Rare Denen zorgen voor mooie zondagavond in Cul de Sac

Oh No Ono en The Broken Beats slepen het publiek mee tijdens Eurosonic Afterparty

Ferdinand Vleugel, ,

Het Eurosonic-festival in het hoge noorden zat er zaterdag al op, maar de Deense bands Oh No Ono en The Broken Beats bleven gelukkig nog even in Nederland om Cul de Sac te verrassen met twee eigenzinnige optredens. Het publiek werd op de ‘afterparty’ getrakteerd op arty rock & roll en breekbare popliedjes met een twist.

Oh No Ono en The Broken Beats slepen het publiek mee tijdens Eurosonic Afterparty

Zou het liggen aan de Deense lucht, de Deense genen of is het gewoon toevallig dat beide bands die gisteravond in Cul de Sac speelden nét een beetje anders waren dan andere hedendaagse popbandjes? Oh No Ono en The Broken Beats wisten beide het publiek mee te slepen met hun oorspronkelijke stijl. EIGENZINNIG Oh No Ono is een opvallende verschijning, al is het maar vanwege de drie magere mannen met hun grote krullenbossen die gitaar, bas en zang voor hun rekening nemen. Combineer dat met drie (!) synths en een klein orgeltje dat er vrolijk doorheen jengelt en je hebt de kakofonie van geluid die Oh No Ono is. Oh No Ono put op een eigenzinnige manier uit de avant-garde van de jaren ’70. Het giert, het scheurt, het piept en kraakt. Dat levert een vermakelijk los optreden op, zonder écht slordig te worden. De zanger maakt de sensatie compleet met zijn aparte hoge stemmetje. Gevarieerd is het ook; als het tempo iets omlaag wordt geschroefd, dwalen de gedachten af naar Sunday Morning van Velvet Underground. Om ons daarna weer met een vuig rock & roll-nummer eraan te herinneren dat het toch echt zondagavond is. Als de band dan afsluit met een prachtig gepassioneerd gezongen versie van Tomorrow Never Knows van The Beatles kunnen ze voor mij niet meer stuk. Oh yeah Oyeah! VOORBEELD Nee, The Broken Beats hebben bar weinig te maken met breakbeats. Of slaat de bandnaam op de abrupte onderbrekingen van de praatzieke zanger? Hoe het ook zij, The Broken Beats maken prachtige, breekbare popliedjes. De nummers zijn gevoelig, oorspronkelijk en nemen vaak een verrassende wending. Hoewel de thema’s nogal hippie-achtig zijn (wandelen in de natuur, knuffelen, de liefde, etc.), zit er ook de nodige energie in. De uitspattingen komen vooral van de tweede gitarist, die met zijn liggende gitaar vette, meeslepende bottleneck-solo’s produceert. Gecombineerd met de meerstemmige zang en bij vlagen virtuoos pianospel levert het een sfeervol geheel op. Zangeres Lise mag dan niet zo praatgraag zijn, een prachtige stem heeft ze wel. De zanger weet bovendien met zijn sympathieke geouwehoer en goede oneliners gemakkelijk het publiek op zijn hand te krijgen. “We’re all on a break from death. That’s life.” Dat talent voor woorden horen we ook terug in de teksten, die er ondanks de wat softe onderwerpen zeker mogen wezen. Soms melancholisch, soms humoristisch. Of allebei: “I’m too drunk to fall in love, so I’ll just go home.” Zelf hebben de Denen het trouwens ook erg naar hun zin. Want: “In Denemarken zou ik me nu voor de tv zitten vervelen. Dat zou bij ons nooit kunnen, zo veel mensen op een zondagavond.” Wat is dat toch voor een raar land? Zulke leuke bandjes voortbrengen en er dan niet heengaan op een mooie zondagavond… Het gezellig drukke Cul de Sac kan misschien een voorbeeld zijn. Net zoals Oh No Ono en The Broken Beats een voorbeeld kunnen zijn voor de Nederlandse popscene.