2nd Place Driver kiest op nieuwe album voor duidelijke maar saaie richting

"The Hungry Ones" gaat niet opvallen tussen al die andere bands

Robin Geurts, ,

Op hun tweede album groeit 2nd Place Driver meer naar de rock-kant van hun elektrorock-geluid en raakt het elektro-gedeelte wat op de achtergrond. Het is niet het enige betreurenswaardige element aan The Hungry Ones: de band lijkt een eigen identiteit te missen en wil zo weinig mogelijk opvallen tussen de andere gitaarbandjes. Een handvol goede liedjes staat er zeker op de plaat, als je van Pearl Jam houdt.

"The Hungry Ones" gaat niet opvallen tussen al die andere bands

2nd Place Driver doet me altijd denken aan groepen als Wealthy Beggar (waar 2nd Place-gitarist Bart Dietvorst tot 2002 ook inzat) en Rosemary's Sons: bands die net iets alternatiever aandoen als de Kane-maffia, maar die zich toch behoorlijk onbeschaamd richten op hitsucces. Het lukte de twee voorgaande bands maar mondjesmaat om door te dringen tot de Hitkrant-lezers en ze bestaan ondertussen niet meer. 2nd Place Driver had met het nummer Leave van hun debuutalbum vorig jaar een klein hitje op TMF. Maar als je vandaag boven de rivieren informeert of ze 2nd Place Driver nog kennen, schat ik dat er niet veel respons loskomt. Werk aan de winkel dus om van nieuwe album The Hungry Ones een succes te maken. De titel van de plaat is alvast wat misplaatst, want de band klinkt bepaald niet hongerig. The Hungry Ones opent met Astray, een doorrookte bluestrack met een nogal basic riffje. De single My Mistake grijpt terug op de elektrorock die we kennen van 2nd Place Driver met een energieke hook, die wel heel erg aan Infadels doet denken. De productie van de hele plaat is over het algemeen nogal droog en de stem van zanger Rias Baarda wordt flink naar voren geschoven, ten nadele van de muziek. Pas bij track 3, Boys and Girls lijkt de band wakker te worden. Baarda haalt net iets meer uit de kast en ook de volgende nummers getuigen van iets meer eigen muzikale ideeën van de band. Voor elk nummer dat boven het gemiddelde uitstijgt, staat er echter ook één tegenover dat voorbijgaat zonder dat je het merkt. Zo kan ik bijvoorbeeld niets zeggen over Enough en Sinking Sand, behalve dan dat ze zo voorspelbaar klinken als het 8 uur Journaal. 2nd Place Driver imiteert zichzelf. In andere nummers zoekt de band dan ineens het experiment op: zo is Stay het beste te omschrijven als een hiphopballad met een funky gitaar en een soort horrororgeltje op de achtergrond. De melodie van Smile wordt uitgevoerd op de GameBoy en wordt verder omlijst door een euforisch refrein. Eindelijk krijg je de indruk dat de band er ook zelf lol in heeft om muziek te maken en dat mis je aan de rest van het album. Want over het algemeen overheerst de drang om niet te ver af te wijken van wat mensen al kennen. Je zou als band eens laten merken een eigen identiteit te hebben! In een interview met 3VOOR12/Tilburg gaf Dietvorst al toe dat de band kiest voor een gladde, weinig rauwe productie om goed te kunnen klinken op de radio. Het lijkt me een misvatting dat je succesvol kunt zijn door totaal niet op te vallen in het grote aanbod van gitaarbandjes. Het nummer Reaching Out illustreert het probleem: de band lanceert in een stevig punky intro, dat doet denken aan Gem, om het na tien seconden maar op te geven en verder te gaan met een imitatie van Radiohead's Creep met toegevoegde Toto-synthesizers (!). De drums en gitaren komen terug in het refrein, maar het is 'too little, too late'. De titelsong van het album is dan nog een lekker up-tempo nummer en afsluiter Bloodshot Eyes (met Wealthy Beggar's Derrick van Schie) is een ballad in de geest van Pearl Jam. Dit nummer klinkt precies zoals je denkt dat het klinkt, maar is in ieder geval tekstueel iets beter uit de verf gekomen dan veel andere op de plaat. Regels als "Because in a way I always run astray/and today I'm holding on to yesterday" lijken eerder uit een rijmcomputer te rollen dan uit de pen van schrijversduo Baarda en Dietvorst. Het veelbelovende geluid van eerdere 2nd Place Driver-songs is niet totaal weggevaagd, maar op The Hungry Ones slaat de band duidelijker de grunge-richting in en wordt het elektronische gedeelte grotendeels losgelaten. Jammer voor de luisteraar dat dit een nogal monotone en op plaatsen ronduit saaie richting is. Dat 2nd Place Driver wel wat kan is duidelijk, maar ze moeten zich toch echt gaan onderscheiden. Anders blijven ze op de tweede plaats binnenkomen.