Dat laken doet dienst als diascherm. Een animatiefilmpje van een kwartier met in de hoofdrol Cheburashka, een soort beertje Colargol, maar dan schattiger met oren die minstens acht maten te groot zijn. Cheburashka werd in de jaren zestig gecreëerd in Rusland en is daar veertig jaar na het begin van de koude oorlog nog immens populair. Een heel nobel, belerend rolprentje speelt zich af, overgoten met een dikke laag bijtend cynisme. Jegens de wereld met de voormalige Sovjetunie in het bijzonder, jegens de staat, jegens het onnadenkend individu dat niet voor zichzelf opkomt. Cheburashka en zijn krokodillenvriendje Gena schetsen het feit dat iedereen weet hoe de wereld zou moeten zijn, maar waarin niemand het lef heeft om daar voor te vechten. Het publiek ondergaat het gelaten. De een vindt het flauw, de ander een briljante vondst.
BRONS
Gedempt rood neonlicht straalt nadien door de zaal, ondersteunt door een aaneenrijging van het loepzuivere stemgeluid van operadiva Maria Callas en het bronzen, trieste gecroon van Sinatra’s ‘In The Wee Small Hours Of The Morning’. Een tweede film zet in, ditmaal met zanger Mark Oliver Everett (alias ‘The Man Called E’) in de hoofdrol. De boodschap moge duidelijk zijn: 1 band, 29 wisselende muzikanten, 1000 stomme interviewvragen, 1 antwoord: ROCK! Het blijkt één grote gimmick.
Want hoe wil je rocken met drie violistes, een celliste, contrabas en zingende zaag? Een setting die doet denken aan The Tindersticks; breekbaar en kalm. E (met donkere bril, hoed en Charlie Chaplin-wandelstok) zou zo in je huiskamer op kunnen treden. In de welhaast feeërieke setting speelt de frontman een klein, zielig jongetje dat op het punt staat om zijn leven in pure wanhoop volledig op te geven. Wellicht is hij dat zielige mannetje daadwerkelijk geworden, gezien ‘s mans levensellende. De liedjes zijn er in elk geval naar: Everett bezingt zijn leven en levensvisie aan de hand van luisterschilderijtjes, afkomstig van debuutplaat ‘Beautiful Freak’ tot en met het dit jaar verschenen ‘Blinking Lights And Other Revelations’. Songs van amper drie minuten. Over ‘vieze meisjes’ (Dirty Girl), over oude kleine treinstationnetjes (Railroad Man), over vogels kijken (I like Birds) en over de gelauwerde artiest die E is, getekend door het leven.
CLIMAX
Een muisstil publiek, dat een indruk maakt de liedjes het liefst in een doosje te willen stoppen om af en toe naar te luisteren in een melancholische bui. De kleine pastiches worden door de band ingekleurd met het geluid van piepende handdoekrekjes, krakende deuren en het getrippel van muizen in de kelder. Een compleet en angstaanjagend verdraaid ‘Novocaine For The Soul’ doet dienst als het hoogtepunt in een show die meer van dergelijke climaxen kent. Briljant. En dat terwijl hier toch geen groot Eels-fan spreekt. Niet meer sinds, pakweg, ‘Daisies Of The Galaxy’. Maar een band die een dergelijke passie in de muziek legt met een drumstel dat bestaat uit een vuilnisemmer en een oude leren hutkoffer? En de avond invult als ware het een sprookje met open einde? En op die manier het publiek totaal verbaast, maar desondanks volledig in zijn greep krijgt? Ik ben weer fan. Een beetje.
Eels als knipperlicht in het schemerduister
Amerikaan brengt feeërieke sprookjessfeer met animaties en strijkkwartet
Geen podium, alleen een groot wit laken bij aanvang van de show die simpelweg aangekondigd was als ‘An Evening With Eels’. Aan de inrichting van de zaal (iedereen zittend), het licht (warm en gedimd) en met name die geur (wierook?) te merken kon je het idee van de rauwe rock ’n’ rollband die Eels kan zijn direct terzijde schuiven. Nee, de avond zou rustiek en dromerig blijven. En het was prachtig.