Soms staat een band niet meer voor de muziek op het podium, maar als modellen voor een doelgroep. Idolen die hun kracht toevallig uitstralen met muziek. Als je het over idolen hebt heb je het dan ook vaak over jongeren. En zo is het met The Rasmus. De Finnen oogsten meer gegil en knuffelbeertjes dan applaus in de grote zaal van 013.
De band waarvoor de meiden al om één uur ’s middags voor de deur voor lagen (totaal zinloos, het is de Amsterdam Arena niet). The Rasmus. Net als Him valt de Nederlandse nieuwe lichting alternatieve tienergoths massaal voor deze Finse band. Al dan niet met papa of mama wachten de kids samen met wat oudere jongeren ongeduldig af, want de pauze na Green Lizard duurt behoorlijk lang. En bij het Tilburgse voorprogramma was er al zo weinig te springen. De emorock met nu metal-neigingen deed net niet veel met The Rasmus-fans. Het afsluitende hitje uit 2000 ‘Turn Around’ zegt menigeen nog wel iets, maar voor de rest is de emorock weinig hapbaar. Genoeg werk aan de winkel voor Green Lizard als ze met hun in 2005 te releasen album weer op Pinkpop willen komen. Echt enthousiasme is er pas als de lichten dimmen voor de Finnen, dan gillen de meiden alsof er brand is.
Wat volgt is een serie taferelen die me doet denken aan het optreden van Him in het begin van dit jaar. Een rockband uit Finland die op een of andere manier wel gehypet moet zijn door een of ander jongerenblad of jongerentelevisie. Want wat deze band doet is niet zo gek; moderne rock maken en daarmee enkele hits scoren. Hoe dan ook is de band een product voor jongeren geworden. Er wordt aardig wat gesprongen, bewogen en meegezongen, maar dat is pas echt noemenswaardig als de hitsingles ‘First Day Of My Life’ en ‘In The Shadows’ wordt gespeeld. Voor de rest is het weinig bijzonder. De band speelt wat liedjes en doet dat goed, de zanger gedraagt zich tenminste al wat fatsoenlijker dan zijn Finse collega van Him begin dit jaar. Die werd namelijk bedolven onder cadeau’s die het podium op werden gegooid en gaf geen kick terug en vermeed ieder contact met het publiek. Nu zegt deze vocalist ook niet veel, maar hij lacht tenminste wel.
Maar waarom komen er toch zoveel gothic-achtige mensen op af? Dit heeft niks te maken met gothic. De jonge bezoekers komen niet vooral voor de muziek, maar vooral voor een idool. Een idool wat eruit ziet als een (blijkbaar gothic-aansprekende) smurf, maar dan is de muts zwart en niet wit, en de blauwe huidskleur ontbreekt. Of ze nou kut spelen of niet, gillen doen ze toch wel. Dat werd wel bewezen bij Him, en nu min of meer weer. Niet dat The Rasmus net zo kut speelt als Him toen, maar ze hadden best wat pittiger mogen spelen. Nee, voor de muziekliefhebber is The Rasmus toch echt te oppervlakkig. En als die muziekliefhebber naar buiten loopt is het gevoel dat hij zojuist een kinderfeestje heeft bijgewoond compleet als er een legioen papa’s en mama’s hun kroost op staat te wachten.
The Rasmus speelt oppervlakkig kinderfeestje
Met papa en mama naar de rockidolen uit Finland
De aanwezigheid van idolen is genoeg om een publiek tevreden te stellen. Het ‘wouw daar staan ze’-gevoel is genoeg voor een leuk feestje met The Rasmus. Tenminste, voor de alternatieve kids dan, want muzikaal is er op de leuke hitjes na weinig te beleven bij The Rasmus. De enige show in Nederland, gisteren in 013 was namelijk weinig opzienbarend.