Optreden Children of Bodom rommelig routineklusje

Finse metalvirtuozen weinig gefocust

Bas Verbeek, ,

Voor de laatste keer in 2005 een stampvol 013. Voor Children of Bodom zelfs, die net als veel Finse collega’s ook horden tieners als aanbidder hebben. De virtuoze band knalde de ene solo na de andere en bewees zich als de band met knappe muzikanten. Niet als band met inspiratie, strakheid, enthousiasme en stevig geluid vanavond, en dat was een beetje jammer.

Finse metalvirtuozen weinig gefocust

Op een of andere manier hebben Finse bands altijd een grote aantrekkingskracht. Op zowel muziekliefhebbers als idoolzoekende tieners. Na Him en The Rasmus gaan tieners ook op de knieën voor de zwaardere metalbands als Finntroll en Children of Bodom. Voor die laatste is 013 deze keer uitverkocht. De combinatie van pakkende liedjes, een stoer uiterlijk en muzikale kwaliteit onder de Finse vlag doet het ‘m. Twee en half jaar is het alweer geleden dat de haatmetal in 013 klonk. FUCKING HEAVY METAL Of we nog meer ‘fucking heavy metal’ willen en dat we een ‘fucking great’ publiek zijn. Children of Bodom is in het huis en dat gaat gepaard met gemiddeld vier keer het woord ‘fucking’ per zin. En natuurlijk willen we meer ‘fucking heavy metal’. De bands die de vooravond moesten invullen konden immers niet echt rekenen op veel enthousiasme uit het publiek. One Man Army And The Undead Quartet blijkt niet meer dan een grotesk symfonisch klinkende bandnaam voor een ongeïnspireerde band. Tonen de gitaristen zich regelmatig meester van de vette riff, echt songs weten ze er niet mee te maken, daarbij klinkt de zang stoffig saai. Ook de eeuwige supportact Ektomorf, de tweede ‘opwarmer’, staat er zo stijf als een hark bij. En zo lelijk de naam is, zo origineel is de muziek: een bijna exacte kopie van Sepultura en Soulfly. Niet alleen de stem is identiek, ook de songstructuren zouden zo uit de pen van Max Cavalera kunnen komen. Prettige bijkomst is wel dat de band het retestrak speelt dat zorgt voor een partijtje goed groovende metal. Toch nog een punt eraf, want als de zanger zijn mond tussendoor even opendoet zegt hij dat de media stom is: ‘fuck the media’. Ja, fuck you too. HAAT Dus is anderhalf uur oude vertrouwdheid met Children of Bodom wel welkom. Hoewel, vertrouwd… Pas kwam alweer het vijfde album uit om nog verder weg te raken van de herkenbaarheid van de eerste drie albums. Maar een halve auto en een viertal olievaten op het podium beloven een stoere show. En jawel, in zijn altijd stoere pose stampt zanger Alexi over het podium als het concert begint. Hij spreekt haat, haat en haat; daar gaat het om bij Children of Bodom. Dat hij het met al zijn ‘fuckings’ wat over de top maakt en daarmee ongeloofwaardig; a la. Dat de band voor een uitverkocht 013 niet zijn uiterste best doet om een strak samenspel te leveren is meer storend. Routinematig wordt de setlist aangebroken en afgewerkt evenals het lijstje ‘praatjes voor tussendoor’. ONGEPAST Dat wil niet zeggen dat er geen reet aan is vanavond. Children of Bodom kent zijn momenten van faam tijdens de klassiekers als ‘Silent Night Bodom Night’. Maar veel te vaak blijkt dat de band geen zin heeft om te spelen en doet vooral zijn eigen ding. Was voorheen duidelijk dat frontman Alexi de man was die alles kon en mocht doen, nu gaan de muzikanten regelmatig hun boekje te buiten door virtuoos tekeer te gaan op hun instrument zonder rekening met collega’s te houden. Rommelig zijn de muzikale grapjes tussendoor en ook het gehang van toetsenist Warman op het podium als ie niks te doen heeft haalt de snelheid uit het optreden. Hij is overigens wel de meest intrigerende man op het podium vanavond. Hoewel de riedeltjes tussendoor wat ongepast zijn is het bijzonder om te zien hoe deze man een deuntje als van Britney Spears’ Toxic uit zijn pols schudt. Het conservatoriumwonder hoeft geen enkele moeite te doen om supersnelle melodieën te spelen. Net als gitarist Alexi gaat het hem kennelijk zo makkelijk af dat de uitdaging weg is waardoor het duel niet echt een duel wordt en waar voor beide weinig plezier in zit. DOOD Gezien de veel te felle lichten die de afkorting van de bandnaam schrijven te vaak gebrand hebben, hoeven we de lamlendige uitvoering van ‘Everytime I Die’ niet scherp te zien, maar wel te horen helaas. Net als een totaal oninteressante drumsolo. Net als een vaak te onevenwichtige zaalmix, die regelmatig ook schuldig is aan het tekort doen aan deze topmuzikanten, want dat zijn ze en blijven ze. Maar naast goede techniek zal de band toch echt creatief en geïnspireerd moeten blijven om daar ruchtbaarheid aan te geven. ‘Are You Dead Yet?’ luidt de vragende titel van het laatste album. Als de band voortaan dit soort optredens geeft, is de kans inderdaad groot dat het publiek spontaan doodslaat.