ZXZW DAG 2: zoetzure mix in Cul de Sac zorgt voor een verassende zondag

Nederlandse en Belgische acts vermaken cruisend publiek

Steph Byrne, ,

Een gevarieerde programmering is belangrijk voor de muzikale spijsvertering. Dat moet Cul de Sac gedacht hebben. Malse stukjes hardcore, een gezonde portie indierock, op een bedje van elektronica. De vreemde vruchtjes kunt u laten liggen. Eet smakelijk!

Nederlandse en Belgische acts vermaken cruisend publiek

Cul de Sac was op de tweede dag van ZXZW een soort tussenstation voor rondwandelend publiek. Van hardcore, tot indierock, tot noise, het was te vinden in de kuil van de Cul. De meer toegankelijke bands als Otis en Justice trokken aardig wat publiek, Odal en Harry Merry deden vooral de ogen en monden open vallen van (on)fortuinlijke voorbijgangers. E.T. EXPLORE ME Bij vlagen heftig en hysterisch, maar voornamelijk repetitief. Mocht E.T. de aardbol ooit verkennen, dan zal hij zonder twijfel interessantere bands vinden om te onderzoeken. Ook zal hij nogal schrikken van de monotone raggende gitaar en het jengelende keyboard. Ook voor het schaarse publiek lijkt het wat te hectisch; er wordt voorzichtig met wat hoofden geknikt, maar daar blijft het bij. Zelfs wanneer de zanger zijn vintage keyboard met kabels, pedalen en al oppakt en tot de hemel richt, als ware het een smeekbede voor enthousiast publiek, slaat de energie niet over. THE SEDAN VAULT Duizend knopjes en toetsen, minstens zoveel emoties. The Sedan Vault produceert supermelodieuze indierock liedjes bestaande uit een mix van spastische gitaar riffs en huilende, krakende synthesizers onder een basis van strakke, tempowisselende drums. Zanger en gitarist zingen en springen als dollemannen, terwijl de toetsenist als een octopus gevoelige melodieën speelt, knopjes aandraait en kabels in en uit plugt. De meerstemmige zang van deze drie Meeuwis broers klinkt perfect en de sfeer wordt goed neergezet door samples en hier en daar gefluister en geschreeuw. ODAL Deze 44 jarige noisy nudist is al sinds 1985 actief en is naar eigen zeggen nooit beter geworden. Wanneer hij in zijn noisegroep Fckn' Bstrds speelt, is hij gekleed in kleurrijke plastic zakken, maar als Odal is hij naakt. Knielend op een kleedje voor zijn schaarse apparatuur geeft hij een korte 15 minuten durende set met bescheiden, terughoudende noise. Odal geeft zich vandaag niet geheel bloot, het geluid staat te zacht, de geluidsman begrijpt er niets van en het publiek nog minder. Wanneer noise tot gigantisch climactische hoogte komt, is het voor vriend en vijand een waar schouwspel, maar nu bleef het enkel bij klokkenspel… OTIS Na Odal klinkt deze post-hardcore band wel erg toegankelijk. Recht toe recht aan mix van milde hardcore en hier en daar een vleugje rock 'n roll. De swingende agressie is soms interessant, maar de zang kan het niet echt overbrengen en verdrinkt in het bandgeluid. Het publiek kijkt op veilige afstand toe hoe Otis rond rent in de kuil. Over het algemeen klinkt deze band redelijk tam en het is allemaal niet vernieuwend. HARRY MERRY Is het geniaal? Is het krankzinnig? Ja, allebei! Het is Harry Merry. Begeleid door extreem foute drumloopjes zingt Harry zo vals als een kraai in het meest foute Engels dat het publiek ooit gehoord heeft. Ondertussen pingelt hij fanatiek bizarre melodietjes op zijn keyboard en doet er wat kniebuigingen bij om dit alles kracht bij te zetten. Onschuldig en enthousiast als een kind bij de miniplaybackshow straalt Harry in zijn matrozenpakje onder de discobol. De blikken van de luisteraars variëren van totaal geschokt tot dolgelukkig, maar het applaus en gejuich liegt er niet om en dendert na afloop nog lang voort. Harry Merry is tenenkrommend, hartverscheurend en bovenal origineel. JUSTICE Het Belgische Justice brengt ons echt harde hardcore. De band speelt strak en fanatiek, de nummers zitten goed in elkaar. Naast standaard ragwerk brengt Justice ook wat muzikale verrassingen. De zanger gaat helemaal op in zijn emotionele geschreeuw en wikkelt uiteindelijk het snoer van de microfoon om zijn nek. Gelukkig heeft hij er verder geen bedoelingen mee en schreeuwt even later met zijn vuist in de lucht weer verder. Het publiek is al moshend en mee schreeuwend dik tevreden. ZEA Zea is blij, hyper maar ook tamelijk monotoon. De catchy electropop melodieën die zowel uit de gitaar als de keyboardjes komen worden wel erg vaak herhaald en de drumcomputer lijkt op eeuwige loop te staan. De twee mannen van Zea hebben er zelf wel ontzettend veel lol mee. De toetsenist ramt soms zo hard met zijn vuisten op het keyboard dat het een wonder is dat het ding nog werkt. De gitarist is tevens zanger maar de tekst is onverstaanbaar en wanneer de toetsenist meezingt blijkt zijn microfoon uit te staan. De band lijkt het niet door te hebben, waarschijnlijk omdat alles net iets te hard staat. Men knikt met het hoofd en wiebelt wat heen en weer maar zo enthousiast als de Zeamannen zelf wordt uiteindelijk niemand.