Polar Bear en Leafcutter John verbluffen

Drum 'n Jazz: authentiek, abstract en strak

Vincent Koreman2, ,

Normaal gesproken bestaan de lijstje van de Britse Mercury Prize uit namen als Coldplay, The Darkness en Basement Jaxx. Dit jaar duikte ook Polar Bear op in die lijst. Niet de gebruikelijke popmuziek die je tegenkomt in de hitlijsten, maar een jazzgroep. Maar dan met een lichte poptwist; zeker als electronicaman Leafcutter John de band bijstaat met abstracte beats. Vincent Koreman treedt op als gastrecensent en bekeek en ervaarde de band gisteren in Paradox.

Drum 'n Jazz: authentiek, abstract en strak

Het gebeurt niet vaak dat bij de prestigieuze Mercury Prize (dit jaar is de winnaar Antony & The Johnsons) een jazzgezelschap wordt genomineerd. Dat en de samenwerking met knisper knusper electronicaman Leafcutter John (Burton) geven dan ook al aan dat het hier om een buitengewone jazzband gaat. Bandleider Seb Rochford weet zich omringt door twee zeer talentvolle tenor-saxofonisten en een sterbassist en telt zelf als een van de beste drummers van de laatste tien jaar. Kortom: reden genoeg om op een miezerige vrijdagavond richting Paradox te vertrekken. MICROSCOPISCH Polar Bear begint rustig. Eerst komen twee oudere tracks aan bod van het eerste album 'Dim Lit' en Rochford houd zich duidelijk in. Waar andere supermuzikanten zich vaak verliezen in gepiel en gepruts op de vierkante centimeter, scheelt het dat de drummer in kwestie ook songschrijver is. Hij weet als geen ander in dienst van zijn composities te spelen en dirigeert zijn band dan ook met strakke hand. Leafcutter John, in Engeland zeer gerespecteerd maar voor de meeste bezoekers vanavond duidelijk een volslagen onbekende, begint langzaam de van hem bekende microscopische electronica in het geheel te verweven en bij de derde song begint het geluid aan te zwellen tot reusachtige proporties. Rochford en contrabassist Tom Herbert beginnen te klinken als een op hol geslagen sampler vol met drum & bass breaks en beide saxofonisten doen er nog een schepje bovenop met lange melodische toonreeksen. Kozakkenritmes en afterbeats komen bovendrijven en Polar Bear citeert Ann Peebles, Amen Brother en Bobby Byrd. En nog net voor de totaal overbodige en veel te lange pauze perst tenor-saxman Pete Wareham een mooie diepe Coltrane achtige solo uit zijn tenen. De handen gaan stevig op elkaar en een goedgevuld Paradox laat zich luidkeels horen! BEGRIJPELIJK Na de pauze lijkt de band in eerste instantie wat te verslappen. Met het vertrek van enkele uitzendbureautypes en Blue Note Trip-liefhebbers blijft er nog steeds een harde kern jazzliefhebbers over en Seb lijkt aan te voelen dat hij iets abstracter te werk kan gaan. Maar die precieze Autechre ritmes op standaarden, randen van trommels en stokjes zijn, hoe mooi ook, niet zo dwingend als zijn straffe ritmes. Met een duel tussen Burton op joystick en sampler en Rochford op zijn drumkit komen we weer terug bij de wat begrijpelijkere composities. Er wordt Polar Bear vaak verweten door puristen dat het meer 'pop' dan 'bop' is, maar in de tweede helft van de set zijn duidelijk ook Mingus en Coleman te horen, begeleid door een witte met uitzinnige haardos getooide Elvin Jones. WESTCOASTJAZZ De snelle afsluiter 'King of Aberdeen' met een hoofdrol voor bassist Herbert is dan ook een zeer goede samenvatting van alles wat er eerder op de avond te horen was. De tweede tenor-saxofoniste Ingrid Laubrock laat nog even horen dat de olifantengeluiden uit de free-jazz niet aan haar voorbijgegaan zijn en de Leafcutter duikt diep het audiospectrum in met links en rechts passerende superabstracte geluiden die doen denken aan scharen. Boeiend tot op het allerlaatste moment. Met de toegift 'Wild Horses' laat de band ook nog even horen ook uit de voeten te kunnen met pure, melodische westcoastjazz. Een hele mooie afsluiter voor een avond met een werkelijk verbluffende band. Polar Bear feat. Leafcutter John zijn nog op tour in Europa tot 19 November.