft niet helemaal gelijk. Na een teveel aan arty en op welke manier dan ook zogenaamd hoogwaardige muziek te hebben geluisterd de laatste tijd, was een bezoek aan het grindende avondje in het de gehele zomer doorprogrammerende rock/metalcafé Little Devil een therapeutisch uitje. Het lokale Haklust snapt de betekenis van recreatieve tijdsinvulling. Kunsten zijn er om je aan het denken te zetten, vooruitstrevende bewegingen aan te zwengelen om de evolutie te dienen. Maar geen evolutie zonder kennis van vroeger. Er bestaat altijd nog iets als de natuurlijke behoeften en sinds ik niet het type ben wat graag vrouwen op straat nafluit, geen houthakker of sloper ben en niet de voortplantingsdrang dien door alles wat een soppend gat heeft probeert te versieren, is niks heerlijker dan een band die al die gevoelens vertolkt je met veel decibellen op de oren meesleept. Een euforisch gevoel van yeah! Een natuurlijke openbaring van het mannelijke. Haklust reproduceert die lompe golfbeweging die je terugbrengt naar het aanstampen van woeste gronden. Positieve agressie die zorgt voor brood (vlees eigenlijk) op de plank en snelle ritmes die adrenaline bezorgen die ooit zo brood (vlees eigenlijk) -nodig was. Flink knijpend in een benevelende fles Grolsch en schuddend met een flinke haardos of even flink tegen de mededeelnemers aanbeuken lost de energie al simulerend op. Wat een genot. Wegdraaiende ogen en het tijdelijk vergroten van de hoeveelheid zichtbaar oogwit van alle bands vanavond verklappen de voorliefde voor het woeste in alle betekenissen van het woord. Een woestheid die door vele andere gemene delers wordt geuit, de liefde voor een laag geluid bijvoorbeeld, inclusief omlaag gepitchte vocalen. En een dosis (taal)absurditeit om het anno 2007 toonbaar te maken, want ja, als je open en bloot je liefde voor de prehistorische periode gaat tonen wordt je al snel een perverse geschiedenisnerd genoemd. Dus zing je over boerenkool met worst (Haklust), zaad in het gelaat (Haklust), embryoyo’s (Rompeprop) of pelikanenlullen (Rompeprop). Die benadrukken gelijk de lompheid waar we mee te maken hebben. Rest nog de dof afgestemde, strak ratelende drumstellen. Met het zo snel mogelijk tegelijkertijd raken van de bassdrum, hi-hat én snaredrum als favoriete refrein. In het drukke zompige zaaltje scoort Rompeprop niet optimaal als het gaat om afwisseling van pompende grooves en snelle thrash, maar is onderhoudend en de gevatte liedjes gaan nog altijd mee. Winnaar is toch echt Haklust die van begin tot eind prehistorisch lekker pompt. Niks musea, epische films of toneelstukken. De meest interactieve menselijke geschiedenis beleef je gewoon in de metalkroeg.