Drie Amerikaanse bands met andere bedoelingen en inhoud. Behalve gemeenschappelijke wortels en invloeden is er weinig overeenkomst te vinden tussen Cave In, Pelican en Made Out Of Babies. Misschien de doelgroep. Voor alledrie de bands staat de Kleine Zaal van 013 stampvol op de woensdagavond. Vooral voor een spetterend en veelzijdig optreden van Cave In blijkt dat terecht.
KUTGEVOEL
De avond begint met de beleving van het kutgevoel. Voor Made Out Of Babies tenminste, die niet lult maar direct gefocust is om helemaal op te gaan in neurotische noisecore. Gitaren en drums denderen door elkaar heen om ten koste van de song en subtiel samenspel maar één doel te bereiken: agressie kwijtraken. Opvallendst is de zangeres van de band die in een manisch depressieve trans lijkt te raken. Ze gilt, schreeuwt, hijgt en hyperventileert er hysterisch op los. Een in kleine mate aanwezige stampende drumroffel en gitaarriff maakt het soms hapbaar voor de concertbezoeker die verstomd naar het podium staart. Onbegrip overheerst echter, want Made Out Of Babies is voor zichzelf en vooral in zichzelf gekeerd bezig. Waar het, behalve over kut voelen, allemaal over gaat is niet uit de brei eentonige emotie niet op te maken.
OPPERVLAKTEROCK
Pelican vormt een rustpunt tussen twee wilde bands. Inzet is instrumentale postrock/-metal die redelijk ruig wordt ingezet. Al snel blijft het hangen bij middelzware postrock, probleem is dat het letterlijk blijft hangen in het midden. Alsof we constant naar middenstukjes blijven hangen die een duikplank vormen om de diepte in te springen of als opstapje dienen naar het dromerige werk. Dat gebeurt steeds niet zodat de verbeelding waar dit genre om draait ontbreekt. Resultaat is een saai drie kwartier durend schouw- en luisterspel.
SAMENSMELTING
Aan Cave In om de boel wakker te schudden. Dat lukt, want de combinatie creativiteit - enthousiasme is bij deze veelzijdige band optimaal. Het eerste dat we moeten weten is dat deze muzikanten wel een strak riedeltje kunnen spelen en dat laten ze merken door op hoge snelheid te rocken. Het beste van Led Zeppelin, Slayer, Textures, Foo Fighters en Pink Floyd smelt samen in het geluid van Cave In. Het knappe hiervan is dat de band de stijlen kan combineren zonder van een eenduidige sound af te wijken. De soms singer/songwriter achtige manier van zingen staat niet in contrast met de in dezelfde song gebruikte vocale hardcoreuitspattingen van de bassist, maar maakt het tot rockende liedjes met een eenduidige sfeer.
REÏNCARNATIE
Cave In bewijst ook dat psychedelische intermezzo’s heel geschikt zijn voor rock ‘n’rollsongs op Slayersnelheid. Opvallende factor is ook drummer John-Robert Connors; zowel qua uiterlijk, houding, mymiek en spel zou het zo de reïncarnatie van John Bonham (Led Zeppeling) kunnen zijn. Het enige minpunt van het optreden is dat de snelheid er soms onnodig uitgehaald wordt door te lang door te breien op langzame gevoelsliedjes. Gelukkig is er genoeg inhoud om geboeid te blijven kijken en luisteren naar deze vernieuwende band. Dat doet iedereen dan ook, tot de laatste nagalm van de effectenbakken toe.
Cave In geeft rock nieuwe dimensie
Amerikaanse band geeft creatieve uitspatting in 013
Een samensmelting van Led Zeppelin, Slayer, Textures, Foo Fighters en Pink Floyd, zo zou je Cave In kunnen omschrijven. Geen mozaïek van stijlen, maar echt een samensmelting tot een enthousiast rockend geheel, zo bleek gisteren in een volgepakte Kleine Zaal in 013. Virtuozen die hun talent gebruiken om écht interessante en vernieuwende rockmuziek te maken. Dat stemt positief.