Ondanks het feit dat de eerste band al om half acht geprogrammeerd staat is de grootste zaal van 013 bij binnenkomst al goed gevuld door een vreemde mengeling van oudere, dronken metalheads en in het zwart gehulde pubers die je verwacht bij een concert van Marilyn Manson of Slipknot. Beide bezoekersgroepen verheugen zich deze donderdag op een avondje stevige metal. Terecht want met Every Time I Die, Unearth, Caliban en het in Nederland relatief onbekende Lamb Of God staat er voldoende kwaliteit op het podium.
Openingsact van dienst is vanavond het Amerikaanse metalcore gezelschap Every Time I Die. Gelijk bij opkomst valt op dat zanger Keith Bukley niet bepaald overkomt als een typische metalzanger. Met zijn studentikoze colbert en kapsel zou hij probleemloos het podium kunnen delen met bands als The Strokes en Franz Ferdinand. Zodra Bukley zijn strot opentrekt wordt echter duidelijk dat we hier toch echt met een wat hardere band te maken hebben. Hij krijst en brult zo hard als hij kan en zijn band voorziet hem van strakke drum- en gitaarpartijen. Met goede nummers als ‘Kill The Music’ en ‘I Been Gone A Long Time’ is ETID een lekker opwarmertje, maar gezien de matige reacties toch niet de band waar de meeste bezoekers voor zijn gekomen.
MACHOGEDRAG
Datzelfde publiek is een stuk enthousiaster als even later Unearth het podium in bezit neemt. Vanaf het eerste nummer begint de moshpit serieuze vormen aan te nemen en wordt er massaal met de langharige hoofden geschud. Muzikaal gezien heeft de band alles goed voor elkaar. Strakke, technische gitaarriffs worden afgewisseld met tragere, beukende partijen. Nummers als Zombie Autopilot kenmerken zich door de combinatie van het klassieke metal gitaargeluid met agressieve hardcore invloeden. Helaas houden de leden van Unearth zich iets te veel bezig met hun podiumpresentatie. Constant de vuisten in de lucht, opdrukken op het podium, gitaarsolo’s achter het hoofd en de vele “motherfuckers” zorgen er voor dat de band eerder irriteert dan vermaakt. Zonde van het overdreven machogedrag, want de nummers van het nieuwste album ‘The Oncoming Storm’ klinken veelbelovend.
WALL OF DEATH
Daarna mag het Duitse Caliban laten zien dat metalcore niet een puur Amerikaanse aangelegenheid is. In die opdracht slaagt de band met haar strakke Slayeriaanse gitaargeluid en de daaronder voortdurend beukende drums ruimschoots. Voeg daarbij nog het indrukwekkende stemgeluid van zanger Andy Dörner en al snel wordt duidelijk waarom Caliban moeiteloos 013 verovert. Enige minpuntje is dat tijdens de wat rustigere, emo-achtige stukken de zang niet altijd even zuiver is. Hoewel deze invloeden op elk album groter lijken te worden concentreren de Duitsers zich vanavond in Tilburg vooral op het hardere werk. De oproepen van Dörner om een ‘circle pit’ en later een ‘wall of death’ te vormen vinden massaal gehoor bij het publiek.
METALPURISTEN
Na de succesvolle set van Caliban mag Lamb Of God de avond in stijl afsluiten. Met hun zelf benoemde ‘Pure American Metal’ is die taak wel aan de heren toe vertrouwd. De band knalt vanaf het eerste nummer en lijkt zelf ook veel lol te hebben op het podium. Vooral zanger/ brulboei Randy Blythe vermaakt zich uitstekend met diverse biertjes en joints. Desondanks weet ook hij het hoge niveau van zijn bandleden te behalen. Lamb Of God blinkt uit in technisch hoogstaande metal met veel tempowisselingen waarbij de hoofdrol onmiskenbaar wordt opgeëist door de virtuoze gitaarpartijen. De Amerikaanse metalpuristen spelen een uitgebalanceerde set met oud werk (uit de tijd toen de band nog Burn The Priest heette) en natuurlijk veel materiaal van het nieuwste album Ashes Of The Wake. Een prima band die met optredens van deze kwaliteit ongetwijfeld snel aan bekendheid zal gaan winnen.
Caliban en Lamb Of God uitblinkers in gitaargeweld
Heerlijke avond metalcore in 013
Metalcore is al een tijdje een Amerikaans metalsucces. Gestaag komt dit genre ook in Nederland meer en meer aan bod. Gisteren was het weer een dag waar deze Amerikaanse patserij zegevierde met Lamb of God, Everytime I Die, Unearth en net zo Amerikaans klinkende, maar toch Duitse Caliban.