Houdoe en bedankt

Column van: Marije Homar

Marije Homar, ,

Marije ergert zich aan imitators van imitators en andere B en C-artiesten. Ze pleit voor een muziekpolitie en volksgerichten voor volkszangers..

Column van: Marije Homar

De popsector klaagt steen en been. Platen verkopen niet meer en iedereen download naar hartelust ondanks campagnes van de platenindustrie om mensen, vooral tieners, weer tot kopen aan te zetten. Dit in tegenstelling tot het amusementswereldje. Waar imitators de imitator imiteren in overvolle tenten met dronken bezoekers. Dit soort smaakbederf verschuilt zich onder de noemer ‘het levenslied’, maar naar mijn zegge behoort een liedje over een pizza niet tot bovengenoemde categorie, dit geheel verandert natuurlijk als bezongen hoofdpersoon tijdens het autorijden in dit Italiaans gerecht stikt en in de nasleep een oud vrouwtje en haar hondje schept die onderweg was naar het graf van haar pas gesneuvelde zoon. Maar smartlap of niet, als ik ergens de schurft aan heb dan is het Godverdomme wel aan het aantal B en C-artiesten die in Nederland ronddollen op het podium. De Walter Vermeertjes en de Peter Smuldertjes komen mijn neus uit, vooral als je zelf al jaren serieus aan de weg timmert in het O zo moeilijk Popsegment. Spelen om gehoord en begrepen te worden. Je ziel bloot op het podium leggen. Avond aan avond het wiel opnieuw proberen uit te vinden. Anders dan de kunstschilder die zijn composities maar eenmalig op hoeft te zetten zijn wij muzikanten gedoemd het kunstwerk te schaven te bewerken en in leven te houden door ze spelen. Picasso zag je ook niet met een pot verf zijn clientèle afgaan met het bericht: “ja, ik heb eens zitten denken laat ik er maar eens iets anders van maken, wat dacht u deze keer van een cavia of zo?” Daarom kan ik me zo druk maken om dat Nederlandstalige schorem dat naar mijns inziens te gemakkelijk probeert te scoren met kreten van ‘waar zijn die handjes’. Ziek ben ik er van. Daarom is het de hoogste tijd voor een bevoegde instantie die aan dit soort praktijken paal en perk stelt. Deze ‘muziekpolitie’ kan bij ernstige overtredingen de executie van een ondermaatse Nederlandstalige B/C-artiest ter plekke uitvoeren. Dat geeft dan weer een extra showelement aan het concert voor het publiek. Maar om de rechtstaat te handhaven, moet er een tribunaal opgericht worden om de artiest een eerlijk proces te garanderen. Bij de eerste overtreding worden alle twee zijn handen eraf gehakt. Dan krijgt de uitdrukking ‘waar zijn die handjes’ een hele ander dementie, ja? Waar zijn nu die handjes!!! Bij een tweede overtreding moet de artiest in kwestie in het openbaar worden geëxecuteerd, zonder pardon. Het zal ze leren. Als bedenker van het geheel ben ik mij natuurlijk bewust van de plaats die ik in ga nemen in de geschiedenis en wil mij natuurlijk in zijn geheel niet onttrekken aan mijn verantwoordelijkheden. Daarom heb ik besloten om per jaar één terechtstelling bij te wonen. Ik kijk nu al uit naar de executie van Walter Vermeer, die geboeid en geblinddoekt op een open kar naar het schavot op de Heuvel wordt gebracht. En terwijl het vers geslepen lemmet van de bijl van de beul bovenarms in het zonlicht schittert, zingt een uitzinnige menigte: Houdoe en bedankt olé olé Houdoe en bedankt olé olé Houdoe en bedankt Houdoe en bedankt Houdoe en bedankt olé olé