Muzieklab Brabant heeft in vijf jaar klimaatsverandering teweeggebracht

Theo Andriessen: “Ieder experiment heeft zijn functie gehad.”

Interdisciplinair productiehuis Muzieklab Brabant viert dit jaar haar eerste lustrum. De stichting heeft met het steunen van een veertigtal projecten het Zuid-Nederlandse productieklimaat ten goede veranderd, vindt directeur Theo Andriessen. De geijkte paden worden minder bewandeld, dankzij de gewaagde experimenten van het Muzieklab, die menigmaal genres hebben overstegen en verschillende disciplines bij elkaar hebben gebracht.

Theo Andriessen: “Ieder experiment heeft zijn functie gehad.”

Muzieklab Brabant, een van de drie Nederlandse interdisciplinaire productiehuizen, viert op 9 december haar eerste lustrum in het Tilburgse 013. Geheel in de lijn van wat de stichting de afgelopen jaren heeft geproduceerd, zullen op de avond samenwerkingsverbanden worden gesmeed tussen bandleden van Zuco 103 en Within Temptation, tussen Stuurbaard Bakkebaard en Urban Dance Squad en tussen Drillem, Aïda en The Riplets. Alles in het teken van Het Experiment, oftewel: een toepassing van Het Goede Idee. In 2000 werd Muzieklab Brabant in het leven geroepen om het productieklimaat van Zuid-Nederland te versterken en om een brug te slaan tussen artiesten uit verschillende genres en disciplines. De stichting heeft in de vijf jaar van haar bestaan een groot aantal projecten verwezenlijkt, waaronder Playlab, Form & Feature Future en de Ringtone Society. Theo Andriessen is dan ook trots op wat het lab bereikt heeft. Niet in de eerste plaats op het veertigtal projecten die de afgelopen jaren zijn geproduceerd, maar vooral op de klimaatsverandering die ze teweeg hebben gebracht in het weerbeeld van de Nederlandse poppodia. “Klimaatveranderingen gaan altijd langzaam”, weet Andriessen: “Maar ik heb het gevoel dat er bij poppodia de laatste jaren steeds meer aandacht is gekomen voor meer experimentele projecten.” En daar heeft het Muzieklab volgens hem geen bescheiden rol in gespeeld. Playlab is bijvoorbeeld een langlopend project in vijf verschillende steden waarbij muzikanten uit verschillende hoeken met elkaar op een podium belanden. Andriessen: “Meestal mondt dat uit in hele bijzondere sessies waarmee zowel het publiek als de artiesten aangenaam verrast worden. Programmeurs hebben zo te zien gekregen dat je niet altijd de geijkte paden hoeft te bewandelen.” De Rotterdamse Arjo Klingens van Drillem heeft zich met het Hey Mickey Mouse Motherfuckers project gewend tot Muzieklab Brabant, omdat er in haar eigen contreien niet zoiets bestaat als een interdisciplinair productiehuis. Het project was in eerste instantie bedoeld als een eenmalig optreden van Aïda, The Riplets en Drillem. “We hadden samen een plaat geremixt en opgetreden in Rotown, dus eigenlijk hadden we al een kant en klaar project”, vertelt ze. In eerste instantie ging het dus alleen om het vinden van een subsidiepot, maar het lab bracht hen ook op nieuwe Goede Ideeën. Een kleine tour langs de poppodia is het resultaat. Stefan Robbers van de Acid Junkies heeft al vanaf het begin samengewerkt met Muzieklab Brabant. Hij ziet de klimaatsverandering ook bij het lab zelf. “De laatste tijd heeft de stichting zich meer bezig gehouden met het toepassen nieuwe technologische ontwikkelingen.” Voorbeelden daarvan zijn The Ringtone Society, waarbij artiesten van verschillende genres zich toeleggen op het maken van artistieke ringtones. Op Lowlands was het project zo’n succes, dat nu zelfs het Australische Melbourne International Arts Festival geinteresseerd is in een showcase. Het nieuwste Muzieklab-project van Robbers, MASE, gaat volgens hem baanbrekende gevolgen hebben voor met name de dancescene. “De muziek wordt namelijk op een ruimtelijke manier ingedeeld, waarbij de beweging van de geluidsgolven op een baanbrekende manier kan worden gemanipuleerd”, vertelt hij. Zonder de inbreng en productionele steun had dit plan de tekentafel nooit verlaten, denkt Robbers. Nu vindt de eerste showcase plaats op 9 december. Andriessen geeft toe dat niet alle Goede Ideeën even goed hebben uitgepakt. Maar dat is volgens hem zo bij alle Experimenten in een laboratoria. “Soms ontploft er wel eens wat als je stofjes bij elkaar gooit, maar dat is deel van het proces”, verklaart hij. “Ieder experiment heeft zijn functie gehad.” Over de toekomst is hij positief. “Binnenkort naar Melbourne… het kan eigenlijk alleen maar beter worden.” Lees ook het interview dat 3VOOR12 in Dubbelcheck had met Joost Heijthuijsen van Medialab Brabant.