"Da’s al tien jaar da’k in het vak zit." De Vlaamse nestor van de gevoelige rockmuziek Raymond van het Groenewoud stond gisteravond in 013. Inmiddels is dat al zesentwintig jaar, maar de woorden staan nog als in de grond verankerd. Nog steeds krijgt hij toejuichingen, bloemekes, verzoeknummers. AC/DC, Chèrie, bakske vol met stro en tegenwoordig zelfs K3. En nog steeds weet de sympathieke Vlaming niet waarom of hoe het komt.
‘Je veux de l’amour’. Het kon niet ontbreken en nog immer bezorgt het nummer koude rillingen, alleen wel minder dan zestien jaar geleden toen Van het Groenewoud het voor het eerst zong. Tenminste, op plaat behoudt het zijn waarde, live is de sleet er een beetje ingekomen. Wat wil je ook? Van het Groenewoud zelf is het liedje waar iedere Hollander hem aan herkent een beetje moe: “Het is in al die jaren mijn handelsmerk geworden lijkt het wel. Vaak tot ongenoegen van mezelf.” Het zij hem vergeven.
Want het publiek geniet in de kleine zaal vanaf de aftrap. Het funky ingezette ‘Sta op en wandel’ wordt abrupt onderbroken door de zanger zelf. Compleet stilvallen en klanken uit de gitaar toveren die doen denken aan Nancy Sinatra’s ‘My baby shot me down’ om daarna met zijn band de Straffe Mannen de zaal een klap in het gezicht te geven met een overdaad aan geluid die de voorste rijen een stapje naar achteren doen zetten. Het komt nooit goed, daarom juist niet opgeven. Zijn we wakker? Mooi! We krijgen er ‘Maria, ik hou van jou’, van het Groenewouds ‘signature tune’ uit vroeger tijden meteen bij. Het zet de toon voor de rest van de avond.
Vlaanderen boven
En de avond gaat van ‘Yokohama’ (“Een lied over een motorfiets met enkele strofen in het Arabisch en het gaat ook over de maatschappij, allemaal voor de prijs van één”) via zijn versie van My Way ‘Zoals gewoonlijk’ naar ‘Trek het je niet aan’ en ‘Brussels by night’. Doo-wop rockabilly, funk en zelfs Zuid-Afrikaanse en Slavische volksmuziek passeren de revue in oud en nieuw werk. Maar Godzijdank, de inmiddels 55-jarige jongen uit Schaarbeek schuwt niet zijn ruigere werk regelmatig af te wisselen met wat we toch het liefst van hem horen: breekbare liedjes met een randje zelfkastijding en verlangen naar dat wat vaak onbereikbaar is. En zo waren daar de ‘Twee meisjes op het strand’, ‘Zjoske schone meid’ en ‘Mama moet komen’. Die laatste vocaal uitgevoerd door drummer, gitarist en bassist met de meester zelf schuchter achter de toetsen. En ja, meisjes zijn nog steeds de passionele moord maar komen nog steeds van pas.
Een avond als een feest der herkenning, zoveel is duidelijk. Voor toeschouwers en die vier rasmuzikanten daar op dat podium. Zichtbaar wordt door hen genoten. Waarom? Echt heel druk is het zelfs, na verplaatsing van The Choice naar de kleine zaal, nog steeds niet. Maar het maakt niets uit. Een dergelijke affectie van de toeschouwende meute is vaak ver te zoeken. Ik heb het zelden meegemaakt dat het publiek aan de ene kant zó stil kon zijn bij gevoelige momenten en aan de andere kant zó kon meebrullen met liedjes die door de jaren heen min of meer hun eeuwigheidswaarde wel verdiend hebben.
013 wordt dan ook op meerdere toegiften getrakteerd. Voor de madam van de keuken, voor het bestaan van café Weemoed, voor de meisjes, voor Jezus die eigenlijk heel sexy was. Afsluiter ‘Bierfeesten’ na een set van krap twee uur laat je met een mooi gevoel de nacht in slenteren: ‘Maar 't allermeest voel ik me goed / onder roodfluwelen gloed / van de spots / Zo lang ik dit maar heb / Dan kom ik er steeds door’. Wij ook. Zo lang ‘ie maar muziek maakt.
Raymond van het Groenewoud: Vlaanderen nog steeds boven
Vlaamse songsmid geniet zichtbaar in 013
De ‘Nederlandse Vlaming’ liet gisteravond de kleine zaal van 013 lachen, dansen, naar adem happen en misschien wel hier en daar een traantje wegpinken. Tot zijn eigen verbazing soms: “Amai, een raadsel dat u het soms nog volgt.’ Een avond vol ontgoocheling, humor en melancholie “omdat het toch nooit goedkomt.”